Juvenalis
Bart De Wever is zonder twijfel zo niet de enige dan toch de beste Antwerpse/Vlaamse/Belgische/Europese (schrappen wat niet past) klassieke redenaar van het continent. Het is dan ook de enige van wie ik met pertinente zekerheid weet dat hij met "de oratore" van Cicero onder zijn hoofdkussen slaapt. In dat boek worden de belangrijkste richtlijnen beschreven waar de redenaar zich aan te houden heeft.
Non Nobis (geen "ons").
De ware redenaar spreekt alleen in naam van zichzelf. Hij zal het persoonlijke en bezittelijke voornaamwoord alleen in de eerste persoon enkelvoud gebruiken. Het gebruik van de pluralis majestatis is volstrekt uit den boze, dat zou alleen tot nodeloze verwarring kunnen leiden. Een of andere snoodaard zou de redenaar er kunnen van beschuldigen te zondigen tegen de non nobis regel.
Supra sed (boven "maar").
Door Erasmus mooi vertaald als "Den waere redenaer staet boven den maer". Het is een klassiek sofisme om eerst een algemene regel voorop te stellen, om daar vervolgens concrete uitspraken of handelingen aan af te toetsen, en dan tenslotte de algemene regel met een "maar" weer in vraag te stellen waardoor het logischerwijs geen algemene regel meer is. "Doorzichtig, al te doorzichtig", om het met Nietzsche te zeggen.
Pro pro (voor "voor").
De ware redenaar is voor het "voor", hij wordt gekenmerkt door de positieve levenshouding. Hij is altijd "voor" iets en probeert zoveel mogelijk te vermijden "tegen" iets te zijn. (Dat laatste is niet altijd gemakkelijk. In samenspraak met anderen, in het "debat", wordt het "voor" iets door tegenstanders -hebt u hem?-nogal vlug verdraaid tot "tegen" iets anders.) Deze attitude verschaft de redenaar een ongekend arsenaal van mogelijkheden. Om een voorbeeld te geven, men kan de ene dag een bevlogen pleidooi voor de vrijheid houden en de volgende dag met evenveel passie een wetenschappelijke uiteenzetting over de noodzaak van regels ten beste geven.
Er schuilt evenwel een groot gevaar in het gebruik van deze oratorische methode: de overmoed. Voorwaar, in het vuur van zijn betoog durft de redenaar de eerste regels van Cicero dan wel eens uit het oog te verliezen.
"Laat ons toch iets leren van ons verleden en van het moeizame pad dat we hebben bewandeld op het kompas van de verlichtingswaarden naar een vrijheid, gelijkheid en solidariteit die we nooit eerder zo ongebreideld konden beleven als vandaag in het vrije Westen. Excessen die werkelijk systematisch haat en geweld prediken, moeten worden bestreden. Maar grote voorzichtigheid en terughoudendheid zijn geboden. De vrijheid kan niet overleven door haar in te perken. Alleen de kracht van onze overtuiging, van onze pen en ons woord is legitiem om binnen de democratie te vechten voor wat ons dierbaar is."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten