zaterdag 10 oktober 2015

Lucretius



AAAAAAAHHHHHHH!!!!!!!

WHAT THE FUCK!

Een einde "is" toch ook maar een einde en niets meer dan dat.

Vandaag zat ik in de bib en had ik de bijna onweerstaanbare drang om een bladzijde uit OF/OF van Kierkegaard te scheuren.
Uiteindelijk heb ik het gewoon even opgeschreven.

Om maar te zeggen, de dingen die ik graag lees vind ik bij zeer weinige auteurs terug.
Over het algemeen moet ik het stellen met literatuur die me tegen de haren instrijkt.
Johan Braeckman bijvoorbeeld.


Over de bugs in ons denken - Johan Braeckman

Reeds in de zeventiende eeuw ontcijferden Galilei, Kepler, Newton en andere natuurkundigen hoe ons zonnestelsel in elkaar steekt, hoe de hemellichamen bewegen en hoe een regenboog ontstaat.
In de negentiende eeuw kregen geologen zoals Charles Lyell vat op wat men de diepe tijd noemt: de miljarden jaren die reeds zijn vervlogen en die ons intuïtieve voorstellingsvermogen te boven gaan. Charles Darwin en andere biologen legden de mechanismen bloot die de ontwikkeling van soorten en van de wonderlijke eigenschappen van organismen bepalen.
In de eerste decennia van de twintigste eeuw ontwikkelde men de kwantumtheorie en de relativiteitstheorie, gevolgd door kosmologische inzichten die ons een steeds betrouwbaarder beeld bezorgen van de meest fundamentele eigenschappen en zelfs van het ontstaan van het universum.
Dankzij deze en vele andere wetenschappelijke verwezenlijkingen, beseffen we van de weeromstuit hoe radicaal fout onze opvattingen kunnen zijn. Ook de wetenschap zelf zit er soms volkomen naast. De wetenschapsgeschiedenis kent talloze voorbeelden van doodlopende onderzoeksporen, valse waarnemingen, foute interpretaties, gesneuvelde hypothesen en theorieën die al te lang stand hielden, maar wetenschap doet tenminste aan zelfcorrectie.
Als wiskundige inzichten en wetenschappelijke methodes ons denken niet bijstaan, loopt het zo goed als onvermijdelijk fout. Stel dat iemand nooit leerde hoe groot de aarde is, of wat de snelheid van het licht is, of hoe de mens is ontstaan. Er is nagenoeg geen enkele kans dat de opvattingen die men daarover spontaan ontwikkelt op het juiste spoor terecht komen. Integendeel, onze intuïtieve opvattingen hierover gaan spontaan richting mythologie en pseudowetenschappen.

Onzinnige opvattingen

Natuurlijk begrepen meerdere scherpzinnige denkers al lang geleden dat ons denken verre van betrouwbaar is. De Romeinse filosoof Lucretius hekelde reeds in de eerste eeuw voor Christus in zijn geweldige De Rerum Natura (Over de natuur der dingen) het vaak volkomen absurde bijgeloof van zijn tijdsgenoten.
De zeventiende-eeuwse Nederlandse theoloog Balthasar Bekker gaf in zijn boek De Betoverde Weereld aan dat spoken, duivels en heksen niet bestaan, wat toentertijd geheel tegen de tijdsgeest inging. In de negentiende eeuw besprak de Schotse auteur Charles Mackay een hele reeks voorbeelden van onzinnige opvattingen in zijn nog steeds bijzonder leesbare boek Extraordinary Popular Delusions and the Madness of Crowds, gaande van de kruistochten tot economische hypes die fataal aflopen en van alchemistische pogingen om oud ijzer in goud te veranderen tot de zogenaamde voorspellingen van Nostradamus.
Maar geen van deze auteurs kon uitleggen hoe het kan dat de mens, die zichzelf graag als een redelijk wezen omschrijft, zich zo makkelijk laat overtuigen van volstrekt onhoudbare opvattingen. Zelf wanneer een opvatting radicaal fout blijkt, blijft ze toch aanhangers hebben. Sterker nog, soms stijgt het aantal mensen dat er geloof aan hecht.
De psycholoog Leon Festinger beschrijft dat op onvergetelijke wijze in zijn boek When Prophecy Fails, uit 1956. Festinger en zijn medewerkers bestudeerden een groep die zichzelf ervan had overtuigd dat de wereld zou vergaan, meer bepaald op 21 december 1954. Toen die datum aanbrak en de wereld niet verging, kreeg de leidster van de groep een boodschap van de buitenaardse wezens waarmee ze reeds een tijdje contact had: God had beslist om de aarde nog een kans te geven. Dit zorgde ervoor dat meerdere groepsleden de totale mislukking van de voorspelling konden duiden en rationaliseren, wat hun geloof erin redde en zelfs versterkte.

Weerstand bieden aan cognitieve illusies

Festinger is een van de pioniers van de psychologen en cognitieve wetenschappers die ontrafelen hoe ons denkvermogen functioneert, niet alleen wanneer het tot betrouwbare opvattingen komt, maar ook wanneer het volkomen de mist ingaat. Vele tientallen cognitieve illusies zijn ondertussen blootgelegd, gaande van het gebruik van drogredenen tot allerlei vooroordelen en onbetrouwbare intuïties die zich met grote stelligheid opdringen aan ons bewustzijn.
Een klassieker in het genre is de confirmation bias of het bevestigingsvooroordeel, onze neiging om te onthouden wat aansluit bij de opvattingen die we reeds hebben en om datgene wat er niet mee strookt te ontkennen of te minimaliseren. Vrijwel niemand gaat spontaan op zoek naar informatie die de eigen opvattingen onderuit zou halen. Het internet is een zegen voor het bevestigingsvooroordeel: om het even waarin men gelooft, elke zoektocht levert ondersteunende anekdotes op. Zodra we aanvoelen dat een website informatie bevat die tegen onze opvatting ingaat, klikken we weg.
Waarom zouden we het onszelf lastig maken door datgene te lezen wat we onaangenaam vinden? Een paar klikken verder vinden we zo goed als zeker iets wat aansluit bij onze mening, wat een veel prettiger gevoel oplevert. Het is buitengewoon lastig, maar noodzakelijk voor wie kritisch en helder wil denken: lees en bestudeer ook datgene wat je tegen de haren instrijkt.



Bij deze alvast een bug in ons denken: "foute interpretaties".
Van zodra een interpretatie juist of fout zou zijn, zou het per definitie ook geen interpretatie (een persoonlijk oordeel) meer zijn maar een waarheid of een leugen. Een wetenschap of een pseudo-wetenschap, een feit of een fictie.

Meer literatuur:
http://gjerutten.blogspot.be/2015/09/object-zijn-en-bestaan-vier-mogelijke.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten