Vindt u ook niet dat we het moeilijker maken dan het is?
Dat gevoel overvalt mij namelijk regelmatig.
In dat verband denk ik dikwijls aan een uitspraak die ik ooit ergens heb neergekrabbeld:
One day a disciple came looking for his master and said, 'Master, after fifty years of study I know how to walk on water.'
The master responded, 'Bravo, but can you give it up?'
(Niet meer te achterhalen waar ik het vandaan heb gehaald.)
Om een voorbeeld te geven: de filosofie van Wittgenstein is omgekeerd evenredig in eenvoudigheid met de filosofie over Wittgenstein.
Wittgenstein schrijft namelijk altijd over hetzelfde.
"Wat mag dat dan wel wezen?", vraagt u met recht en rede.
My aim is: to teach you to pass from a piece of disguised nonsense to something that is patent nonsense.
Wittgenstein, Philosophical Investigations 464
(Was ich lehren will, ist: von einem nicht offenkundigen Unsinn zu einem offenkundigen übergehen.
Wittgenstein, Philosophische Untersuchungen 464)
Vergelijk dat even met het eerdere werk van Wittgenstein.
My propositions are elucidatory in this way: he who understands me finally recognizes them as senseless.
Wittgenstein, Tractatus Logico-philosophicus 6.54
(Meine Sätze erläutern dadurch, dass sie der, welcher mich versteht, am Ende als unsinnig erkennt
Wittgenstein, Logisch Philosophische Abhandlung 6.54)
Tot zover het complexe onderscheid tussen de vroegere Wittgenstein en de latere Wittgenstein in de gespecialiseerde literatuur.
Afgelopen dagen raakte ik gefascineerd door "the private language argument".
Dat is een argument van Wittgenstein dat eigenlijk geen argument is,
zelf heeft hij die terminologie nooit gebruikt, waarin hij zich de vraag
stelt of "private taal" denkbaar is.
A human being can
encourage himself, give himself orders, obey, blame and punish himself;
he can ask himself a question and answer it. We could even imagine human
beings who spoke only in monologue; who accompanied their activities by
talking to themselves. —An explorer who watched them and listened to
their talk might succeed in translating their language into ours. (This
would enable him to predict these people's actions correctly, for he also hears them making resolutions and decisions.)
But
could we also imagine a language in which a person could write down or
give vocal expression to his inner experiences—his feelings, moods, and
the rest—for his private use?——Well, can't we do so in our ordinary
language?—But that is not what I mean. The individual words of this
language are to refer to what can only be known to the person speaking;
to his immediate private sensations.
So another person cannot understand the language. The individual words
of this language are to refer to what can only be known to the person speaking; to his immediate private
sensations. So another person cannot understand the language.
Wittgenstein, Philosophical investigations, 243
(Ein Mensch kann sich selbst
ermutigen, sich selbst befehlen, gehorchen, tadeln, bestrafen, eine
Frage vorlegen und auf sie antworten. Man könnte sich also auch Menschen
denken, die nur monologisch sprächen. Ihre Tätigkeiten mit
Selbstgesprächen begleiteten. – Einem Forscher, der sie beobachtet und
ihre Reden belauscht, könnte es gelingen, ihre Sprache in die unsre zu
übersetzen. (Er wäre dadurch in den Stand gesetzt, Handlungen dieser
Leute richtig vorherzusagen, denn er hört sie auch Vorsätze und
Entschlüsse fassen.)Wäre aber auch eine Sprache denkbar, in der Einer seine inneren
Erlebnisse – seine Gefühle, Stimmungen, etc. – für den eigenen Gebrauch
aufschreiben, oder aussprechen könnte? – Können wir denn das in unserer
gewöhnlichen Sprache nicht tun? – Aber so meine ich’s nicht. Die Wörter
dieser Sprache sollen sich auf das beziehen, wovon nur der Sprechende
wissen kann; auf seine unmittelbaren, privaten, Empfindungen. Ein
Anderer kann diese Sprache also nicht verstehen.
Wittgenstein, Philosophische Untersuchungen 243)
Wittgenstein beklemtoont dat het niet om de gewone taal gaat.
"Aber so meine ich’s nicht."
"Maar zo bedoel ik het niet."
Voor alle duidelijkheid: het gaat om een taal die privaat is, het gaat om een taal die een andere niet kan begrijpen.
Wat moeten we daar mee?
"Something that most commentators will agree on is that one of Wittgenstein’s main aims is to
show that such a private language is impossible, and that even if it were possible it would be completely
useless. But this is just one strand of the argument. Intertwined with the remarks about private language
is a separate but related discussion about the relationship between public language and private sensations.
In fact, these two interwoven strands are so closely related that one could see them as two sides of
the same coin. But as suggested above, the range of possible interpretations is vast, and before we start
thinking about what it could all mean, we should first take a look at what Wittgenstein actually said."
Richard Floyd, The Private Language Argument
Wat zei Wittgenstein eigenlijk?
The proposition "Sensations are private" is comparable to: "One plays patience by oneself".
Philosophical investigations, 248
(Der Satz »Empfindungen sind privat« ist vergleichbar dem: »Patience spielt man allein.«
Wittgenstein,Philosophische Untersuchungen 248)
Dat is wat Wittgenstein eigenlijk zei.
Het is een uitnodiging om in hetzelfde stramien verder te denken.
Patience speelt men alleen omdat dat inherent is aan het spel.
En taal is nu eenmaal publiek omdat communicatie met iemand anders inherent is aan taal.
"Taal is publiek" is een tautologie in dezelfde orde van "patience speelt men alleen" en "communicatie met iemand anders".
"Taal is publiek".
Waarom zou ik anders schrijven?
Waarom zou ik anders een zin schrijven als: wat moeten we daar mee?
Er moet echter een belangrijke kanttekening bij deze redenering gemaakt worden.
"Taal" is ook maar een woord, en als dusdanig heeft het woord "taal" geen inherente betekenis.
"Gift" is een Engels geschenk en een Duits vergif.
Het is dus van wezenlijk belang om te achterhalen wat de schrijver begrijpt onder "taal"
Met de moderne technologie is dat vrij eenvoudig, je kan gebruik maken van de control-find toets.
Van zodra je een "we" in de tekst kan uitziften mag je er van uitgaan dat de auteur "taal" als een sociaal gebeuren beschouwt.
Wat maakt dat onze zin er als volgt uitziet: "private taal is publiek".
Of, je kan je ook afvragen in hoeverre "taal" eigenlijk nog publiek is als de auteur zelf bepaalt welke betekenis hij aan een woord toekent. In dat geval kan "taal" als privaat beschouwd worden en krijg je volgende zin: "private taal is privaat".
De tegenstrijdigheid in "private taal is publiek" is recht evenredig met de nietszeggendheid in "private taal is privaat".
En toch.
En toch lees ik het graag, die essays over Wittgenstein.
Omdat de tegenstrijdigheid of de nietszeggendheid in het werk van anderen toch aangenamer lezen is dan deze in je eigen werk.
En omdat je soms op een pareltje stuit.
"The
real discovery is the one that makes me capable of stopping doing
philosophy when I want to.—The one that gives philosophy peace, so that
it is no longer tormented by questions which bring itself in question."
Philosophical investigations, 133
("Die eigentliche Entdeckung ist die, die mich fähig macht, das
Philosophieren abzubrechen, wann ich will. – Die die Philosophie zur
Ruhe bringt, so daß sie nicht mehr von Fragen gepeitscht wird, die sie selbst in Frage stellen."
Philosophische Untersuchungen, 133)
Deze propositie was mij bekend.
Daar waar andere filosofen een wedstrijdje tennis spelen (er moet een punt gemaakt worden), daar speelt Wittgenstein een spelletje Jokari (het punt is gemaakt).
Hij weet dat het balletje altijd weer zijn richting zal uitkomen. Je kan er dan ook ten allen tijde gewoon mee stoppen, het hoeft niet meer zo nodig.
Edoch, deze kende ik niet:
"Wittgenstein is reported by Rush Rhees to have
said "In my book I say that I am able to leave off with a
problem in philosophy when I want to. But that’s a lie; I can’t"
Stewart Candlish, Private Language
Die uitspraak zou ik voor geen geld van de wereld willen missen hebben.
Sommigen zijn gedoemd (of gezegend) om eeuwig jokari te blijven spelen.

Sculpture: Jerzy Kedziora, The puppeteer