vrijdag 21 maart 2014

Geert Wilders



"Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder aanhangers van Geert Wilders?"


Ein ander Ding ist der Krieg. Ich bin meiner Art nach kriegerisch.
Angreifen gehört zu meinen Instinkten. Feind sein können, Feind sein
- das setzt vielleicht eine starke Natur voraus, jedenfalls ist es
bedingt in jeder starken Natur. Sie braucht Widerstände, folglich
sucht sie Widerstand: das aggressive Pathos gehört ebenso nothwendig
zur Stärke als das Rach- und Nachgefühl zur Schwäche. Das Weib zum
Beispiel ist rachsüchtig: das ist in seiner Schwäche bedingt, so gut
wie seine Reizbarkeit für fremde Noth. - Die Stärke des Angreifenden
hat in der Gegnerschaft, die er nöthig hat, eine Art Maass; jedes
Wachsthum verräth sich im Aufsuchen eines gewaltigeren Gegners -
oder Problems: denn ein Philosoph, der kriegerisch ist, fordert auch
Probleme zum Zweikampf heraus. Die Aufgabe ist nicht, überhaupt über
Widerstände Herr zu werden, sondern über solche, an denen man seine
ganze Kraft, Geschmeidigkeit und Waffen-Meisterschaft einzusetzen
hat, - über gleiche Gegner... Gleichheit vor dem Feinde - erste
Voraussetzung zu einem rechtschaffnen Duell. Wo man verachtet, kann
man nicht Krieg führen; wo man befiehlt, wo man Etwas unter sich
sieht, hat man nicht Krieg zu führen.


"Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder aanhangers van Geert Wilders?"
en
"Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?"
Wat is het verschil?
Geert Wilders discrimineert op basis van een nationaliteit.
Discriminatie op basis van nationaliteit, geloof, ras en geslacht is niet geoorloofd.
De opposant van Wilders discrimineert op basis van een overtuiging.
Discriminatie op basis van een overtuiging is geoorloofd.
Meer nog, het is zelfs wenselijk. Anders zouden we in een gevaarlijk relativisme terecht komen.
De ene overtuiging is beter dan de andere omdat die gebaseerd is op feiten, op de werkelijkheid.
Alle mensen zijn gelijkwaardig, maar niet alle overtuigingen.

Geert Wilders heeft ondertussen wat gas terug genomen. Hij bedoelde "criminele Marokkanen".
Dat is immers geoorloofd.
Dat is discriminatie op basis van een overtuiging. Een overtuiging die gemakkelijk kracht kan bijgezet worden door feiten in de vorm van veroordelingen.
Dat was een teleurstelling. Als ik Geert Wilders was geweest had ik die nuance niet gemaakt.
Ik zou gezegd hebben "met Marokkanen bedoelde ik moslims."
"Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder moslims?"
Dat is niet geoorloofd.
Dat is discriminatie op basis van geloof.
Maar de grens wordt al gauw veel minder duidelijk.
Ik zou gezegd hebben "met Marokkanen bedoelde ik islam", "met Marokkanen bedoelde ik de overtuigingen van de Marokkanen".
"Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of  minder islam?"
Deze vraag is heel legitiem. Er worden immers geen mensen meer geviseerd. Er wordt een overtuiging geviseerd.
Discriminatie op basis van een overtuiging is immers geoorloofd.
Meer nog, het is zelfs wenselijk. Anders zouden we in een gevaarlijk relativisme terecht komen.
De ene overtuiging is beter dan de andere omdat die gebaseerd is op feiten, op de werkelijkheid.
Zo zijn er zeer intellectuele mensen (veel intellectueler dan Geert Wilders) die het recht opeisen om te stellen dat de islam "achterlijk" is.
Dat is geoorloofd omdat het kan gestaafd worden door feiten.
De islam discrimineert namelijk op basis van geslacht.
Discriminatie op basis van geslacht is niet geoorloofd.
Dat is een sluitend discours.
Dat is een sluitend discours, althans voor de aanhangers van dat discours.
De tegenstanders van dat discours zullen aanhalen dat deze discriminatie cultureel bepaald is, dat de gehanteerde definitie van het aangehaalde seksisme cultureel bepaald is.
Discriminatie op basis van cultuur.
Dat is ongeoorloofd.
Of dat is wel geoorloofd.
Dat hangt er van af.
Dat hangt er van af of u een aanhanger bent van een cultuurrelativisme of van een cultuurabsolutisme.
"Waar hangt dat op zijn beurt dan weer van af", zou men zich zo langzaam aan wanhopig kunnen afvragen.
"Dat hangt af van de aanhanger", is een mogelijk antwoord.
Maar dat is een relativisme, dus daar schieten we niet mee op.
Het verplicht ons tot het herformuleren van de vraag.
Zijn er universele waarden en normen?
Waar zou dat van afhangen?
Dat hangt er van af of er een Zijn is.
Waar zou dat van afhangen?
Dat hangt af van de natuur, dat moet duidelijk zijn.
Per slot van rekening "zijn" we geen relativisten.



Ik voer oorlog.
Maar ik zie niets onder mij.
Ik veracht niet.
Ik voer oorlog.
Maar ik vecht met de blote vuist.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten