woensdag 15 februari 2012

Dave Sinardet

Pleidooi voor intellectuele zuiverheid


Dave Sinardet − 15/02/12, 09u04
Dave Sinardet is politicoloog aan de universiteiten van Brussel (VUB en FUSL) en Antwerpen (UA). Zijn column verschijnt tweewekelijks op woensdag.
Het is ongetwijfeld dé politieke paradox in Europa vandaag: nationale politici moeten meer dan ooit verantwoording afleggen maar hebben minder dan ooit te zeggen. Enkele maanden geleden werden hun marges verder ingeperkt door de enige ware Copernicaanse omwenteling: de fameuze six-pack die de EU een beslissende grip gaf op het begrotingsbeleid van haar lidstaten. De debatten die in alle landen woeden over pijnlijke begrotingsmaatregelen zijn daar voor een groot stuk een gevolg van. En dit is wellicht nog maar het begin, want de eurocrisis bewijst dat je geen monetaire unie kan maken zonder een echte politieke unie. De enige echte oplossing is dus nog meer Europa.

Maar zo groeit ook de spanning tussen de politieke beslissingsmacht die steeds verder naar de EU verschuift en het politiek debat daarover dat op nationaal niveau blijft steken. In Griekenland zie je wat er gebeurt als die spanning te groot wordt: de nationale democratie wordt simpelweg on hold gezet. De EU dwingt nationale regeringen tot een bepaald beleid, maar draagt daar nauwelijks de politieke kost van. Wie politieke verantwoording aflegt, heeft steeds minder macht. En wie steeds meer macht heeft, legt nauwelijks verantwoording af. Kortom: hoe machtiger de EU, hoe prangender ook het debat over haar democratische legitimiteit. In de eerste plaats voor wie de Europese integratie een warm hart toedraagt.

Paul Magnette, die hierover als politicoloog boeiende stukken schreef, maakte dat debat onlangs in De Morgen zeer tastbaar met zijn beruchte quote: 'Wie kent Olli Rehn?' Hij verwees daarmee naar de eurocommissaris die via een steeds strenger toezicht op de nationale begrotingen en via inhoudelijke aanbevelingen ondertussen een grotere impact op ons dagelijkse leven heeft dan onze eigen premier Elio Di Rupo. Maar in tegenstelling tot Elio zien we Olli nooit op De Zevende Dag of Mise Au Point. En kan bij verkiezingen geen enkele Belg zich erover uitspreken.

Magnette fixeerde zijn betoog wat te veel op de figuur van Rehn want uiteindelijk blijft de Europese Commissie vooral de speelbal van nationale belangen, met name die van Sarkozy en Merkel. Maar Merkozy legt in België al evenmin verantwoording af, dus de essentie van Magnettes punt over het democratisch deficit in de Europese besluitvorming blijft wel overeind.

Helaas leidde zijn verklaring niet tot een grondig debat. Dat ligt ongetwijfeld deels aan onze verziekte 'debatcultuur' waar een argument vaak verward wordt met een intentieproces. Maar Magnette heeft het ook een beetje zelf gezocht. De socialistische politicus gebruikte het argument van democratische legitimiteit vooral om de inhoud van het 'ultraliberale' Europese besparingsbeleid te hekelen dat een recessie zou stimuleren. Dat bleek ook uit zijn conclusie: de nationale staten moeten de nodige beleidsruimte behouden. Op zich een logische conclusie, maar je kan evenzeer pleiten om aan het democratisch probleem te verhelpen door een betere integratie die de instellingen tot hoeder maakt van het Europese belang. Bijvoorbeeld door van de Europese Commissie een echte regering te maken waarvan de voorzitter niet wordt voorgedragen door de Europese regeringsleiders maar door het Europees Parlement. En door dat Parlement dat op haar beurt deels te verkiezen via een Europese kieskring.

Door het vermengen van het 'democratische' en het 'economische' debat worden beide niet meer intellectueel zuiver gevoerd. Zo hoor je links nu plots klagen over het democratisch deficit van de EU, terwijl men de huidige constructie wel steeds mee heeft uitgebouwd. Omgekeerd kan je er gif op innemen dat als het EU-beleid vandaag linkser zou zijn, de rechterzijde plots over democratische legitimiteit zou beginnen. Zo geraken we niet bepaald vooruit.

Een pleidooi voor intellectuele zuiverheid betekent uiteraard niet dat het besparingsbeleid vrij van kritiek zou moeten zijn. Integendeel. Als niet-econoom voel ik me niet geroepen daarover ten gronde een standpunt in te nemen (in tegenstelling tot over het debat over instellingen en democratie) maar vind ik wel dat men het debat niet mag ontlopen door Magnette af te schrijven als een reactionair of idioot wanneer hij niets anders zegt dan talrijke wereldbekende economen als Krugman, Stiglitz of De Grauwe.

De voorstanders van de huidige Europese koers stellen die graag voor als zuiver rationeel. Er zou geen alternatief mogelijk zijn. Dit vereenzelvigen van een bepaalde ideologische visie met het Europese project als geheel dreigt bij iedereen die het slachtoffer wordt van die visie ook het democratisch geloof in het project verder aan te tasten. Zo vermengen de tegenstanders van Magnette al evenzeer het economische en democratische debat. Terwijl ook zij daar absoluut geen baat bij hebben.
 
 
Is dit een intellectueel zuiver pleidooi?
Ter herinnering:
Door het vermengen van het 'democratische' en het 'economische' is een pleidooi niet meer intellectueel zuiver te noemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten