dinsdag 11 september 2012

Annelies Rutten



Toen ik vandaag mijn dagelijkse portie "actualiteit" achter de kiezen had, was er een beeld dat niet meer uit mijn brein verdween.
Een beeld uit "dancing on ice".
Dat is vrij merkwaardig vermits ik dat programma nooit gezien heb.
Een beeld uit de verbeelding dus.
Het was een beeld van een schaatsende Bart De Wever.
Alhoewel, schaatsen is veel gezegd.
Bart De Wever die voetje voor voetje over het ijs schuifelt en bij elke stap met zijn rechterarm molenwiekend zijn evenwicht probeert te zoeken.
Aan zijn linkerarm wordt hij telkens ondersteund door een stevig op haar benen staande Ann De Craemer.

Bart De Wever begeeft zich op glad ijs.
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120910_00291045

"Lang voordat verlichte geesten het identiteitsbesef van de mens begonnen te vergelijken met lasagne, schreef Johann Gottlieb Fichte al dat het tot het wezenskenmerk van een Duitser behoort dat hij altijd meer is dan alleen maar een Duitser. Identiteit was dus altijd al ‘gelaagd', zoals dat vandaag klinkt, en dus veranderlijk. De vraag of de Europese Unie een aandikkende laag is in onze lasagne, wordt opgevolgd door de Eurobarometer, een verzameling statistieken over de attitudes van de Europeanen tegenover de EU. Want er mogen dan wel fractieleiders in het Europees Parlement zijn die menen dat praten over identiteit het begin is van een weg die eindigt in de gaskamer, verstandige mensen beseffen dat de EU als project van gedeeld burgerschap maar kan lukken als het wordt geschraagd door de succesvolle verbeelding van een Europese identiteit."

Een verbeelding van een identiteit!
"De macht aan de verbeelding" is een slogan die geassocieerd wordt met mei '68.
Dat is niet direct de beweging waar ik Bart De Wever mee associeer.
"De macht aan de verbeelding".
Ik stel me dan altijd de vraag wat daarmee bedoeld wordt.
Ik heb het vermoeden, maar het is ook niet meer dan een vermoeden, dat het meestal moet geïnterpreteerd worden als "de macht aan het verbeelde", de macht aan datgene wat nog niet is maar wat de persoon in kwestie in gedachten heeft.

http://anndecraemer.be/2012/09/11/over-een-ludiek-vlammetje-dat-een-literaire-brand-werd/
"Maar misschien moet het werk van recensenten ook eens gerecenseerd worden."

 

http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20120315_228

Annelies Rutten

De momenten dat ze niet weten dat ze je ontroeren, dat zijn de allermooiste. Want soms weet hij natuurlijk deksels goed dat hij mij rond zijn vinger draait. Zoals vorige week in de badkamer. Twee armen rond mijn nek, en dan: 'Mama, jij bent zo lief dat het mij bijna pijn doet.' Echt gebeurd, op een avond bij het pyjamaritueel (zijn slobberende pyjama bijna symbool voor de fase waarin hij op dit moment zweeft: zijn nog niet eens achtjarige lijf nu al te groot om nog in maat 'acht jaar' te passen, maar de 'tien jaar' die ik dan maar genomen heb, toch nog te wijd om al met 'de groten' mee te kunnen spelen). En dan slik ik natuurlijk. En vergeet dat ik me eigenlijk boos aan 't maken was over zijn eeuwige getreuzel (hoe lang kán het eigenlijk duren om een pyjama aan te trekken?).

Maar de echte ontroering volgt even later, in bed. Naast elkaar onder het dekbed, lezen we een boek. Over een opa, een kleindochter, en een varken. (*) Zomaar lukraak uit het rek geplukt in de bibliotheek. Maar, zo gaat dat soms met toevalstreffers, het is een prachtig boek. Want de opa in kwestie is een beetje gek. Hij bakt vijfhonderd pannenkoeken, gewoon, omdat hij niet kan stoppen. En hij springt over de sloot. Of hij neemt een modderbad, samen met zijn kleindochter. En met het varken. En soms is hij gewoon ook wel eens boos.

En dan zegt hij het, mijn zoon. 'Mama, op de plaatjes in mijn hoofd, zie ik altijd het huis van oma.' Hij beseft niet welke snaar hij met die woorden raakt. Hij maakt plaatjes in zijn hoofd! Wat hij hoort, vertaalt hij in zelfbedachte beelden. 'Ik kan niet anders', zegt hij nog. 'Als we lezen, dan zie ik het allemaal voor mij.' En het huis van die opa, vertelt hij, dat wordt in zijn hoofd dus het huis van zijn oma. Maar dan wel roze in plaats van grijs. En met in de tuin een sloot die kronkelt, in plaats van de kaarsrechte beek die er in werkelijkheid ligt. Maar wel met de keuken, de bedden, de bank, die hij stuk voor stuk zo goed kent.

Misschien ben ik wel rap ontroerd, misschien is dat nu eenmaal hoe het gaat als het je eigen kroost betreft. Maar als hij zoiets zegt, dan word ik een zacht ei. En denk, naast 'slik', ook: de verbeelding aan de macht, zou er een manier bestaan om dat nooit los te laten?
(* Mijn opa en ik en het varken Oma, Marjolijn Hof)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten