zaterdag 31 oktober 2020

De Chinees

Met alle Chinezen maar niet met den dezen.

Ik ben mateloos gefascineerd door denkers die hun tijd vooruit zijn.
Joël De Ceulaer om er een te noemen.
Hij is zijn tijd vooruit, niet omdat dat nu eenmaal de waarheid is, maar omdat de feiten dat aantonen.

Toen er nog een wetenschappelijke consensus was dat het mondmasker geen bijdrage leverde in de strijd tegen corona, was Joël al een vurig (bel 112) pleitbezorger van het mondkapje. Hij heeft altijd consequent vragen gesteld – akkoord, soms ging hij iets verder dan dat -  bij de versoepelingen van de lockdown. Vandaag moeten we helaas vaststellen dat de cijfers hem gelijk geven. Hij had zijn bedenkingen bij de heropening van de scholen, en nu blijkt uit een studie die in The Lancet gepubliceerd werd, dat de impact van het openen van scholen op de zogenoemde R-waarde ‘significant’ is. De resultaten van deze studie kunnen u misschien verbazen, maar mij niet. Ik wist het omdat ik een dwangmatige volger ben van denkers die hun tijd vooruit zijn.

Wat is het geheim van Joël De Ceulaer? Ik lees elke brief, elk essay, ja zelfs elke tweet van de man.
En dat loont. Vandaag gaf hij gratis en voor niks een tip weg in zijn essay  “Democratie en wetenschap: twee verschillende werelden”.
“Kies het zekere voor het onzekere”.
Van Joël De Ceulaer, ere wie ere toekomt, heb ik evenwel ook geleerd om niet klakkeloos te geloven wat iemand schrijft, zelf al is het een denker die zijn tijd vooruit is. Het zal je maar overkomen dat je denker die zijn tijd vooruit is pas in het gezegende jaar 2120 zijn gelijk krijgt. Het is nu eenmaal een feit dat de gemiddelde mens daar niet op kan wachten.
Je moet die stelling zelf analyseren. Welaan dan.

Allereerst zit er een fraaie paradox in de richtlijn. Weet je nog niet zeker of het mondmasker al dan niet efficiënt is, draag het dan toch maar. De efficiëntie van het mondmasker is de onzekere factor. En toch kiest Joël De Ceulaer voor het mondmasker. Hij kiest voor het onzekere en hij verkoopt het als het zekere. “Kies het zekere voor het onzekere”. Het geheim van de denker die zijn tijd vooruit is: hij is een woordkunstenaar!

De richtlijn “Kies het zekere voor het onzekere” in deze crisis leidt tot een schier eindeloze sliert van vragen. Om de impact van “eindeloos” te beseffen moet je wel een heel eind weg durven denken. Zo was Marc Noppen, een andere denker die zijn tijd vooruit is, op de “Afspraak op vrijdag”. Hij bewonderde (minuut 25) de Chinese methodiek  waardoor men er in geslaagd is een land van anderhalf miljard mensen virusvrij te krijgen daar waar onze lamlendige politici eerder viruskwekers lijken. Men kan zich de vraag stellen of het Chinese politiek systeem daar iets mee te maken heeft. Dat is niet zeker. Maar in deze tijden van crisis kiezen we het zekere voor het onzekere….
Met alle Chinezen, maar niet met den dezen. IK WIL DAT NIET.

Eén ding is zeker: de richtlijn “kies het zekere voor het onzekere” is een richtlijn die onvermijdelijk tot een lockdown leidt. Maar is dat ook de richtlijn die ons uit de lockdown kan brengen?
Moeten we wachten tot er minder dan vijftig besmettingen per dag zijn voor we versoepelen?
Minder dan tien per dag?
Mogen we nog naar het buitenland als daar nog besmettingen zijn?
Moeten we wachten tot er een vaccin is?
Moeten we niet wachten tot het vaccin zijn deugdelijkheid heeft bewezen?

Om uit de lockdown te geraken zullen we vroeg of laat het onzekere voor het zekere moeten nemen.
Daar ben ik zeker van.

 

 

 


zondag 18 oktober 2020

Jean-Marie Dedecker

 

Leidraad voor het schotschrift.

Het schotschrift, het is een genre dat niet voor iedereen weggelegd is, zelfs niet in deze polariserende tijden. Velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren. Indien men iets wil bijleren over het schimpschrift heeft de leerling er, zoals in zowat alles, baat bij om zijn oor te luisteren te leggen bij de meester. De harde meester in dit geval, want zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Een van de sierlijkste libellen onder de senseis in onze kontreien is Jean-Marie Dedecker. Toegegeven, sierlijk is niet echt het adjectief dat men doorgaans associeert met Jean-Marie, maar toch, schijn bedriegt.

Wat mij meteen tot een eerste taaltipje brengt: het gebruik van het adjectief. Nu weet iedereen die al eens de eerste de beste cursus creatief schrijven heeft ingekeken, waarmee ik hoegenaamd niets wil insinueren Jean-Marie, dat het gebruik van het adjectief in elk literatuurgenre van belang is, maar toch, een schotschrift staat of valt met het goed gebruik van het adjectief: schrijf niet “betoog”, maar schrijf “vlammend betoog”.
Neem nu de laatste column van de Vlaamsche mimus polyglottos, “Ik krijg stilaan een indigestie van rabiate klaaggenootschappen”.
Wanneer we deze nader analyseren kunnen we meer algemeen stellen dat het Bourgondische taalgebruik een conditio sine qua non is voor het schotschrift.
Meer specifiek:
- Schrik er zeker niet voor terug om er af en toe eens een verkleinwoordje tussen te gooien: de slechte verstaander wordt er met een “minimum” aan moeite op stang mee gejaagd.
- Het gebruik van aanhalingstekens mag zeker niet geschuwd worden. Maar geen nood indien u een allergie heeft voor aanhalingstekens, cursief schrift of caps lock kunnen altijd een mooi alternatief bieden.
- De bijzin moet, tot meerdere eer en glorie van de toegewijde lezer, in ere hersteld worden.
- Af en toe een aforistische alliteratie. Wel opletten met overdadig gebruik om te vermijden dat de lezer de indruk zou kunnen krijgen dat hij in de poëzie bijlage terecht gekomen zou zijn. DODELIJK !

Eidoch, er is een grote maar verbonden aan het schrijven van een spotschrift: men kan veel bereiken met grondig de hersenspinsels van de meester te bestuderen, maar men mag nooit ofte nimmer vergeten dat men ook een zekere aanleg voor het genre moet hebben. Het is, we moeten daar eerlijk in durven zijn, niet iedereen gegeven om zonder blikken of blozen de woorden “ik krijg stilaan een indigestie van rabiate klaaggenootschappen” op papier te zetten wanneer men zelf de meest notoire klager van het gezelschap is. Het wezen van het schotschrift is de aanklacht. De KLACHT. Jean-Marie heeft geen genootschap nodig om te klagen, hij is de vleesgeworden klacht. Lees er zijn columns op na, of nee, doe maar niet, zelfs voor een schotschrift is dat er ver over.

Dit gezegd zijnde, ik wens Jean-Marie een snel herstel van zijn indigestie. Een zetpil met de afdruk van je eigen hoofd erop doet wonderen, ik spreek uit ervaring.

 https://www.knack.be/nieuws/belgie/ik-krijg-stilaan-een-indigestie-van-rabiate-klaaggenootschappen/article-opinion-1654325.html