maandag 2 januari 2017

Harry Frankfurt



Inmiddels hebben we de feitelijke overgang van 2016 naar 2017 gemaakt.
De eerste opiniebijdrage op de redactie.be was van Luckas Vander Taelen.

"Feiten en opinie

 Dat is helaas steeds meer kenmerkend voor de manier waarop media omgaan met informatie: de eigen opvattingen van de journalist sijpelen meer dan vroeger door in artikels, die zich vaak niet meer onderscheiden van editorialen of columns. Het is in de dagelijkse informatiestroom niet altijd mogelijk het verschil te zien tussen feiten en opinie.
Misschien is dit de grootste uitdaging voor de media in 2017 : het belang van nieuwsfeiten tegen elkaar afwegen, en op een onbevangen manier, zonder enig ideologisch vooroordeel het grote beeld te duiden."
(kleine bedenking: Luckas Vander Taelen is een zelfverklaarde "freelance journalist" die een column schrijft. Faut le faire.)

En in het eerste editoriaal van de Morgen kon je dit lezen:

"Ga voor de feiten, munt niet langer uit in politiek die buiten de waarheid staat. Maak van het extreme in de niet langer het nieuwe normaal.
Als we in 2017 ergens het keerpunt kunnen bereiken, laat het dan dat zijn."
Tine Peeters

Het ziet er dus niet naar uit dat er al sprake is van een feitenindigestie.
Jammer.
Maar als de feiten u in 2017 alsnog wat de keel uithangen, dan bent u hier altijd welkom om een "moment" te verpozen.
Zelf lijdt ik aan een ernstige vorm van feitenboulemie.
Elke dag weer ga ik op zoek naar feiten en waarheden om ze op te schrokken en dan later weer uit te kotsen.
Kotsen, kotsen en nog eens kotsen.
Kotsen tot er geen spoor van feit of waarheid meer in mijn systeem zit, tot ik alleen nog pure gal uitkots.
In tegenstelling tot wat u zou vermoeden is het erg zuiverend.
Maar dat kan ik hier tot in den treure blijven herhalen, de enige manier om het zelf te achterhalen is door het te beleven. Over dus tot de orde van de dag.

Ofwel is het A, ofwel is het niet-A.
Veel gekker moet het voor mij niet worden.
Nu is er ook een tendens om te spreken over een derde mogelijkheid.
Het is noch A noch niet-A.
Met alle respect, maar dat is bullshit.

Het ei is wit of het ei is niet-wit. Punt.
"Het ei is noch wit noch niet-wit" klinkt heel aannemelijk, maar dat is het niet. Het is niet aannemelijk omdat het ons geen ene stap vooruit helpt. Het is een volstrekt nietszeggende uitspraak, je kan even goed zwijgen. En als u dat tegenspreekt, dan is het mijn volste recht om te vragen wat het ei dan wel is. Het is onmogelijk om daar een antwoord op te geven.
Zilverwit, sneeuwwit, hagelwit, melkwit, titaanwit, zinkwit, loodwit, ivoorwit, verkeerswit, vuilwit, gebroken wit, ijswit, wolkenwit of spierwit, het is allemaal wit.
En al de rest is niet-wit.
"Het ei is rauw", zou je kunnen zeggen. In dat opzicht is het ei noch wit, noch niet-wit. Eureka!
Ik stel me dan evenwel de vraag of er ook een vierde mogelijkheid bestaat.
Het is niet "noch A noch niet-A"?
Uiteraard.
Het ei is niet rauw. Ik kan u een perfect gekookt eitje serveren als u dat niet zou geloven.
Ik stel me dan evenwel de vraag of er ook een vijfde mogelijkheid bestaat.
Het is noch "noch A noch niet-A" noch "niet 'noch A noch niet-A' ".
Uiteraard.
"Het ei is rot", zou je kunnen zeggen. In dat opzicht....
Enfin, u begrijpt het . Het creëren van de derde mogelijkheid lijkt mij een doos van Pandora, op die manier blijven we wel een tijd bezig.

Harry Frankfurt schreef een essay "on Bullshit".
Hierin maakt hij een onderscheid tussen A (de waarheid) en niet-A (de leugen).
Bovendien zou er zo iets bestaan als noch A noch niet-A.
Dat is bullshit.
Nu is het een eitje om daar komaf mee te maken, daar ga ik me echt niet mee bezighouden.
Al moet het me wel van het hart dat Harry Frankfurt ettelijke bladzijden van zijn gelukkig niet al te omstandig essay besteedt aan een uitspraak van Wittgenstein waaruit blijkt dat hij Wittgenstein even goed begrijpt als Bertrand Russell. U zou me kunnen troosten met "men moet geen struif om een ei bederven", maar dat blijft toch maar een magere troost.
Neen, van die boer geen eieren.

Ik kan evenwel niet om de realiteit heen. Het begrip "bullshit" maakte de afgelopen jaren opgang in het kielzog van de post-truth samenleving. Zo ging de Ig Nobel prijs voor de vrede 2016 naar een onderzoek "On the Reception and Detection of Pseudo-Profound Bullshit". (ook iets om trots op te zijn tussen haakjes, de winnaars verwijzen in hun bibliografie naar een werk van Filip Buekens en Maarten Boudry)
"The Ig Nobel Prizes honor achievements that first make people laugh, and then makes them think."
Er is nog geen Ig Nobel prijs voor filosofie. Dat zou dan eerder een prijs zijn die eerst tot nadenken stemt en nadien tot lachen (die filosofen moeten toch altijd een beetje dwars zijn vind ik).




Ik wens u een creatief én een nuchter 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten