zondag 30 maart 2014

Tom Vandyck


Ik ben een beetje balorig vandaag.

"We weten niet meer wat racistisch is".
Dat was de titel van een column van Tom Vandyck.
Maar ik vertik het om die column hier een plaats te geven of om er een "gefundeerde" commentaar op te schrijven.
De eerlijkheid gebiedt me om toe te geven dat ik geen inspiratie heb op dit ogenblik.
Ik ben te serieus. Ik kan er de relativiteit niet meer van inzien.
Kan je nagaan hoe erg het met me gesteld is op dit ogenblik.

Maar geen nood!
We vragen gewoon een hulplijn!

http://www.dbnl.org/tekst/braa002poli01_01/
De verloochening van de grammatica schijnt den mensch bijzonder zwaar te vallen; hij schijnt niet te mogen erkennen, dat de grammatici en de levensbezinners, de philosophen, een belangengroep vertegenwoordigen zooals de bakkers en de geschutfabrikanten, en dat de geest doorgaans als hun octrooi dienst moet doen. En reeds hoor ik de philosophen ietwat zuur, maar ondanks alles welwillend en meerwaardig opmerken, dat ik zelf, de bestrijder van den geest, het woord en den zin, zonder dien geest, dat woord en dien zin niet eens zou kunnen argumenteeren, dat ik de grammatica, in plaats van haar te verloochenen, uitbuit met alle middelen, die mij ter beschikking staan. Zouden zij daarin geen gelijk hebben, deze zuurpruimen den geest met hun geoctroyeerde consequentie? Natuurlijk hebben zij gelijk: ik val den geest aan met geestelijke middelen, ik attaqueer woorden met woorden en zinnen met zinnen! Maar er is dit kleine verschil: ik weet, dat ik voor vrienden schrijf, die mijn woorden voelen als een lichamelijk contact en mijn zinnen als een ontmoeting, een teeken van verwantschap; ik weet (ja, ik weet, grammatische woordspeling), dat diezelfde woorden en zinnen als een aanmatigend en volslagen krankzinnig klankgeknetter over de hoofden van het ‘publiek’ zullen gaan, van dit door de verheffing des geestes zoo veelzijdige en beschaafde publiek; ik geloof als een onverzettelijke calvinist in den onzin van mijn zinnen, als ik maar één oogenblik overweeg, dat het ‘logische denken’ mijn woorden voor het publiek zou moeten rechtvaardigen. Voor mij zijn de gebruikelijke woorden van het dagelijksch leven middelen, om mijn belangen te behartigen; de woorden, die ik op dit papier gebruik, behartigen niet minder mijn belangen; in beide gevallen is het ‘logische denken’ slechts een schakel, een omzetting van de gebarentaal der apen en visschen in zoogenaamde begrippen, die mij nu eenmaal in zekere omstandigheden beter dienen dan gekrijsch, bijten of verkleuren. De ‘logica’ van dit boek bestaat dan ook alleen voor hen, die in de logica nog het gekrijsch hooren, het bijten voelen en het verkleuren waarnemen, d.w.z. voor hen, die zich reeds met zenuwen en ingewanden van den cultus des geestes,van de verhevenheid, het ‘hoogere’ en de grammatica hebben losgemaakt en alleen tegenover de deftige woorden nog aarzelen; mijn ‘logica’ heeft alleen vat op degenen, die elk pedant apriori tegenover de dieren willen afleggen en zèlfs het feit der geestelijkheid tegen den mensch wagen uit te spelen, als het noodzakelijk is; voor alle anderen, van den predikant tot den professor, ben ik - en wil ik zijn - onlogisch, en hoogstens... geestig!


http://tvolen.be/2013/01/09/turkse-vrouw-akkoord-met-weigering-antwerpse-snorrenclub/
Een Turkse vrouw die klacht had ingediend bij het centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding omdat de Antwerpse snorrenclub haar weigerde toe te laten, komt na overleg terug op haar beslissing.Volgens de vrouw lag machogedrag aan de basis van de weigering. Enkele dagen geleden verklaarde ze: ‘Het valt op dat de club volledig uit mannen bestaat, terwijl de helft van de Antwerpenaren toch vrouwen zijn, sommigen met een snor, zoals ikzelf. Mijn weigering bewijst overduidelijk dat de snorrenclub niet openstaat voor emancipatie van de vrouw.’
Bij de snorrenclub klonk het daarop enigszins anders. ‘Wij willen deze vrouw graag toelaten in onze club, we hebben dat in het verleden trouwens al voor meer vrouwen gedaan, hoe meer snorren hoe beter. Maar wij hebben liever geen Turken of andere buitenlanders in onze club, man of vrouw, snor of geen snor.’
De Turkse vrouw geeft nu toe dat ze die argumentie kan begrijpen en besluit daarop haar klacht terug in te trekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten