zaterdag 21 april 2012

Louis Tobback




http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=8N3P0DTK
Demagogie met Louis

Kwaliteitsvolle architectuur is gewoon complex

Als Louis Tobback zegt dat architecten hem niet kunnen uitleggen wat kwaliteitsvolle architectuur is, schrijft KOEN VAN SYNGHEL, is dat dan misschien omdat hij het intellectueel correct debat uit de weg gaat?
Donderdag beweerde Louis Tobback in Peeters & Pichal op Radio 1 dat architecten en ‘de Van Synghels' die over architectuur schrijven niet in staat zijn om aan de overheid en het publiek uit te leggen wat architectuurkwaliteit is: ‘Ik heb die al tientallen keren gevraagd om mij uit te leggen wat zij bedoelen met kwaliteit, maar ik heb de indruk dat ze niet in staat zijn om het uit te leggen, en dat het meer een kwestie is van architecten die tot hun kring behoren of niet.'

Mijnheer Tobback, wil u een intellectueel correct debat en een eerlijk antwoord op uw legitieme vraag wat architectuur en kwaliteit is? Of speelt u liever een demagogisch spel omdat het nu eenmaal een verdomd moeilijke zaak is om uit te leggen wat kwaliteitsvolle architectuur is? Willen we het over architectuur hebben? Of slaan we populistisch onder de gordel door uit te halen met favoritisme en vriendjespolitiek? Of maken we gewoon grapjes?

U schertste bij Peeters & Pichal dat ik de brandweerkazerne van Haacht (zie DS 28 januari 2008) de hemel in prijs ‘als iets als de Taj Mahal'. Waarom verzint u dat? Waarom zwijgt u over de burgerzin waarover ik het wel had, over de verdienstelijke manier waarop de architecten de brandweerkazerne vorm gaven zodat er op die wezenloze plek langs de steenweg een publieke ruimte werd gemaakt?

Voor kwaliteitsvolle architectuur bestaan er geen recepten. Evenmin kan ik hier als een ‘SOS Piet van de architectuur' in drie minuten de kwaliteit van de architectuur even rechttrekken.

Spiegel

Kwaliteit van architectuur is niet te meten in absolute cijfers. Architectuur is de spiegel van een cultuur. De expressie van hoe een maatschappij vorm wil geven aan de ruimte en hoe die ruimte mee vorm wil geven aan de maatschappij. Wat architectuur zo boeiend en daarom zo moeilijk maakt, is dat ze zowel het product is van de cultuur waarin ze tot stand komt, als de gangmaker van hoe een cultuur zich ontwikkelt.

Ja, Jan met de pet zapt nu al weg bij deze uitleg. Maar daarom bent u als intelligente politicus verkozen, om in de plaats van Jan met de pet, wel de moeite te nemen om het complexe spel dat architectuur is te leren spelen.

Uiteindelijk zijn het architecten, en niet de cultuur, die gebouwen ontwerpen. Goede architecten kunnen slechte gebouwen ontwerpen en, gek genoeg, slechte architecten kunnen soms ook wel (en stoemelings) een goed gebouw ontwerpen.

Uw vraag ‘wat is kwaliteit en architectuur?' is een legitieme vraag. Maar ze leidt tot een discussie als over het geslacht der engelen, omdat architectuur de synthese is van honderden beslissingen. De inzet van architectuur is telkens weer om op die ene plek, op dat ene moment, met de voorhanden zijnde middelen, met visie voor morgen en begrip voor de geschiedenis, met persoonlijkheid en burgerzin, met innovatiedrang en kennis van traditie, met lef én bescheidenheid een antwoord te geven op een concrete vraag van vandaag.

Integraal ontwerpen

Ten tijde van de Romeinen had Vitruvius genoeg aan drie woorden om de raison d'être van architectuur te omschrijven: nuttigheid, schoonheid en degelijkheid. Vandaag is er meer nodig: niet meer denken in producten maar in processen. Integraal ontwerpen heet dat. Dit betekent dat architectuur haar kwaliteit zal zien toenemen door meer te denken in functie van de tijd, in de vorm van een proces. Zo zijn de architecten Ney-Poulissen er terecht van overtuigd dat architectuur pas haar waarde verdient als ze gedragen wordt door iedereen, als ze een gedeeld verhaal wordt.

Ik beveel zowel bij de lezer als bij u, mijnheer Tobback, ‘Naar een integrale ontwerppraktijk' aan, een tekst die ik voor Ney-Poulissen & Atelier Veldwerk schreef. Zomaar te vinden als publiek bezit op het net.

Geef toe, een beetje flauw van Louis.
Wat wordt er bedoeld met kwaliteit?
Let wel, niet het feit dat hij de vraag stelt vind ik flauw.
Ik doe niets anders dan deze vraag stellen.
En voor alle duidelijkheid, ik vind mezelf geen flauwerik.
Louis daarentegen vind ik wel een flauwerik.
Louis heeft namelijk het antwoord op die vraag.


http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=JD3N3I2I
LEUVEN - Het stadsbestuur van Leuven gaat de matige kwaliteit van de huisvuilniszakken aankaarten bij de producent.
Dat heeft burgemeester Louis Tobback (SP.A) tijdens de gemeenteraad geantwoord op een vraag van Liliane Ilands (Vlaams Belang). Die kaartte de slechte kwaliteit van de zakken aan. Die scheuren immers gemakkelijk. In het verleden wimpelde Tobback de bezwaren van vooral Chris Kindekens (Open VLD) vaak af door te stellen dat de vuilniszakken ‘met meer liefde' behandeld moesten worden. Nu moest hij zelf toegeven dat hij het sluitingslint in zijn handen tijdens het vullen van een vuilniszak. ‘In het verleden was er geen probleem met de kwaliteit, maar nu duidelijk wel. Daarom willen we het probleem aankaarten bij de Herentse producent van de zakken. Als blijkt dat het een grootschalig probleem is, kunnen we zelfs een ingebrekestelling vorderen via de stadsadvocaat. Mogelijk moeten we bij een volgende openbare aanbesteding hogere eisen stellen voor de kwaliteit van de zakken', zegt Tobback. Schepen Myriam Fannes (SP.A) wijst erop dat vorig jaar amper enkele honderden gescheurde vuilniszakken door Leuvense burgers ingeruild werden. Volgens haar gaat het om minder dan 1 procent van alle verkochte vuilniszakken.
Bottom line:
"Er is een probleem met de kwaliteit als Louis Tobback een probleem heeft met de kwaliteit."
Beetje een rare zin:
"Nu moest hij zelf toegeven dat hij het sluitingslint in zijn handen tijdens het vullen van een vuilniszak."
Een zin zonder werkwoord.
Misschien wel metaforisch voor onze maatschappij.
Kwaliteit in wiens handen het.
Louis Tobback staat niet alleen in die situatie.
Ook Koen Van Synghel bevindt zich in die positie.
Naar mijn bescheiden mening kan je Louis Tobback alleen fatsoenlijk van antwoord dienen als je daar ook de verantwoordelijkheid voor wil nemen.
Het antwoord aan Louis Tobback luidt dan als volgt:
"Is een vuilniszak hetzelfde als architectuur meneer Tobback?"

Ik denk dat het doorgaans (maar uiteraard ben je niet gehouden aan een "doorgaans", zelf ben ik hoegenaamd niet "doorgaans") gebruikelijk is dat het bestuur kiest voor een "man met een plan", een "man met een visie", en niet zelf die man wil spelen.
Behalve als het vuilniszakken betreft misschien.
Ik bepaal wat rechtvaardigheid is Louis.
Ik bepaal wat kwaliteit is Louis.
Ik bepaal wat redelijkheid is Louis.
Doorgaans is men het niet eens met mij.
Bent u een "doorgaans" politicus?
Natuurlijk kan het spoor doodlopen. Visies zijn altijd verschillend, anders waren het geen visies.
Als het spoor doodloopt heeft dat niets met de kwaliteit van het spoor te maken, maar met de overlap.
Is er (nog) voldoende overlap?
Dat is ook het probleem van de vuilniszak.
Niet voldoende overlap waar het sluitingslint in vast hoort te zitten.
Opmerkelijk aan de vuilniszak: de vuilniszak wordt gewoon omgeplooid en vastgemaakt om een overlap te maken. De overlap bestaat uit één enkele component.
"Is een vuilniszak hetzelfde als architectuur meneer Tobback?"

 http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=2F1I9U9H
Tobback, die benadrukte dat hij in persoonlijke naam sprak, lanceerde ook een wanhoopskreet. 'Ik ben op zoek naar een handleiding, een canon. Men schermt vaak met het kwaliteitsvolle karakter van architectuur. Ook de bouwmeester Marcel Smets gebruikt die argumenten. Maar de definitie lijkt van geval tot geval te verschillen. De eenheid van visie ontbreekt. Zo heb ik blijkbaar opdracht gegeven tot een meesterwerk. Althans, dat is wat De Standaard schrijft van het voorpostgebouw van de brandweer in Wespelaar. Alleen: ik zie die kwaliteiten niet.'

Tobback vreest dat hedendaagse architectuur kan uitgroeien tot een maatschappelijk en politiek probleem. 'Uiteindelijk moet de samenleving de keuze van goede architectuur maken. Niet enkele betweters.'

Tobback is een visionair.
Hedendaagse architectuur als symbool van een maatschappelijk en politiek probleem.
"De samenleving moet de keuze van goede architectuur maken".
Dat zegt Louis Tobback.
Dat zegt Koen Van Synghel.
Dat zeg ik.
Louis Tobback acht zich representatief voor de samenleving want hij is verkozen.
Koen Van Synghel acht zich representatief voor de samenleving want hij is voltijds met architectuur bezig.
Als puntje bij paaltje komt zet Louis Tobback toch liever een stapje terug, hij wil een handleiding, een canon waar hij naar kan verwijzen.
Als puntje bij paaltje komt zet Koen Van Synghel toch liever een stapje terug, hij wil ook wel een handleiding waar hij naar kan verwijzen.

En ik?
En ik, ik ben Jan met de pet.
Ik reken af met iedereen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten