Voorwoord.
Tweede zit, gelukkig is er tweede zit.
Eind vorige week en begin deze week kwam er nogal wat kritiek op een gastcollege van Tom Van Grieken aan de K.U.L.
"Tom Van Grieken mocht gisteren aan de faculteit Sociale Wetenschappen
van de KU Leuven komen spreken over de zin en onzin van een cordon
sanitaire. Mede-organisator professor Steven Van Hecke verdedigt die
keuze door te wijzen op 'academische vrijheid', ook voor mensen waar je
het volstrekt mee oneens bent. Maar er zijn grenzen aan die vrijheid.
Normaal gezien houdt het argument van professor Van Hecke steek. We
leven nu eenmaal in een democratische samenleving, waar ideeën horen te
botsen om de zoektocht naar de waarheid te bevorderen. Alleen mogen we
deze redenering niet in het absolute doortrekken.
...
De universiteit valt in deze ten prooi aan de tolerantie-paradox van
Karl Popper. Die stelt dat een tolerante samenleving zelf niet
verdraagzaam mag zijn tegenover intolerantie, omdat die anders het
tolerante karakter verdringt."
Gert Aerssens in Veto
Mensen met een mening over dat concrete voorval (over "een" concreet
voorval), hebben de neiging om dat te veralgemenen, te abstraheren. Het
zijn "sleutelmakers", hun ambitie is de creatie van een passe-partout: andere mensen moeten er ook zo over denken. De mening is geen mening meer, het is "kritiek".
"Omdat ik niet aanwezig was tijdens het college, en evenmin weet hoe
de uiteenzetting van Van Grieken vooraf gekaderd of achteraf
geanalyseerd werd, kan ik niet diep ingaan op dit individuele geval. Ik
wil abstracter nadenken over de vraag of een universiteit ruimte moet
kunnen bieden voor extremistische sprekers. Mits een kritische
omkadering, denk ik van wel. Mijn uitgangspunt is in de eerste plaats dat de kritische
confrontatie met extreme, controversiële, afwijkende en kwetsende ideeën
een pedagogische waarde kan hebben. Je kan een fenomeen moeilijk
bespreken of analyseren, als je studenten er niet mee in aanraking laat
komen. Ik werk zelf soms rond hate speech, en dat veronderstelt
dan dat je studenten confronteert met extremistische uitspraken. Je kan
die parafraseren, maar je zou dus eveneens de extremisten zelf aan het
woord kunnen laten. De Britse filosoof en econoom John Stuart Mill
merkte al op dat voor een goed verweer tegen sommige ideeën, het soms
nodig is de argumenten te horen uit de mond van diegene die ze aanhangt,
en ze het overtuigendst kan brengen."
Koen Lemmens in Knack
Abstracties, het werkt doorgaans als een lap rode stof op een stier.
"Heel het vervolg van zijn op abstracties gebaseerde betoog blijft de
concrete aanleiding uit de weg gaan maar hekelt wel de critici."
Vincent Scheltiens in Knack
Maar die lap rode stof is toch o zo verleidelijk....
"Maar John Stuart Mill dus en de beperkingen op de vrijemeningsuiting.
Lemmens verwijst naar hoofdstuk 2 van het in 1859 gepubliceerde On
Liberty. Lemmens kent zijn Mill. ‘We moeten al het spreken toelaten,
zelfs valse stellingen en samenzweringstheorieën verdedigen, want het is
enkel dan dat we een mogelijkheid hebben om kennis te verwerven’ (eigen
vertaling). Waar knelt het schoentje?
Meningsverschil en discussie veronderstellen dat men een aantal minimale uitgangspunten en aannames over de wereld deelt."
Vincent Scheltiens in KnackDaar wil ik dan over doorbomen, zelf mijn gedachten op papier zetten.
Helaas, ik kom meestal hopeloos te laat. In mijn hoofd raast eerst enkele dagen een orkaan. Als de wind weer is gaan liggen en ik de verspreidde fragmenten probeer te ordenen, dan is er alweer een nieuw onderwerp trending.
Boom.
Sören Kierkegaard schreef in zijn jonge jaren een weergaloos essay over Hans Christian Andersen. Een weergaloos essay omwille van het voorwoord. Een voorwoord dat hij beëindigde met een naschrift.
"Postscript for the readers who possibly could be harmed by reading the preface: they could skip over it, and if they skipped far enough so that they skipped over the essay as well, it is of no consequence."
Sören Kierkegaard in From the papers of one still living. (Die titel!)
Een weergaloos essay omwille van één zin.
Om maar te zeggen, Sören Kierkegaard is mijn type filosoof.
John Stuart Mill is dat voor alle duidelijkheid niet.
"Waarom niet?", vraagt u zich misschien af. Of is dat zomaar een mening?
"It is better to be a human being dissatisfied than a pig satisfied;
better to be Socrates dissatisfied than a fool satisfied. And if the
fool, or the pig, are of a different opinion, it is because they only
know their own side of the question. The other party to the
comparison knows both sides."
John Stuart Mill in Utilitarianism
John Stuart Mill maakt de verkeerde keuze.
Verticaal geklasseerd. Ander en beter!
De vraag stelt zich of het gerechtvaardigd is om John Stuart Mill "links" te laten liggen omwille van één enkele uitspraak?
Misschien moet ik wel verder lezen.
Misschien is hij wel geëvolueerd in zijn denken.
Of misschien, heel misschien, de kans is uiterst gering maar is niet onbestaande, vergis ik mij en kom ik tot andere inzichten als ik meer zou lezen van John Stuart Mill.
Per slot van rekening, als u het essay van Sören Kierkegaard er niet zelf op naleest, zou u ook niet tot de bevinding komen dat de voorgaande paragraaf in het essay ook wel best te pruimen valt.
(De analogie met "Kunnen we Tom Van Grieken laten spreken op de universiteit?" is geheel de uwe.)
Goed, maar anderzijds kunnen we ook niet blijven lezen natuurlijk. Dat zou zeg maar "tegennatuurlijk" zijn. Op een bepaald ogenblik is het tijd om de knoop door te hakken en te zeggen: "Sorry John, maar hier is echt geen tijd voor, er is echt wel wat beters te doen."
(De analogie met "Kunnen we Tom ...)
En daarmee is de discussie afgerond.
Tot er iemand oppert: "Tijd heb je niet, tijd moet je maken. Het is de hoogste tijd om tijd vrij te maken om John Stuart Mill te herlezen."
(De anal...)
Maar toen ging de discussie al over het onderwijs.
The thinking tree in Puglia
Tweede zit.
Marc Elchardus gebruikt het concrete voorbeeld van Tom Van Grieken om een abstracte analyse te maken.
"Een klein deel van de bevolking eigent zich het recht toe schuld van onschuld, recht van onrecht te scheiden, en duldt daarbij geen tegenspraak.
...
Die geniale instelling (de democratie) wordt nu weer vervangen door een samenleving opgedeeld in rechtschapenen en verwerpelijken."
Marc Elchardus in De Morgen
"Dat kleine deel van de bevolking is werkelijk verwerpelijk", zou dat een gedachte zijn die bij hem opkomt en waar we hem op kunnen afrekenen?
Marc Elchardus eindigt zijn citaat met Albert Camus (één van mijn helden).
"We moeten ons Sisyphus voorstellen als een gelukkig mens."
"Gelukkig, tevreden, allemaal één pot nat.
We moeten helemaal niets.
En als we dan toch iets zouden moeten, dan is het onze helden afvallen", denkt de tevreden gek dan.
Fragmenten.
-Wel moeten lachen met "Meningsverschil en discussie veronderstellen ...".
Ik hoop Vincent ook.
- Veronderstellen is trouwens een vreemd woord. Nooit vermoed dat "als waar aannemen" en "zich inbeelden" (s'imaginer) synoniemen waren.
-Voor de liefhebbers: Popper is niet mijn type filosoof. Doe mij maar Wittgenstein.