vrijdag 20 november 2015

Fleur Jongepier


http://bijnaderinzien.org/2015/11/20/waarom-de-vluchtelingenkwestie-geen-goud-wit-zwart-blauw-jurkje-is/#more-1489


donderdag 19 november 2015

De fundamentist




http://maartenboudry.blogspot.be/2015/10/fundamentisme.html

 Fundamentisme


De antieke sceptici vonden dat we niets met zekerheid kunnen weten en dat we al onze oordelen moeten opschorten. De geliefkoosde strategie van filosofen om aan die universele scepsis te ontsnappen, is om te zoeken naar een of ander solide fundament voor onze kennis. Als die basis stevig is, kan je daarop verder bouwen. In de Angelsaksische literatuur staat die benadering bekend als “foundationalism”, in het Nederlands stel ik Filosofisch Fundamentisme voor (niet te verwarren met ‘fundamentalisme’, want doorgaans gaat het om vreedzame lieden).
Een Fundamentist vat menselijke kennis op als een soort omgekeerde piramide die steunt op enkele ultieme fundamenten, waarmee de hele constructie staat of valt. Daal naar beneden af en vind zo de ultieme grondslagen van onze kennis. Maar dat idee is even vruchteloos als achterhaald. Er bestaat geen onwankelbare sokkel waarop al onze kennis rust. Want waar staat die dan weer op? Of ze zweeft in het luchtledige, of ze steunt op een nog fundamenteler fundament. Dat lijkt op de oude Hindoe-kosmologie: onze aarde is plat en rust op de ruggen van vier enorme olifanten, die op hun beurt op een enorme schildpad staan. En waarop staat die schildpad dan? Op een nog grotere schildpad eronder natuurlijk. En zo gaat het voort, langs een toren van steeds grotere en sterkere schildpadden…

De drogreden van de Fundamentist is de gedachte dat, als je vertrekpunt niet volstrekt zeker is, de rest van de constructie in duigen valt. Alles of niets. Met mijn collega Michael Vlerick heb ik de filosoof en apologeet Alvin Plantinga betrapt op deze drogreden. Plantinga zoekt een volstrekt zekere basis voor de betrouwbaarheid van ons brein in de evolutietheorie. Uiteraard vindt hij die niet, waarna hij God inroept als kennisgarantie. Dat is natuurlijk een schijnoplossing, want hoe komt God aan die onfeilbare kennis? Krijgt hij die gratis en voor niets, krachtens de definities van theologen? 

Als er geen kennisfundamenten bestaat, hoe komen we dan iets te weten? Hebben de sceptici dan toch gelijk? Onze kennis is geen bouwwerk met fundamenten, maar een web waarvan de verschillende draden elkaar onderling versterken. De filosofe Susan Haack gebruikt het beeld van een kruiswoordraadsel. Hoe meer vakjes je invult, des te zekerder weet je dat je op de goede weg bent. Eerst in potlood, dan met inkt. Toch kan je geen enkel woord aanwijzen dat als ‘fundament’ dient van de puzzel, waarmee de hele puzzel staat of valt. Een kruiswoordpuzzel kan je in principe eender waar beginnen. Tenzij je een fundamentist bent natuurlijk.

(Column Filosofie Magazine - november 2015)


Sjonge jonge.
Maarten Boudry heeft een rubriekje in filosofiemagazine waarin hij drogredenen bespreekt.
Als ik hem niet beter kende zou ik zweren dat hij zich deze keer al te diep in de New Age boeken had verdiept. Of aan de paddo's had gezeten. Want hoewel u Maarten Boudry niet onmiddellijk associeert met een aan een toeter lurkende filosoof, het moet gezegd, een paddo bij tijd en wijle gaat er natuurlijk altijd wel in. Menselijk, al te menselijk.
"Onze kennis is een web waarvan de verschillende draden elkaar onderling versterken."
Sjonge jonge.
Stel je voor dat ik dat citaat aan enkele docenten filosofie zou voorleggen in de vorm van een meerkeuzevraag. Is dit citaat van
A. Elisabeth Sahtouris
B. Ken Wilber
C. Jacques Lacan
D. Maarten Boudry

Voorwaar, ik heb een stellig vermoeden dat zelfs Maarten Boudry hemzelve wel eens het verkeerde antwoord zou kunnen geven.
Om maar te zeggen, Maarten Boudry zou zich beter beperken tot voor de hand liggende drogredenen als "ad hominem".
Dat is een nogal gratuite bewering, dat geef ik toe. Het vraagt om een fundering.

De werkelijkheid bestaat.
Onze kennis is gebaseerd op de werkelijkheid.
"De werkelijkheid is de basis van onze kennis (de basist)" zou ik kunnen zeggen.
"De werkelijkheid is de grond van onze kennis (de grondist)" zou ik kunnen zeggen.
"De werkelijkheid is het web van onze kennis (de webbist)" zou ik zelfs kunnen zeggen mits ik enige paddo's tot mij zou genomen hebben.
Maar hé, dat vertik ik.
"De werkelijkheid is het fundament van onze kennis", zeg ik.
Ik ben een fundamentist en daar ben ik fier op.








zaterdag 14 november 2015

Simone van Saarloos



Simone van Saarloos schreef "het monogame drama".
Het pamflet verschijnt pas op 19 november, maar wat is er heerlijker dan te schrijven over iets wat nog niet is ?

Voor de liefhebbers (!), een voorpublicatie kan je wel al vinden op "de correspondent".
Zoals het een ware filosofe betaamt, inclusief "ad verecundiam" referenties naar een psycholoog (Robert Sternberg), een cultuurhistoricus (Johan Huizinga) en, godbetert, Plato !

Zelf heb ik geen enkele neiging om mij te mengen in deze discussie.
Maar in een interview met Simone in "De Morgen" was er wel een mooi citaat.

"Ik heb de totale ommekeer nodig om vrij te kunnen denken".

Een vrijheid die iets nodig heeft.
Een gebonden vrijheid, vastgeketend aan datgene wat ze nodig heeft.
Wel, wel.

"Het monogame drama" maakt deel uit van de Horzelreeks van De Bezige Bij, pamfletten die stof willen doen opwaaien.
Wel, wel.




(@Simone: Zullen we iets gaan drinken?)

dinsdag 10 november 2015

David Hand



De onontkoombaarheid van het toeval


Beetje moedeloos de laatste dagen.
Er was (alweer) een column van Johan Braeckman.
De titel in dikke vette letters:

De onontkoombaarheid van het toeval

Helemaal op het eind van de column was er een verwijzing naar "het onwaarschijnlijkheidsprincipe" van David Hand. 
Ik nam me voor om een stukje te schrijven met allemaal uitdrukkingen waarin het woord "hand" in voorkomt. 
(Van het genre "Braeckman heeft er een handje van weg om uit zijn nek te kletsen" ....)

Maar de moed ontbreekt me.

Het omgekeerde van het toeval lijkt mij de wetmatigheid.
Aan dergelijke wet kan je niet ontkomen. Anders zou het geen wet zijn.
Dat maakt dat het toeval echt wel ontkoombaar is.
Het toeval is immers toevallig.

Maar dat ligt (alweer) ongetwijfeld al te zeer voor de hand.