“We zijn duidelijk in alles op zoek naar nieuwe verhoudingen”
“Onderbreek
me maar”, verontschuldigt Guido Vanheeswijck (UAntwerpen) zich
meermaals tijdens het lange gesprek waarin hij onstuitbaar spreekt over
zijn grote passie: de wijsbegeerte. Zijn nakende emeritaat betekent
geenszins een afscheid van het vak dat hij beschouwt als een roeping en
als een ernstige aangelegenheid die niet in spielerei mag verzanden:
“Als filosofie niet gaat over de existentiële vragen van mensen, stop er
dan mee”, vertelt hij in Tertio nr. 1159 van 27/4/’22.
“In mijn eerste jaar Germaanse filologie zei onze prof wijsbegeerte:
‘Filosofie gaat maar over één ding: worden of zijn. Over worden hoef je
niet na te denken, want je ziet dat alles verandert en vergaat. Maar is
er ook zijn? Is er iets onveranderlijks te midden van verandering?
Jullie zijn nog te jong om dat te verstaan’. Ik dacht: dat versta ik
wel”, vertelt Guido Vanheeswijck. “Mensen gaan dood, wat blijft van hen
over? Die filosofische gevoeligheid is geleidelijk gegroeid, ook via de
literatuur waarmee ik in mijn opleiding kennismaakte. Eens je die
gevoeligheid hebt, geraak je die nooit meer kwijt. Het is hoe je in
elkaar zit. Ik heb het grote geluk gehad dat ik daar uiteindelijk mijn
werk van kon maken.”
U verbindt filosofische verwondering met ergernis over
aspecten van de cultuur. Is loutere verwondering voor u te vrijblijvend?
Moet filosofie relevant zijn?
“Filosofie mag geen spielerei zijn. Ze behandelt de grote vragen van
het leven: wie zijn wij, wat is onze plaats in deze wereld, is er meer
dan wat zich zichtbaar afspeelt in onze werkelijkheid? Max Wildiers
noemde dat de metafysische triniteit van mens-wereld-God. Daar zijn veel
varianten op, maar uiteindelijk komt het altijd neer op die vragen.
Filosofie moet inzet hebben. Als ze niet gaat over het concrete leven,
over de existentiële vragen – geluk, waarheid, een zinvol leven –, stop
er dan mee. Natuurlijk moet je helder redeneren, dat is wat filosofie
bij uitstek is, en dat vraagt een stuk techniciteit die je aangeleerd
moet krijgen en waarin je je moet bekwamen. Maar de redenering is het
hulpmiddel om naar iets te gaan dat zich aan die redenering onttrekt en
haar overstijgt. Sommige filosofen drukken zich zo hermetisch uit dat ik
me bij het lezen van hun teksten na een tijd afvraag of dat echt nodig
is. Je hebt grote filosofen die glashelder zijn en toch niet
oppervlakkig. Ik zie tussen helderheid en diepgang geen tegenstelling.”
https://www.tertio.be/magazines/nummer-1159/we-zijn-duidelijk-alles-op-zoek-naar-nieuwe-verhoudingen
Ze denken.
Ze blijven de essentie zien.
Denken ze.
Tekening is geheel toevallig van Sören Kierkegaard, de filosoof die zijn leven wijdde aan de spielerei.
http://wayback-01.kb.dk/wayback/20100504133328/http://www2.kb.dk/elib/mss/skatte/mss/kierkegaardarkiv_d_1.htm
But to shorten the night's sleep and buy the day's hours and not spare oneself, and then to understand that it is all a jest: yes, that is earnestness.
Kierkegaard, Concluding unscientific postscript (Die titel !)