woensdag 28 juni 2023

Erik Satie

 
En als ik nu eens een tekst zou schrijven over de tijdsgeest?
Daar moet toch een publiek voor zijn.

Als ik de tijdsgeest zou moeten omschrijven met een persoon, dan denk ik in eerste instantie aan Erik Satie.



    (portret van Erik Satie door Santiago Rusinol)


Je kon er van op aan, als je aan de nogal excentrieke componist Erik Satie een brief schreef, dan kreeg je ook een antwoord.
Bij zijn overlijden vond men echter een hele resem ongeopende brieven.
Je kreeg een antwoord op iets wat hij helemaal niet gelezen had!

De roep om zijn eigen stem te horen klinkt dezer dagen altijd luider dan de roep van de andere.

Er wordt alsmaar minder met elkaar gesproken, er wordt alsmaar meer met elkaar gedebatteerd.
Een gesprek verandert in een debat van zodra er met rationele argumenten en inhoudelijke bedenkingen wordt gegoocheld.
Tommy Cooper was ook een optie om de tijdsgeest met een persoon te omschrijven.




Wat via de voordeur met veel aplomb naar buiten wordt gestuurd (de waarheid bestaat niet, het is maar een mening hoor ...), wordt slinks via de achterdeur weer naar binnen geloodst.
De tegenstrevers in een debat zijn het meestal maar over één ding eens: over de kracht van de ratio. Dat ze met al hun krachtige ratio niet tot overeenstemming kunnen komen noemen ze een "paradox".

Niet hier, dat geef ik u op papier.
Tot zover de tijdsgeest dus.
De tijdsgeest is altijd beperkt in de ruimte.
Daarmee is zowat alles gezegd over de tijdsgeest wat er gezegd moet worden.
Niet hier.
It's an attitude dude!




Ik ben hier trouwens meestal in aangenaam gezelschap, dat zal u wel merken.

 "Commencer à penser, c'est commencer d'être miné."
Albert Camus.

"Van de wetenschappen, die in het algemeen tot verderf van het
menschdom zijn uitgevonden, bezitten zij, die het nauwst met de Zotheid
verband houden, de meeste waarde.
Maar ik hoor in mijn verbeelding de wijsgeeren hiertegen hun stem verheffen. Juist
hierin, zeggen zij, bestaat iemands ongeluk, dat hij in de macht der Zotheid is, dat
hij dwaalt, zich vergist, onwetend is. Neen, dit is integendeel eerst mensch zijn."
Desiderius Erasmus.

zaterdag 3 juni 2023

Simone Weil


En als ik nu gewoon eens schreef hoe het echt in zijn werk ging, zou dat geen goede literatuur opleveren?

In mijn lectuur van de laatste weken duikt per toeval een paar keer de naam van Simone Weil op.
In googel haar.
Wikipedia, Stanford encyclopedia of philosophy.
Ik zie geen verwantschap.
Afserveren die vrouw. Geen tijd aan verliezen.

Het is zaterdag.
Ik surf op het internet. Wat is er trendy op twitter?
Ik zie reclame voor een artikel.
Ik lees "politiek moet waarheid herwaarderen" van Alicja Gescinska en Jan Danckaert.

"Er is een intrinsieke, noodzakelijke relatie tussen democratie en de rol van waarheidsvinding in het publieke debat. De kwaliteit van een democratie staat en valt met de kwaliteit van het debat"
Blablabla.
Iedereen wil alsmaar debatteren.
Wel, ik niet.
Ik lees het nog een keer om mij te verkneukelen.
Misschien vind ik wel inspiratie voor een blogpost.

Hahaha.
"
De Franse politica Simone Weil", staat er.
Dat is grappig.
Dat is grappig omdat de Franse politica Simone Veil en de Franse filosofe Simone Weil versmolten zijn tot een enkele persoon.
Dat is grappig omdat ik krak dezelfde fout had gemaakt toen ik de eerste keer de naam van Simone Weil was tegengekomen.
Ik vraag mij af wie van de twee de auteurs nu eigenlijk bedoelen.

Ik reageer op de tweet van Alicija Gescinska met de reclame voor het artikel.
"Simone Weil lijkt mij in tegenstelling tot Simone Veil niet echt een politica."
Misschien denken de auteurs wel: "Hé, wat een aandachtige lezer. Misschien heeft hij wel wat interessants te vertellen. Laat ik even die website checken."
Niet dus.
Ik krijg wel een antwoord van Alicja Gescinska.
"
Dat is helaas een redactionele toevoeging geweest en inderdaad een fout. Dat er een Weil en Veil bestaan zorgt weleens voor veel verwarring. Over Weil en waarom zij het lezen waard blijft, schreef ik onder andere in dit boek: ..."

Blij dat ik een bijdrage heb kunnen leveren aan de waarheidsvinding, maar ondertussen heb ik andere katten te geselen.
Ik kan me niet voorstellen dat waarom Weil het lezen waard blijft voor mij hetzelfde is als waarom Weil het lezen waard blijft voor haar.
Ik ben mateloos geïntrigeerd geraakt door het feit dat Simone Weil gepubliceerd werd door Albert Camus.
"Le seul grand esprit de notre temps", noemde hij haar.
Had ik mij vergist? Had ik Simone Weil te snel afgeserveerd?
Ik googel "Simone Weil citations".
"On peut, si on veut, ramener tout l'art de vivre à un bon usage du langage."
Dat is het enige citaat dat mij aanspreekt. Magertjes.
En bovendien blijkt het uit "Leçons de Philosophie" te komen. Van de titel alleen al krijg ik koude rillingen. Niettemin download ik het boek. Ik verlies mijn interesse als ik lees dat het om de nota's van een studente gaat. In hoeverre is dat betrouwbaar?
Ik lees wat in "L'enracinement" en raak ontmoedigd.
Ik overweeg of het citaat van Camus ironisch bedoeld kon zijn.
Weinig waarschijnlijk. Het citaat kan niet los gezien worden van de publicatie. Het ironisch publiceren van een boek is zelfs voor mijn fantasie een brug te ver.
Maar als de uitspraak niet ironisch bedoeld was, dan heb ik een ernstig probleem.
Toevallig lees ik ondertussen ook Lize Spit, "ik ben er niet".
Ben ik bipolair?
Heb ik in al die schrijvers die ik als mijn lotgenoten beschouw een link gezien die er er helemaal niet is zoals haar personage Simon Spruyt?
Dat kan toch niet?
De twijfel overmant mij.
Wat heeft Albert Camus gezien wat ik niet zie?
Ik moet verder, ik moet.
Ik googel "Simone Weil Nietzsche"
Het wordt alleen maar erger.
" Il ne m’inspire aucune inclination à le traiter légèrement ; seulement une répulsion invincible et presque physique. Même quand il exprime des choses que je pense, il m’est littéralement intolérable. J’aime mieux croire sur parole qu’il est un grand homme que d’y aller voir ; pourquoi m’approcherais-je de ce qui me fait mal ?", schrijft ze aan haar broer.
Verdomme Camus, hoe kan je nu een foto van Nietzsche op je bureau staan hebben en tegelijkertijd die tuttebel publiceren?
Ik googel "Simone Weil humour".
Want als er iets is dat nonsens, het absurde of hoe je het ook wil noemen, gemeenschappelijk heeft, dan is het toch de humor, de grappige ernst.
"As T.S. Eliot pointed out, one detects no sense of humour in Weil.", lees ik.
"Misschien was fucking T.S. Eliot zelf wel een droogstoppel", fulmineer ik.
Ik moet verder, ik moet.
Ik download "Sur la science" dat begint met haar "thèse de diplôme d'études supérieures".
Haar licentiaatsverhandeling (master thesis) werd geschreven in 1929-1930 en is getiteld "science et perception dans Descartes.
Ik begin te lezen.

"L'humanité a commencé, comme chaque homme commence, par ne posséder aucune connaissance, hors la conscience de soi et la perception du monde. Cela lui suffisait, comme cela suffit encore aux peuples sauvages, ou, parmi nous, aux travailleurs ignorants, pour savoir se diriger dans la nature et parmi les hommes autant qu'il était nécessaire pour vivre. Pourquoi désirer plus ? Il semble que l'humanité n'aurait jamais dû sortir de cette heureuse ignorance, ni, pour citer Jean-Jacques, se dépraver au point de se mettre à méditer."

Mijn handen beginnen lichtjes te trillen. Ik heb het gevonden. Dit is het, dit is wat Albert Camus las en hem overweldigde.

"Rien n'est plus difficile, et en même temps rien n'est plus important à savoir pour tout homme. Car il ne s'agit de rien de moins que de savoir si je dois soumettre la conduite de ma vie à l'autorité des savants, ou aux seules lumières de ma propre raison ; ou plutôt, car cette question-là, ce n'est qu'à moi qu'il appartient de la décider, si la science m'apportera la liberté, ou des chaînes légitimes."

En dan is er Descartes.

"Il a transporté la connaissance de la nature du domaine des sens au domaine de la raison. Il a donc purifié notre pensée d'imagination, et les savants modernes, qui ont appliqué l'analyse directement à tous les objets susceptibles d'être ainsi étudiés, sont ses vrais successeurs. "

De spanning is niet te harden. Laat Simone Weil zich overtuigen door Descartes en wordt ze een "savant moderne"?
Ik verdrag het niet langer. Als een manische Simon Spruyt klik ik "page down" tot "Conclusion"

"Descartes, tout en imaginant toujours des mouvements, a cru devoir, pour restreindre à l'extrême la part d'esprit que la physique est forcée de sembler attribuer au monde, n'admettre autant que possible que de simples impulsions ; pourquoi enfin, après avoir fondé toute sa physique sur le mouvement, il la ruine en apparence en posant le mouvement comme purement relatif. Il apparaît aussi qu'il n'y a nulle contradiction, au contraire, à réduire l'imagination au corps humain, et à en faire, pour tout ce qui concerne le monde, l'unique instrument de la connaissance."

Descartes heeft het verkorven door de beweging te herleiden tot louter relatief....
De verbeelding als het enige instrument van kennis. Het enige!
In mijn verbeelding begin ik al aan mijn tekst te schrijven.
"DE STRIPTISEUSE IN SIMONE WEIL"

Ik ga kijken naar Wim Helsen, Niet mijn apen, niet mijn circus.
(Diensmededelingen:
1. Spoileralert. skip eventueel deze alinea.
2. geluid "luid")



In de voorstelling wordt de monoloog van Wim Helsen op een bepaald ogenblik onderbroken door Elvis Presley. Plots galmt er luid "A little less conversation, a little more action" door de boxen.
Van toeval gesproken.
“Philosophy (including problems of cognition, etc.) is exclusively an affair of action and practice” (FLN 362), herinner ik mij Simone Weil uit de Stanford encyclopedia of Philosophy.
Ik mag niet vergeten even te vragen aan Alicja Gescinska en Jan Danckaert hoe ze dat rijmen met
"Er is een intrinsieke, noodzakelijke relatie tussen democratie en de rol van waarheidsvinding in het publieke debat. De kwaliteit van een democratie staat en valt met de kwaliteit van het debat"

Ik heb inmiddels "sur la science" helemaal uitgeprint.
Deze keer wil ik het echt goed doen, een wel doordacht artikel schrijven.
Maar het weer is te mooi om achter mijn bureau te blijven zitten.
Ik zit op mijn terras met de bundel papieren in het gezelschap van Simone Weil, koffietje er bij.



In het tweede deel van haar thesis voert Simone Weil een fictieve denker op (écoutons donc ce penseur fictif). Ik heb haar al in mijn hart gesloten nog voor ze één woord op papier heeft gezet.
"Je puis donc je suis." lees ik.
"Exister, penser, connaître, ne sont que des aspects d'une seule réalité: pouvoir.", lees ik.


En dan, geheel uit het niets, is er een briesje dat aan de haal gaat met mijn tekst.
De enige reden waarom ik hem niet verlies is een gevolg van "maai mij niet".
Dat laatste is niet waar.
Ik heb het verzonnen.
Ik heb het geënsceneerd.
Omdat ik dat kan.

Ik tweet naar Alicja Gescinska en Jan Danckaert.
Je weet nooit.