vrijdag 12 mei 2023

Martha Claeys

 

My guilty pleasure.

"My propositions serve as elucidations in the following way: anyone who understands me
eventually recognizes them as nonsensical"
"Meine Sätze erläutern dadurch, daß sie der, welcher mich versteht, am Ende als unsinnig erkennt"
(Wittgenstein Tractatus 6.54).

Ik heb de onweerstaanbare neiging om telkens als iemand Wittgenstein citeert te antwoorden met "Nonsens".
Ik heb nog nooit een reactie ontvangen!
Mijn guilty pleasure is duidelijk niet de manier om vrienden te maken.

Nu ik er over nadenk, eigenlijk is bij uitbreiding mijn schrijven een guilty pleasure.

Ik hou van schrijvers die zich naakt durven tonen. The full monty. Schrijvers die trots het vijgenblad weggooien, die zonder schroom het laatste schaamlapje laten vallen.
Ik probeer ze te schilderen in al hun naaktheid, zonder franjes.

Maar anderzijds, ik moet het toegeven, ben ik mij ten volle bewust van mijn platvloerse karaktertrek: ik doe ook niets liever dan een broek aftrekken.

Ik ben allergisch voor "bijwoordelijk" taalgebruik.
Ik krijg het op mijn heupen van schrijvers die gebruik maken van bijwoorden als men een punt wil maken.
Vaak dit of dat, zelden zus of zo, dikwijls, over het algemeen.



"Ik ontdekte dat het belangrijk is om
jezelf af en toe niét op de voorgrond te
plaatsen": waarom u beter wat vaker minder
trots zou zijn.

Wat heb ik aan een waarheid waarvan het tegenovergestelde ook een waarheid is?
Maar zo maak je dus geen vrienden. Ik kan me levendig voorstellen dat Martha Claeys niet zal gaan rondbazuinen wat voor geniale schrijver ze ontdekt heeft.
Ik voel me een beetje zoals Egon Friedell. Een gast afserveren nog voor hij plaats genomen heeft.



Op gesprek bij Egon Friedell werd je een stoel aangeboden waarin je zicht had op een plakkaat met de woorden "Selbst die Aufforderung noch zu bleiben darf man nicht immer ernst nehmen! Auch Sie sind keine Ausnahme!"
(Zelfs het verzoek om te blijven moet niet altijd serieus worden genomen! Ook jij bent geen uitzondering!)

Egon Friedell is ook de auteur van dit aforisme:

Bei einem Denker sollte man nicht fragen: welchen Standpunkt nimmt er ein, sondern: wie viele Standpunkte nimmt er ein? Mit anderen Worten: hat er einen geräumigen Denkapparat oder leidet er an Platzmangel, das heißt: an einem `System´?
(Bij een denker moet je niet vragen: welk standpunt neemt hij in, maar: hoeveel standpunten neemt hij in? Met andere woorden: heeft hij een ruim denkapparaat of lijdt hij aan ruimtegebrek, oftewel aan een 'systeem'?)

Lees nu nog even de tekst op het plakkaat.
Bij een eerste lezing ging ik er van uit dat ik geen uitzondering ben om in het gezelschap van de auteur te blijven.
Maar bij een tweede lezing: ook ik ben geen uitzondering om niet altijd serieus te worden genomen.


Het gesprek met de naakte mens is altijd een beetje gênant.