zondag 23 oktober 2016

De cultuurpessimist

http://www.demorgen.be/dmselect/waarom-doemdenkers-zo-diepzinnig-lijken-b61854b1/

Knalprestatie van Maarten Boudry !
Een essay schrijven over cultuurpessimisme zonder dat begrip naar behoren te definiƫren. En er nog in slagen van het gepubliceerd te krijgen ook. Het moet gezegd, het heeft wat weg van de Sokal-affaire.

"Cultuurpessimisme" is echter een vlag die vele ladingen dekt.

Vooraleer we daar dieper op kunnen ingaan is het belangrijk te wijzen op het onlosmakelijk verband dat er bestaat in de logica tussen om het even welk begrip en "kritiek". Essentieel in dit verband is het schrandere brein van de Griekse wijsgeer Anexagoras.
"Van zodra er een woord gelanceerd wordt in de logica ("koud" bijvoorbeeld), wordt ook automatisch het antoniem gegenereerd (niet-koud). Kritiek is een aanwijzing voor het antoniem. Indien er geen kritiek zou bestaan, indien er geen aanwijzing zou zijn voor het tegendeel, dan zou dit tegendeel in de onmogelijkheid zijn te bestaan. En er is in de logica geen enkel element aanwezig waarvan het tegendeel niet bestaat, het zou de ontkenning van de logica zelf zijn."
Het voorbeeld van Anexagoras gaat als volgt:
"Het is koud.
Maar er is toch vuur. (= kritiek)
Het is onbelangrijk of de opmerking relevant is of niet. Zo kan het perfect mogelijk zijn dat we te ver van de warmtebron verwijderd zijn om daar ook maar enig voordeel van te ondervinden.
Het is wel belangrijk dat er een opmerking gemaakt kan worden. Indien dat niet zo zou zijn is het onmogelijk dat de notie van niet-koud bestaat."

De term "cultuurpessimisme" duikt voor het eerst op in de geschriften van de vrij onbekende Verlichtingsfilosoof Eduard de Roussillon. Het begrip staat er diametraal tegenover het vooruitgangsgeloof. In het vooruitgangsgeloof is men van oordeel dat er aan de wereld een proces ten grondslag ligt dat diezelfde wereld zich altijd zal ontwikkelen naar een betere wereld.
"Men moet al een echte cultuurpessimist zijn om daar blind voor te zijn", schreef de Roussillon.
Dat is de eerste vermelding van het begrip "cultuurpessimisme".
Het moet echter gezegd, Eduard de Roussillon was niet meteen de meest begaafde der Verlichtingsfilosofen. Uit de context van zijn "Au bord de la foi" blijkt duidelijk dat hij "cultuurpessimisme" en "achteruitgangsgeloof" als synoniemen beschouwt. Elke vorm van kritiek op de wereld was een bewijs van een achterlijk achteruitgangsgeloof.
Eduard de Roussillon glijdt hiermee af naar een gevaarlijke afwijzing van de logica.
"De wereld gaat vooruit.
Maar er is een mankement.
Dit mankement is niet relevant omdat de wereld vooruit gaat."
Zelfs Maarten Boudry zal deze denkfout herkennen.

Scherpe reactie kwam er onder meer van de Rus Vladimir Lavrov.
Hij zag de geschiedenis van de wereld als een grafiek met pieken en dalen.
"We kunnen moeilijk volhouden dat de wereld er op vooruit gaat als duizenden mensen gedood worden in een nietsontziende oorlog, als tienduizenden mensen omkomen van honger en dorst, als honderdduizenden mens op de vlucht zijn voor naderend onheil. Het is de taak van de cultuurpessimist om de vinger op de wonde te leggen".
"Cultuurpessimist" wordt gebruikt in de betekenis van "cultuurcriticus".
"Kritiek" is niet noodzakelijk een bewijs van een achteruitgangsgeloof, het kan een bewijs van een (tijdelijke) achteruitgang zijn.

Hoezeer men het ook kan betreuren, een nieuwe dimensie in het debat werd aangebracht door de postmodernistische denker Georg Zweifel.
"Kritiek is altijd tijdsgebonden. Hij die kritiek levert in de periode van een opwaartse trend is een cultuurpessimist terwijl hij die kritiek levert in de periode van een neerwaartse trend eerder als cultuuroptimist moet beschouwd worden."
Sedert Georg Zweifel moet "kritiek" altijd in termen van "terechte kritiek" en "onterechte kritiek" bekeken worden. De vraag is natuurlijk welk medium het best geschikt is om dat onderscheid te maken.

De voor cultuurpessimist (wat is dat?) versleten Johan Huizinga suggereerde het spel.
Wij spelen, en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel redelijke wezens, want het spel is onredelijk.

Het gevaar van een mystiek dreigt.
Tenzij de rede (van Maarten Boudry) mystiek is en het spel universeel.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten