dinsdag 12 maart 2013

Julien Coppens




“Het debat over het homohuwelijk was deze maand brandend actueel. Veel media toonden en gaven hun commentaar bij een internetfilmpje. Het ging om een interview dat in oktober 2012 werd afgenomen na een manifestatie tegen de legalisering van het homohuwelijk. Er is een vrouw aan het woord die haar mening geeft over de kwestie, op een typisch ‘Parijse’ toon en doorspekt met achterhaalde denkbeelden van het ‘oude’ Frankrijk. Volgens haar zijn homo’s zieke mensen. Ze vindt het ook zo jammer voor hen en ze hoopt dat er snel een behandeling wordt gevonden om ze te genezen. Naar haar mening houdt het aanvaarden van het homohuwelijk het grote gevaar in dat onze maatschappij ontspoort. Dan valt uiteraard de toorn van God te vrezen, en ga zo maar verder.
 
 
20130312 nieuwsbrief spullenhulp
 
Onze vrienden de journalisten reageerden prompt en eensgezind: Hola, beste vrienden! Hoe achterlijk is dat standpunt! Wie is die feeks die dergelijke taal durft uit te slaan?!
Het was als karikatuur natuurlijk erg geslaagd. De persoon was goed gekozen, de valstrik moest dus wel werken. Maar laten we niet vergeten dat homo’s nog niet zo gek lang geleden zowat overal met de vinger werden gewezen. Ze waren allemaal verslaafd aan drugs, hadden aids, kleedden zich al te extravagant en praatten met een verwijfd stemmetje (dolle pret om dat onder jolige vrienden na te doen!). Gelukkig vielen ze zo meteen op, zodat een mens niet het risico liep van gezellig te kletsen met een homo, in alle onwetendheid.
Ik heb een uitgesproken mening over homoseksualiteit en ik ben niet de enige. Sommigen veroordelen de homo’s zelf, anderen veroordelen dan weer de onverdraagzaamheid, nog anderen weten het niet goed …
… en dan? Is het zo erg om te denken dat homoseksualiteit een ziekte is? Is het verwerpelijk om te denken dat ze kunnen genezen? Waarom zich bedienen van een karikatuur (de dame uit het interview) om te spreken ‘in naam’ van de tegenstanders van het homohuwelijk? Het risico bestaat dat er meningen worden opgedrongen, wat zeker tot onverdraagzaamheid kan leiden. En is dat niet veel erger dan het gevaar van ‘besmetting’ door een homo, of erger nog dan een volledig vals beeld te hebben?
Misschien volg ik de juiste media niet, die wel volledig en objectief kunnen berichten over een bepaald onderwerp, zodat het publiek met kennis van zaken een eigen mening kan vormen. Of misschien leven we in een maatschappij waarin je ofwel ‘mee’ of ‘niet mee’ bent. Dat iemand vandaag gelijk of ongelijk heeft, dat iets goed of slecht is … Misschien geldt in onze wereld enkel nog de tweedeling en is er geen plaats meer voor ‘grijs’.
Nochtans verschillen we allemaal van elkaar. Er zijn dus evenveel mogelijke wegen en denkbeelden als er mensen zijn, evenveel waarheden als situaties, een universele waarheid is er maar zeer zelden en niemand weet wie ze in pacht heeft. Is respect niet net gedrag kunnen aanvaarden zonder te oordelen, ook al begrijpen we het hoegenaamd niet. Waarom veroordelen? Iedereen heeft het recht om te zijn wie hij is, zolang hij de maatschappij niet schaadt.
Waarom moeten we dus per se allemaal dezelfde mening hebben? En ik heb het dan niet enkel over die persoonlijke kwestie van de homoseksualiteit. We laten ons allemaal vangen door stereotypes, door voorgekauwde ideeën over een hele reeks situaties waarin mensen leven. Ik heb mijn mening over armen, zwaarlijvigen, immigranten … u dan niet?”
 
En hop, heel de wit-zwarte goegemeente over zich heen.
Met excuses als resultaat.
 

Vooroordelen brengen de samenleving zware schade toe

Ik wou graag mijn excuses aanbieden aan al wie zich gekwetst voelde door mijn editoriaal artikel in het Nieuws nr. 183 van de vzw Spullenhulp onder de titel “Laten we trouwen”. Ik wou in mijn tekst pleiten voor verdraagzaamheid en ruimdenkendheid. Maar nadat ik alles nog eens goed nagelezen had, besefte ik dat het niet erg duidelijk was en dus vatbaar voor interpretatie. Laat ik het dus hier wel duidelijk stellen: ik denk hoegenaamd niet dat homoseksualiteit een ziekte is.
Het was mijn bedoeling om de aandacht van de lezers te vestigen op het feit dat we allemaal vaak voorgekauwde ideeën hebben over categorieën van mensen en dat die vooroordelen gevaarlijk zijn.
De mensen die bij Spullenhulp aankloppen (daklozen, werklozen, enz.), zijn het slachtoffer van deze vooroordelen waar ik als algemeen directeur al jaren tegen vecht.
Ik wou onze lezers aansporen om verder te kijken dan die kant-en-klare opvattingen, om de hand te reiken naar de ander en om een eigen mening te vormen eerder dan zich te baseren op “men zegt…”.
Wie deze stap zet, beseft al snel dat wij mensen, ongeacht geslacht, kleur, godsdienst, enz. echt zeer veel gemeen hebben.
Wie dat ziet en aanvaardt, kan ook luisteren naar wat die ander te zeggen heeft en zich uiteindelijk een opvatting eigen maken die niet langer gestoeld is op vooroordelen, maar op echte kennis van die ander.
Julien Coppens
Directeur VZW Spullenhulp


Toch even de statuten aanpassen dan.
Art. 3. De vereniging heeft in het algemeen de strijd tegen de uitsluiting en de armoede tot doel.
 
Artikel 3 kan best aangepast worden:
De vereniging heeft in het algemeen de strijd tegen de uitsluiting (behalve van mensen die denken dat homoseksualtiteit een ziekte is) en de armoede tot doel.








 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten