zaterdag 27 oktober 2012

Marcel Hulspas

Ik gooi met mijn dobbelsteen. Twee.

http://dejaap.nl/2012/10/25/laquila-een-hard-maar-terecht-vonnis/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=laquila-een-hard-maar-terecht-vonnis&utm_source=twitterfeed&utm_medium=twitter&wpmp_switcher=mobile


L’Aquila: een hard maar terecht vonnis

Zes jaar gevangenisstraf hebben de seismologen opgelegd gekregen. Zes jaar omdat ze tegen de inwoners van L’Aquila hebben gezegd dat alles veilig was. Dat ze, ondanks alle kleine aardschokken, rustig konden gaan slapen. Een paar dagen later was daar die enorme knal, die het historische stad in puin legde en ruim driehonderd doden veroorzaakte. Alhoewel, gezegd… het zit allemaal iets subtieler. Zó subtiel dat de strontkar vol kritiek die vanuit de wetenschappelijke wereld werd aangereden, gewoon onterecht is. Het is een hard maar voorbeeldig vonnis.
De uitspraak lokte uiteraard honderden reacties uit, waarbij wetenschappers vooral klaagden dat de wetenschap ‘bedreigd’ werd. Straks zou niemand nog een voorspelling durven doen, hoe wetenschappelijk ook, uit angst voor de rechter gedaagd te worden. Andere critici vonden het blijkbaar tijd om lekker goedkoop af te geven op Italië.
‘Perverse and ludicrous’
Nature noemt het vonnis ‘perverse and ludicrous‘. Zoiets was in een beschaafd land nooit gebeurd, schrijft het tijdschrift: ‘Science has little political clout in Italy and the trial proceeded in an absence of informed public debate that would have been unthinkable in most European countries or in the United States.‘ Michael Halpern, hoofd van de Union of Concerned Scientists (tegenstanders van atoomwapens en andere waanzin), merkte op: ‘In Galileo’s geboorteland veranderen bepaalde dingen nooit.‘*
Hoe stijlvol. Hoe nuttig.
Bescherming Bevolking
Het gerechtshof heeft niet alleen zes wetenschappers veroordeeld, maar ook, en dat is cruciaal, de onderdirecteur van de lokale afdeling van Bescherming Bevolking Bernardo de Bernardinis. Deze had, naar aanleiding van de kleine schokken (en onheilspellende voorspellingen van amateurs) de zes seismologen uitgenodigd voor overleg.
De seismologen vertelden hem de schaarse wijsheid van de seismologie: aardbevingen laten zich niet concreet voorspellen, het enige dat seismologen kunnen is op puur statistische gronden een kans op een aardbeving (van een bepaalde sterkte) vaststellen.
‘De aarde blaast stoom af’
En de vraag of kleine schokken de kans op een grotere schok vergroten, is nog steeds onbeantwoord. Meer heeft de aardbevingskunde tot nog toe niet bereikt.
Na afloop van het overleg was er een persconferentie waarbij Bernardinis uit de bocht vloog. Hij had waarschijnlijk niet begrepen wat hem was verteld en herhaalde een hardnekkige mythe, namelijk dat kleine aardschokken betekenen dat de aarde ‘stoom aan het afblazen’ is, en dat de kans op een grote beving in L’Aquila dus daalde. Op de concrete vraag van een journalist of iedereen rustig een glaasje wijn kon drinken, luidde zijn antwoord: ‘Absoluut. Een Montepulciano doc.’
Zwijgen is instemmen
De aanwezige seismologen zeiden niks. Ze deden toen en later niets om deze woorden te corrigeren. Dat zwijgen, zo oordeelde de rechter deze week, betekende voor buitenstaanders: instemmen.
En dat hadden de seismologen zich moeten realiseren. Ze hadden toen en later de morele én wetenschappelijke plicht om die sussende woorden van Bernardinis te corrigeren. Door dat niet te doen, droegen ze bij aan een onterecht gevoel van veiligheid, waardoor veel bewoners besloten om te blijven. En kort daarna omkwamen.
Geen minachting voor de wetenschap
Zeven jaar is extreem, maar het vonnis getuigt nièt van minachting voor de wetenschap. Integendeel, de rechter maakt duidelijk dat de verantwoordelijkheid voor frivole uitspraak van Bernardinis niet alleen bij hem ligt. De wetenschappers hadden aan het overleg deelgenomen, en na afloop stonden ze erbij en keken ernaar.
Bij elk woord dat gesproken werd, keek iedereen met een schuin oog naar de wetenschappers – zij hadden de onderdirecteur geïnformeerd. De aanwezigen vertrouwden niet op die bobo, maar op de wetenschap. En dat vertrouwen werd beschaamd. Niét door de aardbeving, nièt door de woorden van Bernardinis, maar door het zwijgen van de wetenschap.
Misplaatst ontzag
De seismologen kunnen daar allerlei redenen voor hebben gehad, variërend van moeheid tot luiheid tot misplaatst ontzag voor Bernardinis. Maar de rechter heeft hen, en daarmee de wetenschap in het algemeen, gewezen op hun maatschappelijke plicht voortkomend uit hun gezag.
De wereld vertrouwt op de wetenschap, dus als gezagsdragers een loopje mee nemen met de wetenschap, moet de wetenschap niet zwijgen, maar protest aantekenen. Een uitstekend uitgangspunt.
Alarmsignaal
In plaats van de martelaar uit te hangen, in plaats van domme opmerkingen te maken over Italië, zou de wetenschap dit vonnis moeten opvatten als een alarmsignaal. Er wordt door politici vaak en veel gerotzooid met wetenschappelijke kennis. Ze citeren wat hen uitkomt, en negeren de rest.
De voorbeelden liggen ook in ons land voor het oprapen. Op zulke momenten moet de wetenschap niet flauwtjes zeggen dat de politiek een ‘eigen verantwoordelijkheid’ heeft (momenteel de standaard uitvlucht) maar zijn scheur opentrekken. Gezag schept verplichtingen.
* = geciteerd in de Volkskrant, 24 oktober.



Ik gooi met mijn dobbelsteen: vier.

Bernardo de Bernardinis, Bobo voor de vrienden, is een dombo.
Dat is hij niet, cfr. zijn curriculum vitae http://www.isprambiente.gov.it/files/cda/curriculum-de-bernardinis.pdf .
Uiteraard is alles interpretatie, dus de suggestie van Marcel Hulspas dat Bernardo een bobo is, is intrinsiek evenveel waard als mijn suggestie dat hij dat niet is.
Het is geen argument om zijn standpunt in discrediet te brengen.
Meer nog, laten we er gemakshalve van uitgaan dat Bernardo de Bernardinis, Bobo voor de vrienden, een dombo is. Type "parlementslid dat niet beschikt over basiskennis wiskunde".

Ik gooi met mijn dobbelsteen: één.

What happened when MPs took a maths exam

Could it be that Labour leader Ed Miliband's demand that all school pupils must study maths until they are 18 has been prompted by new evidence that his own MPs struggle with numbers?

The man in charge of the party's policy review, Jon Cruddas, admitted this weekend that he is "barely numerate". And when the Royal Statistical Society (RSS) recently tested the ability of honourable members to answer a relatively simple mathematical question, only a quarter of Labour MPs got it right.

A total of 97 MPs were asked this probability problem: if you spin a coin twice, what is the probability of getting two heads?*

Among Conservative members, 47% gave the wrong answer, which is disappointing enough. But of the 44 Labour MPs who took part, 77% answered incorrectly.

(*The correct response, of course, is 25%.)

Graph of MPs' ability to calculate probabilities

The survey also asked MPs if they generally felt confident when dealing with numbers -

  • 76% of Tories said they did
  • 72% of Labour MPs surveyed expressed confidence

However, when asked if they thought politicians use official statistics and figures accurately when talking about their policies, only 17% of Conservative respondents agreed, as did 30% of the Labour members who took part.

I wish I had been a fly-on-the-wall when the Ipsos Mori pollsters conducted the survey. The maths question was put to 41 Conservative MPs, 44 Labour MPs, nine LibDems and three from other parties in face-to-face interviews.

Given the confidence in their numeracy expressed at the beginning of the survey, I wonder how the 60% of members who got the answer to the probability question wrong felt by the end.

http://www.bbc.co.uk/news/uk-19801666

Ik gooi met mijn dobbelsteen: vier.
Ik heb de onhebbelijke gewoonte om tijdens het schrijven met een dobbelsteen te gooien.
Ik gooi met mijn dobbelsteen: twee.
Kwestie van mijn gedachten een beetje te ordenen. (En dat is soms nodig, dat weet u). Zoals iemand anders doedels krabbelt, gooi ik met een dobbelsteen.

Ik gooi met mijn dobbelsteen: drie.
Hoeveel kans heb ik om met een dobbelsteen een zes te gooien?
Ik gooi met mijn dobbelsteen: één.
Dat is een makkie. Eén op zes.
Ik gooi met mijn dobbelsteen: vijf.
Opmerkelijk dat 45% van de dombo's de kans op fifty-fifty beoordeeld.
"Uw meest gegeven antwoord was namelijk dat de gevraagde kans één op twee is. Dat is kansrekenen van de naïefste soort: Iets gebeurt of het gebeurt niet en die kansen zullen allebei wel even groot zijn. Op die manier is de kans dat u morgenochtend stikt in uw sandwich ook één op twee. Net als de kans dat heel Europa morgen links gaat rijden."
http://www.wiskundemeisjes.nl/20121015/beste-britse-parlementsleden-over-kansen-en-zelfkennis/
Ik gooi met mijn dobbelsteen: twee.
Ik gooi nog eens met mijn dobbelsteen, want ik weet niet goed hoe het nu verder moet: drie.
Ik vraag me af hoeveel kans ik heb om bij de volgende worp een zes te gooien.
Dat is een makkie. Eén op zes.
Waarom vraag ik me af?
Ik heb ondertussen al tien keer gegooid en ik heb nog geen enkele keer een zes gegooid.
Ik gooi met mijn dobbelsteen: opnieuw een drie.
Het antwoord op de waarom vraag is heel eenvoudig volgens de wetenschap: de voorgaande worpen hebben geen invloed op de dobbelsteen die je in je hand schudt alvorens hem op de tafel te gooien.
Een twee.
Hoe weet de wetenschap dat?
Ik gooi met mijn dobbelsteen: een vijf.
De wetenschap heeft immers geen glazen bol waarmee ze de toekomst kan voorspellen. Dat zou nogal onwetenschappelijk zijn. Neen, de wetenschap baseert zich op het verleden en projecteert dat naar de toekomst. Het is een klotejob, wetenschapper, maar hé, iemand moet het doen. Er is een wetenschapper, Count Basie heette de man, die welgeteld één miljard keer met de dobbelsteen heeft gegooid. En wat bleek, op een verwaarloosbaar verschil na kwamen alle getallen evenveel aan bod.
Nu is het toch enigszins merkwaardig dat de wetenschap een beroep doet op het verleden om uitspraken te doen om vervolgens te beweren: de kans is één op zes omdat het verleden geen invloed heeft op de toekomst.
Ik gooi met met mijn dobbelsteen: vier.

Ik schud mijn dobbelsteen.
Hoeveel kans heb ik om een zes te gooien.
Eén op twee. Ofwel is het een zes ofwel niet.
Ik gooi.
Een zes!
De wereld bibbert en beeft.
God gooide met zijn dobbelsteen een zes.
Zes wetenschappers zullen het geweten hebben: ze worden veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf.
Ze waren immers moe, lui of bang.

Terecht of niet?
De kans is één op twee.
Er zijn immers maar twee mogelijkheden.
"Dat is kansrekenen van de naïefste soort: Iets gebeurt of het gebeurt niet en die kansen zullen allebei wel even groot zijn."
De kans is immers niet één op twee, maar één op vier. Voorafgaand is er immers de uitspraak van de rechter.
Terecht of niet indien schuldig?
De kans is één op vier.
Er zijn immers maar vier mogelijkheden.
"Dat is kansrekenen van de naïefste soort."
De kans is immers niet één op vier, maar één op, euh, effe aan de seismologen vragen. Voorafgaand aan de uitspraak van de rechter is er immers een aardbeving geweest.

"Zes seismologen zijn moe, lui of bang omdat ze niet waarschuwden voor een mogelijk gevaar."
"Zes seismologen waarschuwden niet voor een mogelijk gevaar omdat ze moe, lui of bang zijn."

Op de eerste stelling geeft de wetenschap een antwoord.
Het moe, lui of bang zijn is onlosmakelijk verbonden met het moment van de aardbeving.
De kans is één op, euh, effe aan de wetenschap vragen.
Op de tweede stelling geeft u een antwoord: de kans is één op twee. Ze zijn het of ze zijn het niet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten