vrijdag 3 februari 2012

Hans Geybels

Romeo Castellucci verdient geen Vaticaanse banvloek maar een christelijke zegen, vindt Hans Geybels, gastprofessor theologie aan de KU Leuven:

"Me dunkt dat het niet erg christelijk is om mensen te veroordelen (ook al zijn het kunstenaars). Kunstenaars hebben hun eigen taal om zich uit te drukken over wat hen raakt. Wat je soms wel kunt doen, is hen slechte smaak aanwrijven, wanneer ze zich bijvoorbeeld bedienen van symbolen om goedkoop succes te krijgen."
http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/De-Gedachte/article/detail/1389409/2012/02/03/Een-indrukwekkende-hertaling-van-het-boek-Job.dhtml

Awoert!
Awoert!
Farizeeër!
Awoert!
JUDAS!
Awoert!


Theoloog ziet toneelstuk 03 / 02 / 2012
Ik was erbij. En ik heb inderdaad drie uur gewacht. Toen gaf de brandweer groen licht en leek de gesaboteerde zaal in orde te zijn.
Ik vond het stuk van Castellucci beklijvend. Lijden, zinloosheid, zelfopoffering, niet meer verder kunnen en centraal: de rol van Christus (of God) bij dat alles. Castellucci geeft zijn artistieke visie op het mysterie van het lijden in het christendom, een kwestie die de mens al 20 eeuwen lang beroert. Als er dan toch een algoede God bestaat, waarom dan al dat zinloos en absurde lijden? Waarom grijpt Hij niet in? Hij grijpt inderdaad niet in. Het zorgvuldig uitgekozen renaissanceportret van Christus blijft voor zich uitstaren. Niet alleen naar de scène, ook naar iedereen die in het publiek zit. Wij vragen ons af wat Christus doet. Hij lijkt zich af te vragen wat wij doen.
Religieuze symbolen in kunst
Symbolen zijn niet zomaar tekens voor iets anders. Ze belichamen zelf wat ze betekenen. Een vlag is daar een goed voorbeeld van. Een vlag belichaamt de natie en de verbranding ervan wordt dus ervaren als een aanslag.
Geregeld duiken kunstwerken op die gebruik (of misbruik) maken van religieuze symboliek, in casu het gelaat van Christus, het kruis of het Laatste Avondmaal. Het is dan ook normaal dat ze hevige reacties kunnen uitlokken. Altijd zijn er dan ook kleine, maar heetgebakerde groepen die protesteren tegen wat zij ervaren als het godslasterlijke karakter van die kunstwerken. Frankrijk heeft een reeds een golf van protest achter de rug naar aanleiding van Castellucci’s theaterstuk. Nu is Vlaanderen aan de beurt.
De intentie van kunstenaars
Kunstenaars werken autonoom. Die autonomie schenkt hen een grote vrijheid en die moet hen in staat stellen creatieve scheppingen te maken. Het is perfect begrijpelijk dat ze geregeld botsen met de gevestigde waarden – niet alleen religie. Vanouds botsen die gevestigde waarden met de soms vernieuwende of baanbrekende kijk van kunstenaars. Vanouds omarmen diezelfde gevestigde waarden de kunstenaars wanneer ze dood zijn of het stof gaan liggen is.
Alvorens een oordeel te vellen over een kunstwerk en het meteen te veroordelen lijkt het mij noodzakelijk de intentie van de kunstenaar te achterhalen. Is het gewoon bedoeld om te choqueren of om goedkoop succes te genereren? Of wil de kunstenaars iets meegeven, een ander perspectief tonen?
Castellucci is heel goed vertrouwd met de katholieke traditie, zijn stuk is doorspekt met verwijzingen Bijbelpassages. Zo passeren Genesis, Psalm 22 en 23, het verhaal van Job de revue. Bovendien is de vraag naar de zin van het lijden er één waar hij zelf heel erg mee worstelt. De kunstenaar is op zeer jonge leeftijd zijn vader verloren, en heeft altijd spijt gehad dat hij niet zelf voor zijn zieke vader heeft kunnen zorgen. Die onmacht zien we vertaald in het stuk.
Slechte smaak?
Me dunkt dat het niet erg christelijk is om mensen te veroordelen (ook al zijn het kunstenaars). Kunstenaars hebben hun eigen taal om zich uit te drukken over wat hen raakt. Wat je soms wel kan doen, is hen slechte smaak aanwrijven, wanneer ze zich bijvoorbeeld bedienen van symbolen om goedkoop succes te krijgen.
In het theaterstuk van Castellucci heb ik een indrukwekkende hertaling van het Bijbelboek Job gelezen. Een verhaal van een zwijgende God en een om uitleg smekende mens. Het verhaal van Christus zelf die zich door zijn Vader verlaten wist op het kruis: “Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?”. Doch, uiteindelijk een verhaal van hoop. Het lijden heeft niet het laatste woord.
Blasfemie? Slechte smaak? Ik kan mij voorstellen dat de scène waarin kinderen met granaten naar het gelaat van Christus gooien, sommigen voor de borst kan stoten. Net zoals de kunstenaar, is ook de toeschouwer autonoom en zal iedereen er zijn eigen mening op nahouden. Maar net die kinderen vormen het toppunt van machteloosheid. Vraagt Christus niet dat we zouden worden als kinderen om het Koninkrijk Gods binnen te mogen? In dit stuk belichamen zij de hoogste vorm van godsverlatenheid. Nadat de mensen van het toneel verdwijnen, verdwijnt ook het gelaat van Christus en komt het publiek in een chaos terecht die verwijst naar de chaos uit Genesis (duisternis, lawaai, windmachines – er werden zelfs oordopjes gegeven bij het binnenkomen).
En dan verschijnt het gelaat van Christus weer. Alsof hij spijt heeft dat hij zich teruggetrokken heeft. Zijn gezicht is verminkt nu. De verlatenheid vandaag, de actuele kruisiging van Christus.
De toeschouwer blijft in twijfel achter. Op het einde citeert Castellucci de beroemde Psalm 23: De Heer is mijn herder (niet). De “niet” verdwijnt en komt terug. Gelovigen en ongelovigen worden voor een keuze geplaatst.
Hans Geybels
Gastprofessor Theologie KULeuven

Ik vind deze opiniebijdrage beklijvend.
Ik was er bij toen hij het schreef. Ik heb inderdaad drie uur gewacht.
Elke minuut de moeite waard.
Een analyse waarin 20 eeuwen menselijk denken tot een climax komen: onderbouwd, beargumenteerd, een doorwrocht werkstuk. De auteur doorspekt zijn visie met relevante referenties.
Uiteindelijk worden we voor de keuze geplaatst: Is de auteur als een kind?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten