zaterdag 15 september 2012

Lisbeth Imbo



Om af te sluiten: als de goede fee langskwam en je mocht één wens doen, helemaal voor jezelf, wat zou je dan kiezen?
"Dat ik de man van mijn leven mag tegenkomen voor ik zeventig ben."

Zeventig? Waarom zou je zoveel marge inbouwen?
"Als ik zou zeggen: morgen, dan zou ik ongerust zijn dat de fee net die dag haar handen al te vol heeft. Ik ben toch het meisje van de eeuwige reality check, vrees ik (lacht).

Lisbeth Imbo in de Morgen.

Liefste Lisbeth,
Geloof het of geloof het niet, de goede fee is mijn buurvrouw.
Toen ik haar vanmorgen in ons plantsoentje de krant zag lezen, merkte ik onmiddellijk dat er haar iets dwars zat.
"Goedemorgen buurvrouw -ik spreek haar altijd aan als "buurvrouw", ik slaag er niet in om telkens weer "goede fee" te zeggen - ", begroette ik haar.
"Dag buurman", antwoordde ze.
"Wat ligt er  zo zwaar op de maag zo vroeg in de ochtend", vroeg ik haar.
"Lisbeth", zuchtte ze.
Liefste Lisbeth, zelf zou de goede fee nooit haar beklag doen over iemand, het is per slot van rekening de goede fee, haar verhaal was eerder het verhaal van haar eigen moedeloosheid.
Dat kan je toch niemand kwalijk nemen, ook de goede fee blijft tenslotte ook maar een gewone goede fee.
"Mijn lieve buurman", zei ze, "dit heb ik nog nooit iemand verteld, maar vandaag moet het me van het hart."

"Lang, lang geleden schiep God hemel en aarde en al wat er bij hoort. Men denkt altijd dat hij als laatste de mens geschapen heeft, maar dat is niet helemaal correct. Als laatste schiep hij de goede fee, op de zevende dag namelijk. Dat komt zo, de zevende dag was God aan rust toe. Hij zette zich neer in zijn ligstoel aan zijn zwemvijver, jaah, God was zijn tijd ver vooruit. Genietend van de eerste zonnestralen werd hij voor een dilemma geplaatst. Hij had zin in een stevige pint, maar hij was vergeten om zijn sixpack mee te brengen. Moest hij zijn positie in zijn ligstoel opgeven om zich alsnog een sixpack te gaan halen, of moest hij blijven zitten en zijn pintje laten voor wat, of liever "waar", het was?
God twijfelde. Maar niet echt lang.
Want God zou God niet zijn als hij niet een ingenieuze inval had. Hij schiep de goede fee die hem een sixpack bracht!
Maar God heeft het zich die dag beklaagd, want al gauw begon de goede fee te zeuren.
"Maar God, het kan toch niet zijn dat ik enkel en alleen maar geschapen ben om jouw een biertje te bezorgen".
"Ach, zeur toch niet zo goede fee", antwoordde God, maar diep in zijn binnenste vond hij toch wel dat de goede fee een punt had.
"Weet je wat", zei hij na verloop van tijd, "jij bent geschapen om wensen te vervullen".
Zo, dat had hij even aardig opgelost.
En ook de goede fee was blij met haar lotsbestemming.
Maar toen ze samen wat zaten te doezelen, loom geworden van het bier, begon de goede fee toch wat schrik te krijgen van haar taak.
"Maar hoe moet ik dat allemaal gedaan krijgen God", wierp ze op, "ik zou toch enkele hulpmiddelen nodig hebben om dat allemaal gedaan te krijgen".
God werd een beetje kregelig. Het was een lieve man, maar als hij wat te veel gedronken had kon hij wel chagrijnig uit de hoek komen. God schepte met zijn hand in zijn zwemvijver en reikte de goede fee een handvol kikkerdril aan. "En nou opgehoepeld", dat waren de laatste woorden die de goede fee te horen kreeg."
De goede fee zuchtte.
"Honderden kikkers heb ik Lisbeth al langs gestuurd, honderden. Maar ze heeft nog niet door dat je de kikker eerst moet kussen voor het een prins op het witte paard wordt".
"Ach, maak je maar geen zorgen", gaf ik de goede fee een knuffel, "de tijd verhult alles, maar het moment onthult de realiteit".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten