Hij kon zichzelf niet meer behelpen.
Het ging niet meer.
De verhuis naar een rusthuis was onvermijdelijk geworden.
"Gaat het Marcel?", vroeg de maatschappelijk werkster bezorgd.
"Ella" was haar naam.
De afgelopen jaren had ze hem regelmatig een bezoek gebracht.
Hij zou niet weten hoe hij het anders zo lang had kunnen uitzingen in zijn huisje.
Ze had een hele resem praktische problemen voor hem opgelost, er kwam iemand poetsen en hij kreeg elke dag een warme maaltijd.
Ze was een guitig ding, haar ogen leken altijd te lachen. Ze had kort golvend haar waar ze af en toe met haar hand doorging en het ondertussen een beetje opschudde. Of ze het opzettelijk deed wist hij niet, maar haar mond was bijna altijd een beetje geopend. Hij was gefascineerd door haar nagenoeg perfecte gebit.
Hij had Ella een metamorfose zien ondergaan.
Toen ze de eerste keer bij hem aanbelde leek het wel of zij eerder bij hem om hulp kwam dan andersom.
"Hallo, ik ben Ella", had ze zich voorgesteld.
"Marcel, aangenaam", had hij gezegd.
Ze nam plaats op de haar aangeboden stoel en nadat hij koffie voor haar had gezet kwam ze ter zake.
"Wat kan ik voor je doen Marcel", vroeg ze.
Hij draaide aan zijn trouwring, een tic nerveux die hij had als hij niet onmiddellijk de juiste woorden kon vinden.
Hij draaide zijn trouwring in de andere richting.
Plots begon ze stilletjes te huilen.
"Sorry", snikte ze.
"Geeft niet", antwoordde hij.
"Ik met mijn stomme kop toch ook", zei ze, "in mijn verbeelding zag ik me al met mijn trouwring draaien".
Hij liet haar tot rust komen.
"Tja", zei hij, " ik kan me voorstellen dat het even schrikken is als je dan met de realiteit geconfronteerd wordt. Maar zo'n oude man die voor me zit zeg!"
Ze spreidde haar armen in ongeloof.
"Ma wa?", vroeg ze.
Een ogenblik dacht hij het verkorven had, maar toen begon ze toch te lachen.
Hij had haar zien opfleuren.
Een nieuwe liefde had haar pad gekruist.
En nu zat ze daar hoogzwanger voor hem.
Hij wist niet waar hij het verdiend had, maar hij had het allemaal vanop de eerste rij meebeleefd.
Ooit had ze afscheid van hem genomen met de woorden "jij bent de opa die ik nooit gehad heb".
"Gaat het Marcel", vroeg Ella.
Hij schuifelde naar zijn werkkamer. Dat was eigenlijk gewoon de eerste ruimte aan de straatkant van hun rijhuisje. Na het vervangen van de draagmuur door een stalen ligger was het niet echt een eerste kamer meer, eerder het voorste deel van het huis.
Hij keek nog wat rond om afscheid te nemen.
Ella keek naar de versleten valies waarin hij samen met haar zijn hele garderobe had opgeborgen. Hij had er tot haar verbazing geen enkel persoonlijk voorwerp in gestopt.
Geen foto, geen boek uit zijn zeer omvangrijke collectie, geen brief, geen herinnering.
"Weet je zeker dat je niets meer wil meenemen?", vroeg ze.
Hij schudde het hoofd.
"Ik zou alleen graag hebben dat jij iets meeneemt", antwoordde hij.
"Dat hoeft niet.", repliceerde ze zoals hij verwacht had.
"Niet omdat je goed werk hebt geleverd, maar omdat je de kleindochter bent die ik nooit gehad hebt.", zei hij.
Toen hij zich weer omdraaide zag hij de traan op haar wang.
Ze wapperde even met haar handen voor haar ogen.
"Phew", zei ze, "het opspelen van de hormonen tijdens de zwangerschap heb ik toch wat onderschat."
"Dat daar", wees hij naar de kader aan de muur boven zijn bureau.
Ze keek hem vertwijfeld aan.
"Ma wa?", vroeg ze terwijl ze haar armen spreidde.
Hij grinnikte.
Hier deed hij het voor, voor die "ma wa" in het lachende aangezicht.
De vinger van Marcel wees nog altijd naar de kader. Voor zover ze kon nagaan zat er alleen een wit papier in de kader. Ze had al zeer dikwijls naar de merkwaardige decoratie gekeken. En even dikwijls had ze hem om uitleg willen vragen, en even dikwijls had ze op haar tong gebeten.
Langzaam haalde hij de kader van de muur.
"Heb ik lang lang geleden van Helga cadeau gekregen."
Ze wist dat hij zijn hele leven met zijn jeugdliefde Helga getrouwd was geweest. Ze wist ook het was misgelopen bij de eerste zwangerschap en dat ze hun droom van kinderen daarna hadden moeten opbergen. Een jaar of tien geleden had hij van haar afscheid moeten nemen.
"Voor deze kader ophing had ik hier een kattebelletje met een citaat van Rilke op de muur gespeld. Ken je Rilke? Rainer Maria Rilke. Een dichter. Niet erg als je er nog nooit van gehoord hebt, behalve de naam wist ik er destijds ook nauwelijks iets van.
Ik leerde het citaat kennen in het Engels.
The brightness of a new page
Where yet everything can happen
Ik vond het zo'n mooi beeld.
Het komt uit "The book of hours"
In het Duits is dat "Das Stunden-buch"
Man fühlt den Glanz von einer neuen Seite,
auf der noch alles werden kann.
Overigens vond ik het gedicht, en nu ga ik wat zeggen dat waarschijnlijk heiligschennis is, alles behalve overweldigend. Maar dat citaat ben ik dus altijd blijven koesteren."
Hij legde de kader omgekeerd op de tafel en begon de achterkant open te maken.
"Toen we de eerste keer mijn verjaardag vierden in dit huis had Helga een verrassing voor me. Ik maakte het cadeautje voorzichtig open en dat was dus deze eigenste goedkope kader.
'Voor je citaat', gaf ze me een zoen.
Daarna toonde ze me haar versie die ze van het citaat had gemaakt.
Het waren een soort graffiti letters in allerlei kleuren en vormen die op het papier leken te dansen.".
Hij haalde het dikke tekenpapier uit de kader, draaide het om en gaf het aan Ella.
The brightness of a new page
Where yet everything can happen
danste het voor haar ogen.
Ze wapperde even met haar handen voor haar ogen.
"Zo mooi", fluisterde ze.
Hij knikte.
"Vond ik ook", zei hij
"Maar Helga nam dus de tekening uit mijn handen en stopte ze omgekeerd in de kader.
'De woorden zijn mooi', zei ze, 'maar dan is het natuurlijk wel geen helder nieuw blad meer. Het idee is nog veel mooier dan de woorden.'
Ik heb niemand meer in mijn leven zo zien lachen als Helga toen".
"Dat", wees hij naar het papier, "dat is van Helga voor jou. Ik ben er zeker van dat ze dat zo gewild zou hebben."
"Ik had ze graag leren kennen", zei Ella.
Marcel wapperde met zijn handen voor zijn ogen.
"Kijk dan even in de spiegel", zei hij.
Hij draaide aan zijn trouwring en streelde over het doek dat nog in de kader lag.
"En dit is van mij voor jou.", zei hij.
Op het schilderij was een hoogzwangere vrouw afgebeeld. Ze zat in een schommelstoel bij de kachel.
Haar ene hand lag op haar zwangere buik en in haar andere hand hield ze een wit papier. Door het licht van de vlammen in de kachel waren de hand met het witte papier en haar aangezicht het helderst geschilderd.
Na de eerste aanblik werd je aandacht naar haar glimlach gezogen.
Haar lach was een "ma wa?" lach.
"Ze heeft het jammer genoeg nooit gezien", zei Marcel, "na de misval was het niet meer gepast."
Hij keek nog een keer rond.
"Je wordt een fantastische moeder Ella."