zondag 15 april 2012

Frederik Deburghgraeve

Ik weet niet of u het weet, maar Karel De Gucht is een baantjestrekker.
Elke dag trekt Karel zijn baantjes.
Weinigen weten dat.
Nog weiniger weten ook waarom.
En hij die op de hoogte is van de oorzakelijkheid heeft een streepje voor in zijn betoog.
Toevallig weet ik waarom Karel De Gucht baantjes trekt.
Het is niet iets waar Karel De Gucht fier over is, maar hij is bijgelovig.
De ascetische bourgondiër Karel De Gucht is een bijgelovige rationalist.
Dat bijgeloof dateert van de dertiende dag van zijn huwelijksreis.

Karel en Mireille bezegelden hun huwelijk met een wereldcruise.
Op de noodlottige tweede dag besloten Karel en Mireille het zwembad uit te proberen.
Mireille, in een strak zwart speedo badpak, dook tot haar verbazing met een sierlijke duik als eerste het water in. Die verbazing was niet van toepassing op haar sierlijke duik, maar wel op het merkwaardige gegeven dat ze als eerste uit het kleedhokje was gekomen. Dat strookte namelijk niet met het "sociale feit" (ik heb in de paasvakantie zitten grasduinen in examenliteratuur van een aantal familiale tieners, zijnde "Het speelveld en de spelregels. Een inleiding tot de sociologie") dat vrouwen langer in het kleedhokje vertoeven dan mannen.
Mireille liet het niet aan haar hart komen en kliefde door het water als een dolfijn.
Ettelijke baantjes later verscheen Karel op het toneel. Volledig op de hoogte van het "sociale feit" dat vrouwen langer in het kleedhokje vertoeven dan mannen, nam hij rustig de tijd om zijn polsen en borst nat te maken.
Als een walvis plonsde hij het water in.
Hij maakte veel misbaar met zijn spartelende benen. Zijn armen gingen vrijwel verticaal de hoogte in om dan met een geweldig harde slag plat op het water terecht te komen. Karel De Gucht zijn crawl moet bekeken worden vanuit het paradigma van de motard: "hoe meer lawaai het maakt hoe beter we vooruit gaan".
Mireille had zich inmiddels op de kant gehesen en met de elegante benen bengelend in het water sloeg ze de progressie van haar echtgenoot amusant gade.
"Wat een herrie maak jij zeg", zei ze hem toen hij langszij gezwommen kwam.
Karel was even uit zijn lood geslagen.
Niet door de opmerking van zijn vrouw, maar door het feit dat hij blijkbaar niet als eerste het water was ingedoken.
"Hoe bedoel je?", vroeg hij terwijl hij zijn wenkbrauw fronste.
"Je crawl zoetje, ik bedoel je crawl, of toch datgene wat er voor moet doorgaan, dat lijkt helemaal nergens naar".
"Wedstrijdje?", vroeg Karel droog.
Mireille moest even goed kijken of hij het wel meende (per slot van rekening waren ze toen nog maar pas getrouwd). Ze kon geen spoor van ironie bespeuren en begon luidop te lachen.
"Wat mij betreft krijg je nog een riante voorsprong ook", liet ze zich naast hem in het water glijden.
Maar dat aanbod sloeg Karel zeer beleefd af.
"Klaar... start", zei hij.
En hij ging er vandoor als een pijl uit een boog onder water.
Mireille won de partij met de vingers in de neus.
"Wel?", vroeg ze uitdagend toen hij eindelijk ook aan de kant was geraakt.
"Je... je hebt het spel wel gesaboteerd hé", antwoordde Karel toen hij uitgehijgd was.
"Hoe bedoel je?", vroeg Mireille terwijl ze haar wenkbrauw fronste.
Karel De Gucht wees met zijn vinger naar zijn zwembroek.
"Te veel weerstand", zei hij.

Karel De Gucht kwam dan wel weg met een grapje, maar vanaf die dag begon hij baantjes te trekken.
Elke dag.
Tot dag dertien.
Karel De Gucht had niets veranderd aan zijn stijl, alleen het tempo was opgedreven.
Tot dag dertien.
Plots voelde hij een steek in zijn arm. Een kramp. En de steek in zijn arm werd een steek in zijn hart.
Een kramp in zijn hart.
"Dit kan niet waar zijn", dacht Karel De Gucht toen hij onder het wateroppervlak gleed.
"Dit kan niet waar zijn. Karel De Gucht in het midden van de oceaan en dan verdrinken in een zwembad. Dergelijke ironie verdient niemand, zelfs Karel De Gucht niet. Dit kan niet mijn lot zijn....
Ik wil tot het einde van mijn dagen baantjes trekken, maar laat me niet verdrinken in een zwembad in het midden van de oceaan..."
En zo geschiedde.
Elke dag trekt Karel De Gucht zijn baantjes.
Uitsluitend schoolslag.


Het is allemaal de schuld van Frederik Deburghgraeve!
Bart De Wever
Luc Huysse
Lieven De Cauter
Karel De Gucht
Koen Aerts, Berber Bevenage,Lore Colaert
Eric Defoort
Gita Deneckere
...
Schoolslag is alles wat de klok slaat.


Vlinderslag iemand?





Geen opmerkingen:

Een reactie posten