Echt waar.
In die hoedanigheid was ik gehuisvest in het riante stulpje van Koen Meulenaere. Riant inderdaad, dat schuift namelijk aardig wat, zo één keer per week een A4'tje neerpennen. Want je kan van alles zeggen over Rik De Nolf, maar niet dat het een gierige pin is. Als strontvlieg had ik dus niets te kort ten huize Meulenaere, er wordt daar behoorlijk wat bagger geproduceerd.
Helaas is het daar slecht afgelopen met mij.
Dat komt omdat Koen Meulenaere een valsch gemeen heerschap is, dat heb ik uit de eerste hand.
"Papa, kom je mijn poep afvegen?", riep het alleraardigste dochtertje van Koen Meulenaere.
Koen Meulenaere had het niet gehoord, hij ging helemaal op in zijn kwaad bloed.
"PAPAAA"....
"PA-PAAA !!!".
Op dat ogenblik tikte Koen Meulenaere juist het laatste uitroepteken en duwde hij op de verzendknop.
Dat zou weer lachen zijn. En ook kassa kassa natuurlijk.
"Dag mijn allerliefste schatje", zei Koen Meulenaere toen hij de WC-deur opende, "heb jij kaka gedaan?"
"Ja", zei zijn veel te mooie dochtertje om zijn dochtertje te kunnen zijn.
Ze bleef op de bril zitten, maar ze dook met haar hoofd tegen zijn knieën en greep met haar handjes achter zijn kuiten zodat haar billetjes een beetje in de lucht staken. Koen Meulenaere nam een stuk papier en veegde haar poepje schoon. Hij dropte het wc-papier in de pot en roffelde met zijn hand op de billetjes.
Tap-tap-tap
Het was zijn vast ritueel.
"Zo-dat-is-ook-weer-klaar", werd ritmisch begeleid met een "tap-tap-tap-tap-tap-tap".
Een snik...
Koen Meulenaere schrok.
En toen nog één...
En toen was het hek van de dam.
"Maar snik papa, snik, ik heb dat snik eigenlijk sniksniksniksnik niet zo graag sniksnik, dat jij zo snik op mijn billen..."
Koen Meulenaere zijn hart brak. In zijn linkeroog welde een traan op.
En toen sloeg hij met zijn vlakke hand op de muur.
Zo gemeen!
Ik had het helemaal niet zien aankomen.
Zo'n gemene huichelaar.
Er is wat heisa ontstaan over satire.
"Satire betekent niet dat er geen ethische of juridische grenzen meer bestaan."
Walter Van Steenbrugge.
"Zoals u weet ben ik arts. Vanuit die ervaring zou ik Meulenaere een pathologisch ongevoelig man durven noemen."
Patrik Vankrunkelsven.
Is het satire of is het laster?
Ik heb het stuk niet gelezen, dus dat lijkt me een uitstekend uitgangspunt om hier verder op te borduren.
Is het bedoeld als satire of is het bedoeld als laster?
Dat is uiteraard een vraag waar alleen de satiricus hemzelve kan op antwoorden.
Ik heb ooit geschreven dat ik het mooi vond dat Hugo Camps zijn excuses aanbood aan vader Marchal.
Tegelijkertijd was ik toen ook zeer gecharmeerd door deze column van Koen Meulenaere.
HUGO CAMPS
woensdag 18 mei 2011 om 11u21
Het heeft weinig gescheeld of Hugo Camps had zich ook nog geëxcuseerd voor zijn pedante hoofdartikels van destijds in Het Belang van Limburg.De enige excuses die op hun plaats waren geweest overigens. In Reyers Te Laat schuwde Hugo het boetekleed niet. Het verstand en vooral de list komen met de jaren: je veelvuldig en uit eigen beweging verontschuldigen kost niets, het komt sympathiek over, en het slaat je tegenstander de wapens uit handen.
Waar Reyers Te Laat zich doorgaans beperkt tot volstrekt overbodige ethervulling omdat er weer niets is gebeurd die dag, kwam nu alle onheil plots ineens: Wouter Weylandt was verongelukt in de Ronde van Italië, Michelle Martin zou worden vrijgelaten, en Hugo Camps had zijn columns gebundeld. Alleen het ontploffen van Doel 3 had die opeenstapeling van rampspoed kunnen evenaren.
In die omstandigheden is niemand méér aangewezen als studiogast dan Hugo, die in de wieg is gelegd voor doodbidder. Wij grijpen altijd terug naar het schokkende getuigenis van Jan Van Rompaey, studiegenoot van Camps in Leuven: ‘Als het zo rond een uur of elf echt gezellig begon te worden in de kroeg, stapte Hugo boos op, riep aan de deur dat hij zelfmoord ging plegen, en strompelde naar buiten de koude nacht in.’
Camps heeft vele journalistieke waters doorzwommen en is nog altijd hyperactief met sombere maar keurig geschreven interviews in Elsevier, en met columns in De Morgen waar kop noch staart aan te krijgen is, geheel in lijn met de krant waarin ze gepubliceerd worden. In Reyers Te Laat zat hij plots oog in oog met drie mensen die hij in een niet te ver verleden dodelijk had beledigd: Michel Wuyts, en Paul en Betty Marchal.
Wuyts had hij al versleten voor een Baas Ganzendonk die meer lucht bevatte dan de tubes van de coureurs over wie hij kwekte. En van Paul Marchal had hij op televisie gezegd dat hij danste op het graf van zijn dochter. Daarom had Marchal eerst geweigerd naar de uitzending te komen: hij wenste nooit in zijn leven nog geconfronteerd te worden met iemand als Camps. En dus stond hij een uur later op de VRT, want voor sommige mensen is het toch prettiger om op televisie te komen dan om niet op televisie te komen.
In Reyers Te Laat worden de meest foute mensen met egards overladen, en ook Hugo werd verwelkomd als was hij de vaandrig van de wereldliteratuur. Zijn columns wekken wel de indruk dat de auteur bij het schrijven ervan onder invloed van lsd verkeerde, maar afgaand op de beate loftuitingen van Lieven Van Gils zat ’s werelds briljantste pen aan zijn tafel.
Hugo moet zich daardoor vereerd hebben gevoeld, want in een bui van melancholie bood hij eerst zijn excuses aan Michel Wuyts aan, God mag weten waarom, en daarna aan Paul Marchal. Die heeft de vrijlating van Michelle Martin dankbaar aangegrepen om zijn mediatournee herop te starten, maar in plaats van dat opnieuw te doorprikken, zonk Camps weg in een moeras van schuldbewuste onderdanigheid. Hij had nu ingezien dat ieder het recht had om zijn verdriet op zijn eigen manier te verwerken. Stel u zoiets voor. Paul Marchal accepteerde de verontschuldigingen, met hernieuwd respect! Dat zei hij: met hernieuwd respect. Iemand die zegt dat je danst op het graf van je dochter, betoon je geen respect. Tegen zo iemand spreek je nooit meer een woord, en je gunt hem geen enkele blik meer.
Wat een wansmakelijke vertoning. En wat een afgang alweer voor ons toch al niet hoog in aanzien staande vak. Een columnist biedt zijn slachtoffer geen excuses aan, integendeel, hij gooit er de volgende keer nog een schep bovenop. En zijn slachtoffer zal nooit of nimmer de excuses van een columnist accepteren, ze zijn toch niet gemeend. Zullen we dat afspreken?
Koen Meulenaere
Alleen als dochtertje kan je excuses krijgen.
Ze is "ontwapenend".
Is dat geen mooi woord?
Ze benadert ontwapenend.
Ze nadert zonder wapens, ze nadert zonder "zijn".
Het dochtertje weet dat de vader geen kwaad in de zin heeft, ze weet dat het een knuffel is.
En toch is daar dat ellendige verschil.
Ze kan het nauwelijks over haar hart krijgen om het haar papa te vertellen.
"Ik heb het niet graag."
P.S.
Phil Bosmans is dood, lang leve Phil Bosmans!
http://gencoomalawi.files.wordpress.com/2011/03/dia1.jpg
BeantwoordenVerwijderen