zaterdag 6 december 2014

Hans Achterhuis



Om de haverklap komt er vandaag de dag wel iemand jammeren over het niveau van het debat.
Heel concreet was er vandaag een essay "Tegen de moralisering van het politieke debat".
Copyright Bart Eeckhout.
http://www.demorgen.be/binnenland/wie-zal-er-voor-de-kinderen-zorgen-a2143889/


Of ik verwijs nog een keer naar Herman Loos.

"Er wordt in het publieke debat van onze zogenaamde kennissamenleving al bij al bijzonder weinig geargumenteerd. Soms lijkt het alsof de onderbouwde discussie als format opzij is gezet wegens te weinig mediageniek en een schrijnend gebrek aan lolligheid. Wat verkoopt is een stellingenoorlog in de loopgraven van het grote gelijk. Wat mij, al bij al, opnieuw terugbrengt tot mijn methodische twijfel aan het nut van het concept communicatieve rationaliteit."

De methodische twijfel.
"De cartesiaanse twijfel of methodische twijfel is in de filosofie van René Descartes een manier van zoeken naar zekerheid door systematisch aan alles te twijfelen."
Dubito, ergo cogito, ergo sum.
Dubito is het uitgangspunt.
En dan "ergo".
Maar conform het uitgangspunt stelt zich de vraag: is er een "ergo".
En het antwoord is uiteraard "dubito".
In tegenstelling tot Descartes en zijn ontelbare aanhangers geraak ik niet weg van de dubito.
(Ik herhaal mezelf voortdurend, maar dit keer loopt het wel echt de spuigaten uit. Eén keer in de vier jaar moet dat wel kunnen... http://www.bloggen.be/ornamenten/archief.php?ID=952575
De methodische twijfel is geen twijfel, het is een zekerheid.
Ik heb de "argumenten" al jaren geleden ingeruild voor de momenten.
Dan komt het ogenblik, en als het ogenblik dan komt, begrijpt de stille lelie dat nu het ogenblik gekomen is, en hij benut het. O jij, diepzinnige leermeester van de eenvoud, zou het ook mogelijk zijn om het ogenblik te treffen terwijl men praat? Nee, alleen maar door te zwijgen treft men het ogenblik. Als men spreekt, al zegt men maar één woord, verliest men de greep op het ogenblik. Alleen in de stilte is het ogenblik. Daarom moet men heel stil zijn, wil men opmerken ‘nu is het er’.
Ik heb de cartesiaanse twijfel vervangen door een Kierkegaardiaanse twijfel.
My doubt is terrible.—Nothing can stop me—it is a hunger of damnation—I can devour every argument, every consolation, and reassurance—I rush past every obstacle at a speed of 50,000 miles a second (Dagboek, III A 103).


Vandaar dat ik onophoudelijk schrijf.
De stilte van het schrijven.
Het is een schrijven als filosoof.

Wie schrijft als filosoof,
schrijve persoonlijk
of schrijve niet.
Hans Achterhuis

Een schrijven waar ik me van afvraag of Hans Achterhuis het zelf onder de knie heeft.
Hoe een utopisch geloof letterlijk blind kan maken voor de harde feiten, blijkt uit de diepe overtuiging waarmee Alan Greenspan alle economische gegevens die op een kredietcrisis wezen, bewust negeerde.’ – Hans Achterhuis

http://www.hansachterhuis.nl/

In een persoonlijk schrijven worden harde feiten persoonlijk. Of ze worden niet.

Bart Eeckhout mist zijn entree als essayist niet:
"Tegenstrevers worden niet langer met politieke maar met morele argumenten bekampt."

Een ongetwijfeld zeer persoonlijk onderscheid.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten