De enige excuses die op hun plaats waren geweest overigens. In Reyers Te Laat schuwde Hugo het boetekleed niet. Het verstand en vooral de list komen met de jaren: je veelvuldig en uit eigen beweging verontschuldigen kost niets, het komt sympathiek over, en het slaat je tegenstander de wapens uit handen.

Waar Reyers Te Laat zich doorgaans beperkt tot volstrekt overbodige ethervulling omdat er weer niets is gebeurd die dag, kwam nu alle onheil plots ineens: Wouter Weylandt was verongelukt in de Ronde van Italië, Michelle Martin zou worden vrijgelaten, en Hugo Camps had zijn columns gebundeld. Alleen het ontploffen van Doel 3 had die opeenstapeling van rampspoed kunnen evenaren.

In die omstandigheden is niemand méér aangewezen als studiogast dan Hugo, die in de wieg is gelegd voor doodbidder. Wij grijpen altijd terug naar het schokkende getuigenis van Jan Van Rompaey, studiegenoot van Camps in Leuven: ‘Als het zo rond een uur of elf echt gezellig begon te worden in de kroeg, stapte Hugo boos op, riep aan de deur dat hij zelfmoord ging plegen, en strompelde naar buiten de koude nacht in.’

Camps heeft vele journalistieke waters doorzwommen en is nog altijd hyperactief met sombere maar keurig geschreven interviews in Elsevier, en met columns in De Morgen waar kop noch staart aan te krijgen is, geheel in lijn met de krant waarin ze gepubliceerd worden. In Reyers Te Laat zat hij plots oog in oog met drie mensen die hij in een niet te ver verleden dodelijk had beledigd: Michel Wuyts, en Paul en Betty Marchal.

Wuyts had hij al versleten voor een Baas Ganzendonk die meer lucht bevatte dan de tubes van de coureurs over wie hij kwekte. En van Paul Marchal had hij op televisie gezegd dat hij danste op het graf van zijn dochter. Daarom had Marchal eerst geweigerd naar de uitzending te komen: hij wenste nooit in zijn leven nog geconfronteerd te worden met iemand als Camps. En dus stond hij een uur later op de VRT, want voor sommige mensen is het toch prettiger om op televisie te komen dan om niet op televisie te komen.

In Reyers Te Laat worden de meest foute mensen met egards overladen, en ook Hugo werd verwelkomd als was hij de vaandrig van de wereldliteratuur. Zijn columns wekken wel de indruk dat de auteur bij het schrijven ervan onder invloed van lsd verkeerde, maar afgaand op de beate loftuitingen van Lieven Van Gils zat ’s werelds briljantste pen aan zijn tafel.

Hugo moet zich daardoor vereerd hebben gevoeld, want in een bui van melancholie bood hij eerst zijn excuses aan Michel Wuyts aan, God mag weten waarom, en daarna aan Paul Marchal. Die heeft de vrijlating van Michelle Martin dankbaar aangegrepen om zijn mediatournee herop te starten, maar in plaats van dat opnieuw te doorprikken, zonk Camps weg in een moeras van schuldbewuste onderdanigheid. Hij had nu ingezien dat ieder het recht had om zijn verdriet op zijn eigen manier te verwerken. Stel u zoiets voor. Paul Marchal accepteerde de verontschuldigingen, met hernieuwd respect! Dat zei hij: met hernieuwd respect. Iemand die zegt dat je danst op het graf van je dochter, betoon je geen respect. Tegen zo iemand spreek je nooit meer een woord, en je gunt hem geen enkele blik meer.

Wat een wansmakelijke vertoning. En wat een afgang alweer voor ons toch al niet hoog in aanzien staande vak. Een columnist biedt zijn slachtoffer geen excuses aan, integendeel, hij gooit er de volgende keer nog een schep bovenop. En zijn slachtoffer zal nooit of nimmer de excuses van een columnist accepteren, ze zijn toch niet gemeend. Zullen we dat afspreken?

Koen Meulenaere