zaterdag 27 maart 2021

Paul Van Tongeren

 Paul Van Tongeren is de nieuwe Denker des Vaderlands.

Hij zal gedurende zijn denkerschap vooral nadenken.


Nadenken, daar moet het mee beginnen. Dat is niet alleen een grapje als reactie op al die soorten denken, het heeft een dubbele betekenis. Ik wil, en daarin onderscheid ik me van mijn voorgangers, minder standpunten innemen in de discussie en vooral proberen om een stap terug te zetten, de beroemde Schritt züruck van Heidegger.' "In mijn Denkerschap wil ik kijken naar de geschiedenis van het denken om te zien of we deze lessen kunnen herdenken en opnieuw kunnen gebruiken in onze situatie."

'De tweede betekenis is na-denken. Ik ben in de eerste plaats een academisch filosoof, eerder dan een publieksfilosoof, en in mijn werk heb ik een grote nadruk gelegd op de geschiedenis van de filosofie. In mijn Denkerschap wil ik kijken naar de geschiedenis van het denken – of naar het deel dat ik ken, want de filosofie is natuurlijk veel te groot om in zijn geheel te omvatten. Om te zien of we deze lessen kunnen herdenken en opnieuw kunnen gebruiken in onze situatie. Na-denken betekent dus het zelf nadenken van wat voordenkers hebben voorgedacht. Dat is belangrijk om naïviteit te voorkomen, want oorspronkelijkheid is vaak een gebrek aan historisch inzicht, zoals het gezegde luidt.'

 https://www.brainwash.nl/bijdrage/denker-des-vaderlands-paul-van-tongeren-over-nadenken-en-een-stap-terug-doen

 Paul Van Tongeren is ook een Nietzsche specialist. Qua "voordenkers" (Nietzsche draait zich om in zijn graf)  is dat alvast een pluspunt.

In een ideale wereld had ik een talent voor het tekenen van cartoons.
Ik zou Paul Van Tongeren tekenen gezeten op een bankje aan de oever van de rivier. Uiteraard met een boek in de hand. Idyllisch tafereeltje, dat zou hij wel fijn vinden denk ik.
Op het volgende plaatje zien we hoe Nietzsche -die snor, dat kan niet missen- met opgetrokken knieën het riviertje inspringt en "bommetje" roept. Om te eindigen met een kletsnatte Paul Van Tongeren, een 'verzopen kieken' pleegt de Leuvense toogfilosoof al eens te zeggen, maar ik weet niet of hij zich de betekenis van dat jargon eigen heeft gemaakt, en een boek met uitgelopen letters.

Jammer genoeg kan ik niet tekenen. Dus heb ik mij zinvol bezig gehouden met het na-lezen.

"Het volk mag dan geloven dat het kennen een uitputtend kennen is, de filosoof moet zichzelf voorhouden: als ik het proces ontleed dat in de stelling 'ik denk' wordt uitgedrukt, krijg ik een reeks vermetele beweringen die moeilijk, zo niet onmogelijk te funderen zijn, -bijvoorbeeld dat ik het ben die denkt, dat er zelfs maar iets moet zijn dat denkt, dat denken een activiteit is, een gevolg van de kant van een wezen dat als oorzaak wordt gedacht, dat er een 'Ik' is, en ten slotte, dat al vaststaat wat denken moet worden genoemd, - dat ik weet wat denken is."
Voorbij goed en kwaad, 16

 



zaterdag 20 maart 2021

De preventieadviseur


"Kunnen" in een tekst kan niet.
Ik kan er nog net mee leven als het een weerbericht betreft  - het kan vriezen, het kan dooien -, maar voor de rest is het een no-gozone. "Kunnen" is voor de schrijver een veiligheidsgordel, een misplaatste voorzorgsmaatregel waarmee hij uitentreuren welles-nietes reacties kan opvoeren: u legt me woorden in de mond (stropopredenering!). Blablabla, blablabla. En de verliezer van de discussie is diegene die er als eerste mee stopt. Ha, hij heeft geen antwoord meer!
En wat geldt voor "kunnen" geldt ook voor "soms".
Iedereen weet dat het kan vriezen of kan dooien, iedereen weet dat de zon soms schijnt en soms niet. Laten we afspreken dat we voortaan niet meer in onze pen gaan kruipen om daar melding van te maken.

Nu we dat hebben uitgeklaard zou ik u graag inwijden in wat gekend is als de contradictieparadox.
De contradictieparadox is een paradox die lijkt op een paradox maar er eigenlijk geen is, het is een verzinsel.
Een mooi voorbeeld is de preventieparadox, door te handelen lijkt het alsof de genomen maatregelen overbodig zijn.
Om dat te kunnen analyseren is het cruciaal om een duidelijke definitie van het preventieprincipe te poneren. Zonder preventieprincipe geen preventieparadox.
Stap twee: preventieprincipe = voorzorgsbeginsel.
Dat is wiskunde, dat is de zwakke schakel in mijn redenering. Het kan natuurlijk dat "voorzorg" en "preventie" soms geen synoniemen zijn.  Maar ik heb deze wiskunde jammer genoeg nodig omdat ik dan uit onverdachte bron een definitie van het voorzorgsbeginsel kan opstellen.
"In wezen is het voorzorgsbeginsel een diep conservatief vooroordeel dat niet-handelen verkiest boven handelen." Maarten Boudry

"In wezen" is het preventieprincipe een niet-handelen.
En "in wezen" is een preventieparadox onmogelijk zonder een handelen.
De preventieparadox is onmogelijk ten gevolge van het preventieprincipe.
Dat maakt dat de preventieparadox een contradictieparadox is.




dinsdag 9 maart 2021

Hyacinth Bucket

 

Er zit ongetwijfeld een onwetenschappelijke kronkel in mijn brein, een kronkel die er voor zorgt dat ik altijd aan Hyacinth Bucket moet denken als ik Richard Dawkins lees.

"What is truth? You can speak of moral truths and aesthetic truths, but I’m not concerned with those here, important as they may be. By truth I shall mean the kind of truth that a commission of inquiry or a jury trial is designed to establish.
https://skepticalinquirer.org/2021/03/science-the-gold-standard-of-truth/

 "Science is not a social construct. Science’s truths were true before there were societies; will still be true after all philosophers are dead; were true before any philosophers were born; were true before there were any minds, even trilobite or dinosaur minds, to notice them."
https://twitter.com/RichardDawkins/status/1368259842222268421

Er zijn dus blijkbaar veel waarheden.
Fair enough.

Science: The Gold Standard of Truth (voor scientific truths).
Moral: The Gold Standard of Truth (voor moral truths).
Aesthetics: The Gold Standard of Truth (voor aesthetic truths).


Mij lijkt het weinig wetenschappelijk om "de waarheid" en "een waarheid" door elkaar te gebruiken.

 


zondag 7 maart 2021

Houterkabouter

 

Houterkabouter is volgens zelfverklaarde omschrijving aspirant relativist.
Het "zelfverklaarde" pleit alvast in zijn voordeel.
Een tweede pluspunt is dat de aspirant relativist een beetje stokebrand speelt in de middens van de belagers van het relativisme. En het moet gezegd, hij doet dat met verve.

https://twitter.com/houterkabouter/status/1368209266826485761

Reactie van Maarten Boudry: 

https://twitter.com/mboudry/status/1368276109901627393 

In het nadeel van de aspirant relativist is het feit dat hij slaagde in het examen "preventieparadox".
Zelf doe ik daar uit voorzorg niet aan mee.

Examen relativisme dringt zich op voor deze aspirant relativist:
Vermorzel je eigen standpunt. (Het is altijd net iets gemakkelijker om het standpunt van de andere aan te vallen dan dat van jezelf). Tenzij je meent dat er niets relatief is aan je standpunt uiteraard. Dat is je goed recht, maar dan is het aspirant-relativist-schap meteen goed voor de schroothoop.
Hoe weet je of je geslaagd bent? Als je Maarten Boudry nadien alle hoeken van de kamer kan laten zien.

Teaser: status ondertussen veranderen in parttime relativist.

 

zaterdag 6 maart 2021

Marieke Lucas Rijneveld

 Wederwoord:

Thuis.

één vuist,
of nee, doe mij maar vijf vingers,
of nee, doe mij maar veertien vingerkootjes,
(niet vergeten: ééntje minder voor de duim)
of nee, doe mij maar ....
een stille verstaander heeft maar een half woord nodig,
of nee, doe mij maar
niet omdat het moet, omdat het kan.

 

 

 

  Woord:

Alles bewoonbaar

Nooit het verzet kwijtgeraakt, het oergewoel in lief en leed,
of toegegeven aan de kanselpreek, aan Het Woord over wat
goed of fout, nooit te lui geweest om op te staan, om tegen
alle bullebakken in te gaan en met geheven vuisten de
hokjesgeest bevechten, tegen de rellen in je hoofd van het

niet-weten, om de onmacht met het stierenrood in je ogen te
temperen, of met rotsentrots altijd je eigen zin te verkondigen,
toe te kijken hoe iemand tot moes en het laatste restje
waardigheid te zien wegsijpelen, je bent tegen schedelmeten,
tegen knechtschap, tegen alle hoekigheid van de mens.

Nooit het verzet kwijtgeraakt, de kiem van de ontworsteling,
je afkomst draagt een rouwkleed, je afkomst had gelukkig
een vluchtstrook, niet dat je over alles mee kunt praten,
dat je altijd ziet hoe het gras aan de andere kant soms
dor en minder groen – het gaat erom dat je je kunt

verplaatsen, dat je de verdrietzee achter andermans ogen
ziet liggen, de woekerwoede van heb-ik-jou-daar,
je wilt zeggen dat je misschien niet alles begrijpt, dat je vast
nooit helemaal de geraakte snaar vindt, maar dat je het
wel voelt, ja, je voelt het, ook al is het verschil duimbreed.

Nooit het verzet kwijtgeraakt, en toch inzien wanneer
het niet jouw plek is, wanneer je moet knielen voor een gedicht
omdat een ander het beter bewoonbaar maakt, niet uit onwil,
niet uit verslagenheid, maar omdat je weet dat er zoveel
ongelijkheid, dat er nog steeds mensen achtergesteld,

jij wilt juist verbroedering, je wilt één vuist, en wellicht is je hand
nu nog niet krachtig genoeg, of moet je eerst die van de ander
vastpakken om te verzoenen, moet je daadwerkelijk de hoop voelen
dat je iets doet wat de wereld zal verbeteren, al moet je dit niet
vergeten: kom na het knielen weer overeind en recht samen de rug.