zaterdag 24 september 2016

Jurriën Hamer

De PVV begrijpt niks van democratie: een echte democraat is ook bereid zich tegen de meerderheid te verzetten


In de Volkskrant van afgelopen zaterdag kopte Martin Sommer dat democratie draait om het recht zelf te beslissen, en niet om nemen van de juiste beslissingen. Hij brak een lans voor het in opdracht van de PVV geschreven rapport van Thierry Baudet en Paul Cliteur, waarin gepleit wordt voor het invoeren van bindende en door burgers geïnitieerde referenda. Van de PVV zelf zou zelfs de Grondwet direct per referendum gewijzigd moeten kunnen worden.
Deze voorstellen lijden aan een fatale denkfout: de gedachte dat wanneer we het met elkaar oneens zijn, de meerderheid van stemmen altijd beslissend is.
Dat is niet zo: soms heeft de meerderheid het recht niet om de minderheid te dwingen. Soms moet een meerderheid tegen principiële grenzen aanlopen, die niet zomaar overgestoken kunnen worden. En daar kan het voortbestaan van de democratie zelf vanaf hangen.
Het gevaar van democratie
Dat klinkt antidemocratisch. Zijn burgers niet de baas, en hebben zij geen recht om absoluut en direct voor zichzelf politieke keuzes te maken? Als de meerderheid iets wil, moet het gebeuren. Dat is democratie. Toch?
Niet per se. Want de meerderheid kan grandioze fouten maken. In het verleden hebben democratische meerderheden dictators aangesteld en slavenhandel toegestaan. En vandaag de dag zijn vele democratische meerderheden nog steeds niet bereid het nodige te doen om een duurzaam klimaat te garanderen. De meerderheid is soms niet te vertrouwen. Wie daaraan twijfelt heeft te weinig toespraken van Donald Trump beluistert.
Het helpt ook niet om te suggereren dat men in een democratie het recht heeft om fouten te maken. Dat mensen door schade en schande wijs worden en moeten leren zichzelf te besturen. Want soms zijn fouten onomkeerbaar. Een marteling kan je niet terugnemen. Een deportatie kan je niet terugnemen. En als de Nederlandse regering ooit met harde hand moskeeën sluit, is het besmeurde blazoen niet zomaar schoongeveegd.
De vraag is alleen: wie bepaalt waar de grenzen liggen?
Het recht de democratie te beschermen
Voor Wilders en co. is het antwoord simpel: niemand mag dat bepalen. Het zou in hun ogen het toppunt van arrogantie zijn als iemand besluit de wil van de meerderheid in te perken. Want waarom zou een expert, een rechter of wie dan ook het beter weten dan de meesten? Waarom zou een verwaande elitaire geleerde met de vinger mogen wijzen naar een meute die alle twijfel verloren heeft? Wilders zou het waarschijnlijk niet kunnen bedenken – en daarom is radicale democratie zijn enige antwoord.
Maar hier maakt Wilders, en alle andere populisten met hem, zijn cruciale denkfout. Want hoewel niemand meer democratische rechten heeft dan de rest, heeft iedereen de verantwoordelijkheid om grenzen te stellen aan de wensen van de meerderheid – en om te vechten als die wensen veranderen in tirannie.
Om dat in te zien hoef je jezelf alleen een simpele vraag te stellen: waarom zou de meerderheid überhaupt iets mogen beslissen? Waarom moeten we luisteren als 51 van de 100 mensen iets willen? Het antwoord – en dat zal zelfs Wilders onderschrijven – is dat alle 100 het recht hebben om over zichzelf te beschikken. En dat als ze allemaal gelijke rechten hebben, de wil van 51 belangrijker is dan de wil van 49. Een pleidooi voor de wil van de meerderheid impliceert dus een erkenning van gelijke rechten.
Nu kunnen we de denkfout zien. Want als je gelooft dat mensen gelijke rechten hebben, kan je niet zomaar accepteren dat deze rechten afgeschaft worden, ookal wil de meerderheid hiertoe besluiten. Dat is de paradox van democratie: precies het principe dat ons de wil van de meerderheid doet accepteren, moedigt ons ook aan om ons tegen de meerderheid te verzetten. We kunnen dus niet coherent nadenken over democratie zonder ons voor te stellen wat de grenzen zijn van die democratie.
Sterker nog, het feit dat Wilders deze grenzen niet erkent, geeft aan dat hij geen echte democraat is. Een echte democraat verbindt de wil van een volk namelijk aan een Grondwet die deze wil inperkt. Een echte democraat durft te staan voor democratie, zelfs als de meerderheid de democratie zelf bedreigt.
Democratische zelfbescherming
Dit betekent niet dat de elite de meerderheid moet beteugelen. Als een college van rechters zomaar grenzen kan stellen aan de wil van de meerderheid, is er geen sprake meer van democratie, maar van aristocratie. Het volk moet daarom zichzelf beteugelen.
Dat is in het verleden ook regelmatig gebeurt. Met bijzondere – grotere – meerderheden is de Grondwet aangepast, opdat in de toekomst de macht van simpele meerderheden zou zijn begrenst. En er zijn wetten en verdragen aangenomen die zo moeilijk te veranderen zijn, dat ze een vergelijkbare bescherming opleveren.
Wie uitzoomt ziet in de politiek een haag van instituties staan die de meerderheidsbeslissing sturen en begrenzen – van de Eerste Kamer tot het Europese Hof van de Rechten van de Mens. Zij waken over de normen die generaties voor ons het belangrijkste vonden. Zoals het recht niet gediscrimineerd te worden. Het recht op een eerlijk proces. En natuurlijk onze politieke rechten.
Het mag niet verwonderen dat dit precies de ‘elitaire’ instituties zijn die een partij als de PVV graag zou willen slopen. Want zolang deze wachters bestaan, betekent een meerderheid van 76 zetels nog niet dat een minaret in de fik kan worden gestoken, en een gehele cultuur het land uit kan worden gejaagd.
En dat is maar goed ook. Echte democratie is veel meer dan een opzwepend referendum dat met een simpel en veranderlijk meerderheidje onze constitutionele waarden wegwuift.
Echte democratie is inzien waarom het volk de macht heeft, en waarom het volk zich altijd tegen zijn eigen tekortkomingen dient te beschermen.

https://bijnaderinzien.org/2016/09/22/de-pvv-begrijpt-niks-van-democratie-een-echte-democraat-is-ook-bereid-zich-tegen-de-meerderheid-te-verzetten/

De vraag is alleen: wie bepaalt waar de grenzen liggen?
Voor Wilders en co. is het antwoord simpel: niemand mag dat bepalen.

Ik kan het wel een beetje begrijpen hoor. Het academiejaar is nog maar net begonnen, de academicus is nog een beetje in vakantiestemming. We beleven een mooie nazomer, we lopen nog in bermuda en op sandalen rond in plaats van in dat strakke pak. Het mag allemaal nog ietsje losser.
En voor je er erg in hebt nestelt er zich een denkfout in je brein.
Meer specifiek de stropopredenering.
Ik denk niet dat de vraag "Wie bepaalt waar de grenzen liggen?" ooit aan Wilders gesteld is.
Elk antwoord op die vraag is dus louter speculatie.
Op zich is het natuurlijk wel mogelijk dat Wilders effectief dat antwoord zou geven.
Maar als ik Wilders zou zijn, zou ik het niet doen.
Ik zou antwoorden: "de meerderheid bepaalt waar de grenzen liggen."
Einde van de gedachte ontwikkeling.
Wat in dit geval eerder een geluk dan een ongeluk genoemd kan worden.
Een ontkenning van de feiten is immers altijd nog erger dan een denkfout.
Feit: de meerderheid is op dit ogenblik voorstander van de parlementaire democratie en tegenstander van het referendum.
Wilders verzet zich tegen deze meerderheid.
Wilders als de Robin Hood van de democratie, de horror.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten