‘Niemand kan waarheid claimen.' ‘Ieder heeft zijn discours.' ‘De camera liegt altijd een beetje.' ‘Grote Verhalen zijn voorbij.' Verdedigers van de liberale democratie koppelden precies deze ontkenning van de waarheid aan democratie. De filosoof Richard Rorty, bijvoorbeeld: eeuwenlang hebben filosofen zich beziggehouden met de ‘Waarheid', van Plato tot Nietzsche en Heidegger. Laten we niet langer naar waarheid zoeken, maar ons met democratie en solidariteit bezighouden. Liberale democratie garandeert vrije meningsuiting. Je hebt dus de vrijheid om te zeggen wat je gelooft, en dat is het belangrijkste.
De Britse ethicus Bernard Williams zag de gevaren van die houding heel scherp. Zelfs al is aanspraak maken op de ‘Waarheid' onmogelijk, toch blijft waarachtigheid fundamenteel. Want wie de waarheid overboord gooit om te scoren met het eigen gelijk, maakt geen onderscheid meer tussen een eerlijk debat en retorische kneepjes, tussen waarheid en fictie. Williams geeft graag toe dat je de werkelijkheid niet helemaal kan weergeven zoals ze is. Maar er zijn wel meer of minder waarachtige documentaires, meer of minder waarachtige interviews, meer of minder waarachtige standpunten.
Leven in een democratie hangt zelfs af van die waarachtigheid. Het ontmenselijkende van de dictatuur bestaat er juist in dat mensen overtuigd raken van manifest foute informatie. In 1984 laat George Orwell het hoofdpersonage Winston zeggen dat politieke vrijheid erin bestaat dat twee plus twee vier is. ‘Als deze uitspraak mag, is alles mogelijk.' Volgens Rorty onthult de passage hoe belangrijk het is dat je kan zeggen wat je gelooft, terwijl de waarheid van de boodschap er niet toe doet. Maar Williams meent dat het wel uitmaakt dat de informatie ook klopt, dat twee plus twee nooit vijf is.
Williams stelt in Truth and Truthfulness dan twee deugden van waarachtigheid voor: sincerity , oprechtheid, en accuracy , nauwkeurigheid. Wie zich in het publieke debat over politiek uitspreekt, zoals politici, journalisten, filosofen, economen, opiniemakers, kan die deugden dan als leidraad nemen. Waarheid heeft te maken met vertrouwen, met betrouwbaarheid. Oprecht spreken betekent communiceren op een eerlijke manier. Nauwkeurigheid slaat op een passie, op het verlangen het juiste te zeggen, volgens de juiste onderzoeksmethode. Nauwkeurigheid als deugd betreft een houding, een gewoonte zelfs, ook om zelfbedrog en wishful thinking te onderzoeken. Liever feiten dan meningen, zelfs al zijn ze onaangenaam.
Tijd en middelen zijn altijd beperkt. Dan blijft de vraag: ben ik oprecht genoeg? Heb ik voldoende onderzocht? Druk ik me correct genoeg uit? Een stuk dat begint met ‘ik heb de indruk dat', of gebouwd is op ‘zou'-constructies mist feitelijke grond.
Oprechtheid en nauwkeurigheid zijn een innerlijke richtlijn. Williams wil een intrinsiek streven naar waarheid herwinnen: wie alleen instrumenteel omgaat met meningen – dus om een effect te bereiken – ondermijnt de waarachtigheid die nodig is om een fair debat te creëren. Maar volgens Williams appreciëren we wie wel intrinsiek waarachtig spreekt het meest. Tenslotte, wie waardeert het spektakel van meningen zoals we dat in de media te zien krijgen echt?


"Maar er zijn wel meer of minder waarachtige documentaires, meer of minder waarachtige interviews, meer of minder waarachtige standpunten."
Dat is een stelling waar naar mijn mening geen argumenten worden voor aangedragen.
Wat is dat toch tegenwoordig?

"Williams geeft graag toe dat je de werkelijkheid niet helemaal kan weergeven zoals ze is."
Nog onafgezien van het "feit" (die postmoderne intellectuelen toch ook!) dat mij dit eerder een getuige à charge lijkt dan een getuige à décharge blijven we met het problematische "gegeven" zitten dat het hier een "argumentum ad verecundiam" betreft.
U mag me uiteraard altijd tegenspreken.
Behalve dan op deze manier:
"De Britse ethicus Bernard Williams zag de gevaren van die houding heel scherp."
Dat lijkt me namelijk een schoolvoorbeeld van een "ad consequentiam", "Een drogredenering met het oog op de consequenties. Men beargumenteert dat een stelling waar of juist onwaar is, omdat het tegendeel nadelige consequenties zou hebben."

Ik denk dat ik "1984" nog eens opnieuw ga lezen.
Kwestie van een "beargumenteerd" stuk te schrijven over het aangehaalde citaat "politieke vrijheid bestaat erin dat twee plus twee vier is."
“Freedom is the freedom to say 2+2=4.” 
Al moet ik eerlijk toegeven dat ik op zoek zal gaan naar datgene wat ik zoek.
(“The best books... are those that tell you what you know already.”)
“Freedom is the right to tell people what they do not want to hear.” is meer mijn motto.
Al weet ik niet meer wie dat ooit zei.
Datgene wat u niet wil horen.
Zoiets als “Reality exists in the human mind, and nowhere else"  bijvoorbeeld.
Of "Het ontmenselijkende van de dictatuur bestaat er juist in dat mensen overtuigd raken van manifest juiste informatie."

Enfin, eerst dat boekje lezen.
In afwachting alvast het volgende:

"Williams geeft graag toe dat je de werkelijkheid niet helemaal kan weergeven zoals ze is. Maar er zijn wel meer of minder waarachtige documentaires, meer of minder waarachtige interviews, meer of minder waarachtige standpunten."

Dat doet me denken aan:
"All animals are equal. But some animals are more equal than others."
Je kan niet op "zwart" en "wit" tegelijk inzetten. Slechts één van beide is juist. Dat is het wezen van logica.
Faites vos jeux, rien ne va plus.
To be continued...