vrijdag 30 december 2011

Kweetal


Ietsisme


De term “ietsisme” is ooit bedacht door Ronald Plasterk, toen hij nog wetenschapper was. Een ietsist zou niet geloven in God, maar wel “dat er iets is”. Voor Plasterk was dat maar een halfzachte houding. Je was gelovig, of je was het niet, maar zeggen dat er iets is, zonder aan te geven wat, dat was vlees noch vis, en je kon je op die manier aan elke positieve uitspraak onttrekken. Maar is dat wel zo erg? Ik denk dat de vraag niet is of je denkt dat er nog iets is, want je moet wel heel kortzichtig zijn om ervan uit te gaan dat de wetenschap zo onderhand wel weet hoe de wereld in elkaar steekt. Trouwens ook als je denkt dat je je leven kunt laten bepalen door niets meer dan de bijbel.
De vraag waar het in feite om gaat is: Zijn wij mensen op termijn in staat om de werkelijkheid in al zijn aspecten te doorgronden, of zijn we dat niet? Zullen we ooit in de toekomst kunnen zeggen: de wetenschap is af, we weten alles wat er te weten valt over hoe de wereld in elkaar steekt? Of zullen we ooit moeten toegeven dat we beperkte wezens zijn, die wat betreft sommige zaken maar beter kunnen zwijgen? Ik denk dat het laatste het geval is. Ik denk dat we fundamenteel vreemden zijn voor de wereld, en de wereld voor ons. We zullen altijd met verwondering blijven kijken naar wat er zich om ons heen afspeelt, en als we die verwondering ooit niet meer kunnen opbrengen betekent dat het einde van de mensheid.
Dat we niet naadloos in de natuur passen blijkt al uit de vele kunstmatige hulpmiddelen die we in de loop der tijden voor onszelf hebben geconstrueerd. We zijn afhankelijk van kleding, van zelfgebouwde huisvesting, van communicatiemedia, transportmiddelen, en energie-opwekkers als olie, kolen, gas en uranium. We hebben voor onszelf een wereld in de wereld gebouwd, een wereld die zich niet verdraagt met de natuurlijke wereld. Een wereld waarin planten en dieren maar beperkt worden toegelaten, en alleen in gedomesticeerde vorm. Onze wereld bevat zaken die je in de natuur nergens aantreft, zoals zuivere metalen, roterende mechanismen, elektrische energie en digitale gegevensverwerking. Wat dat betreft zijn we scheppers van een eigen wereld.
Maar ook intellectueel bouwen we eigen werelden. Taal, logica en wiskunde zijn menselijke bedenksels, met behulp waarvan we proberen die onbegrijpelijke wereld om ons heen een betekenis te geven, in de vorm van religie en wetenschap. We willen de wereld begrijpen, maar dat moet dan wel in onze eigen termen. Daarvoor hebben we principes, regels en theorieën bedacht. En entiteiten als goden en natuurwetten. En die kennen we dan eigenschappen toe die ze voor ons beredeneerbaar, of in ieder geval voorstelbaar moeten maken.
We zijn vreemden in onze natuurlijke omgeving. Zonder tal van hulpmiddelen voor ons denken en handelen kunnen we er ons niet handhaven. Tussen ons en de wereld staat een barrière. Voordat we ergens mee om kunnen gaan moeten we het ons eerst toe-eigenen. We moeten het in onze levenssfeer binnenhalen, ons er er een beeld van vormen, er een betekenis aan hechten, voordat we het kunnen vertrouwen. We moeten het kunnen benoemen en beschrijven. We hebben zaken als religie en wetenschap nodig om onze eigen plaats te bepalen en onze eigen weg te vinden. En om de vreemde wereld om ons heen een menselijke gezicht te geven hebben we ooit een mens-achtige schepper bedacht.
Het idee van een schepper lijkt erg voor de hand te liggen. Immers, wij maken dingen naar eigen ideeën. Waarom zouden de dingen om ons heen, die er zomaar zijn, zonder dat wij daar de hand in hebben gehad, niet ook gemaakt zijn? En waarom zou daar niet ook een bepaald idee achter zitten? Inmiddels weten we door eigen onderzoek dat baby's niet door een hogere macht in de buik van hun moeder worden geplaatst, dat onweer niet door een god wordt veroorzaakt, dat wij in feite van apen afstammen en dat de wereld 13,5 miljard jaar geleden is ontstaan in één enkel punt. Dat alles verschilt ingrijpend van de manier waarop wij onze wereld construeren. En dat maakt een schepper, die net als wij doelen stelt en plannen maakt toch wat minder voor de hand liggend. Maar dan blijven we toch zitten met die vraag: waar komt het allemaal vandaan?
Fysici hopen binnen afzienbare tijd over een theorie van alles te beschikken, een theorie die alle natuurkrachten en hun onderlinge verbanden exact beschrijft. Maar als we over die theorie beschikken, weten we dan alles? Kunnen we dan de Big Bang verklaren, en het ontstaan van het leven, en het grillige verloop van de economie? In de verste verte niet. Ook al begrijpen we alle fundamentele natuurkrachten, dan nog is de wetenschap niet af, en blijven er nog talloze zaken onduidelijk. En het is de vraag of daar ooit een einde aan komt. De wereld is zo groot en zo complex dat we haar waarschijnlijk nooit met onze geest zullen kunnen omvatten. Er blijft altijd wel 'iets' dat buiten ons bereik valt.
Zoals gezegd: een schepper met doelen en plannen is te antropocentrisch gedacht. De manier waarop wij te werk gaan verschilt radicaal van die van de natuur. En blijkbaar is het ons niet gegeven die natuur naadloos in onze termen te vertalen, noch religieus, noch wetenschappelijk. Dan is het maar het beste je eigen beperkingen accepteren en je leven daar naar in te richten. Ervan uitgaan dat er meer is dan je kunt overzien en begrijpen. En dat je leven ooit tot een einde komt, waarbij iets overgaat in niets. Ik denk dat dat de grondslag is van het ietsisme. En als Plasterk het ietsisme voor zinloos verklaart dan gelooft hij blijkbaar dat we ooit alles zullen begrijpen. Ik geloof daar niets van.
http://www.filosofieblog.nl/blog/kweetal/3268/ietsisme/

De vraag waar het in feite om gaat is: Als er iets is, waar is het dan?
In de werkelijkheid?







Walter Verdin
er is iets

Ik wil een liedje zingen zonder pijn
Een liedje met een mooi refrein
Ik wil vliegen naar een wereld
van hoe 't hier nooit zal zijn

En ik wil tuimelen van de bergen
En zweven in de dalen
Ik wil plonsen in een zee van groen gras

Er is iets hier vanbinnen
Er is iets binnenin
Alles wat ik gisteren verloren had
Dat vind ik nu terug

Ik wil me nu eens laten gaan
En met m'n handen op m'n billen slaan
Ik wil opzettelijk m'n paraplu vergeten als het regent

En op de toppen van m'n tenen staan
Ja, morgen vliegen naar de maan
Ik laat me vallen in het stro, ik heb hooikoorts

Er is iets hier vanbinnen
Er is iets binnenin
Alles wat ik gisteren verloren had
Dat vind ik nu terug
Oh ja

Café cognac
Cognac cognac
Café cognac

Noem mij nu maar een rare vent
Want wat ik doe dat ben ik niet gewend
M'n televisietoestel heb ik opgesloten in het hondekot

Ik voel me goed, 't is niet te doen
Ik geef aan iedereen een zoen
Maar er is iets hier vanbinnen en het komt eruit

Er is iets hier vanbinnen
Er is iets binnenin
Alles wat ik gisteren verloren had
Dat vind ik nu terug

Bij mezelf hier vanbinnen
Bij mezelf binnenin
Alles wat ik gisteren verloren had
Dat vind ik nu terug

Bij mezelf hier vanbinnen
Bij mezelf binnenin
Alles wat ik gisteren verloren had
Dat vind ik nu terug

Bij mezelf hier vanbinnen
Bij mezelf binnenin
Alles wat ik gisteren verloren had
Dat vind ik nu terug


De auteur van "ietsisme" is de filosoof met de nickname Kweetal.
Ik begrijp niet wat hij bedoelt.
Dat heeft eerder met mij te maken dan met hem.
Er schijnt namelijk een fout in mijn denkraam te zijn.

Denkraam



Het woord denkraam debuteerde op 7 januari 1950 in de Nederlandse taal, in aflevering 870 van verhaal 38 Tom Poes en Kwetal, de Breinbaas. Heer Bommel ontmoet Kwetal en vraagt hoe hij heet, maar Kwetal begrijpt hem verkeerd.
,,Neem me niet kwalijk!'', mompelde de oude, ,,er schijnt een fout in mijn denkraam te zijn! Ik volg u niet. Ik heb daar trouwens meer last van, van mijn denkraam bedoel ik.''
Kwetal gebruikt denkraam in de betekenis 'verstand, brein, geest', maar in de omgangstaal werd het al snel gebezigd voor 'denktrant, kader waarbinnen iemands denken zich afspeelt'. Mogelijk is het Engelse frame of mind van invloed geweest. Van Dale vermeldt denkraam sinds 1970. Het wordt nog zeer regelmatig gebruikt, vaak in combinatie met een bijvoeglijk naamwoord. Een kleine greep uit recente krantenberichten: 'het theoretisch denkraam' (van Einstein), 'het middeleeuwse denkraam', 'het astrale denkraam', 'het neogotische denkraam' en het 'religieuze denkraam'. Kortom: een volledig ingeburgerd Toonderwoord.

http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Bommel/begrippen.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten