zaterdag 26 november 2011

Slavoj Zizek

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=VF3IR2TO

Hoed u voor Slavoj Zizek

De donkere kantjes van een charlatan

Denk toch maar even na voor u maandag aan de lippen van Slavoj Zizek hangt, schrijven FILIP BUEKENS en GEERDT MAGIELS. De Sloveense stand-upfilosoof houdt van provocerend gebral, maar dat is allesbehalve onschuldig.
De rattenvanger van Hamelen leeft! En hij komt naar Bozar. Maandag 29 november zal in de uitverkochte Henri Leboeuf-zaal de intellectuele bourgeoisie zich aan de voeten vleien van de vermeende filosoof Slavoj Zizek. Deze intellectuele clown is een gevierd spreker van de Occupy-beweging en reist met zijn ‘vlijmscherpe analyses' de wereld rond. Hij zal ook in Brussel de culturele elite op sleeptouw nemen met een verhaal over Europa, de financiële crisis, en de naderende apocalyps. (Zizek is, zo zegt hij zelf, een pessimist.) Hij wordt daarbij niet gehinderd door enige kennis van zaken. Zizek heeft het ontegensprekelijke voordeel dat hij alles begrijpt. Dat laat hem toe de toestand van de wereld te verklaren aan de hand van diepzinnige interpretaties van bijvoorbeeld populaire films of consumptieartikelen.

De voedingsbodem van al zijn inzichten is de ongekroonde keizer van de onduidelijke filosofen: Georg Wilhelm Friedrich Hegel. Alleen achter de dialectische en paradoxale omkering gaat het juiste inzicht schuil. Een tweede pijler van zijn denken zijn de geschriften van de Franse psychoanalyticus Jacques Lacan. Hij zei het onlangs nog in een interview in deze krant: ‘De tegenstelling is de interne voorwaarde voor elke identiteit'. Zizeks ‘dierbaarste bezit' is het verzameld werk van Hegel, zijn favoriete instrument is een lacaniaans conceptueel surrealisme (DS 20 augustus).

Gecombineerd met een flinke dosis Marx laat dit hem toe alles te duiden: het kapitalisme, The matrix, antisemitisme, Starbucks, het postmodernisme en de (financiële en ecologische) crisis. In zijn toespraken of optredens (kijk op Youtube) ronkt een breedsprakerige, feitenvrije filosofie. Hij debiteert meningen en intuïties die empirisch kant noch wal raken. Hij schiet in het wilde weg met hagel, en dan is er altijd wel iets dat geraakt wordt. Talloze triviale inzichten hebben we ook zonder Zizek al lang begrepen (jazeker, we leven in een complexe samenleving). Hij is een cut&paste-denker die zo snel van de hak op de tak springt dat men de draad al gauw kwijtraakt: ‘Ik denk zo snel dat ik mezelf wel moet tegenspreken.' Dat hij dit alles als stand-upcomedian presenteert, betekent niet dat we met onschuldige provocaties te maken hebben. Het probleem zit dieper.

Luguber spookbeeld

Een cultus van haat en geweld vormt de ondertoon van het discours van deze filosofische charlatan. Hij grossiert in perverse omkeringen: ‘de universele mensenrechten zijn slechts de rechten van westerse mannen', ‘stalinistische terreur is eindeloos beter dan progressief kapitalisme', ‘de strijd tegen racisme is bedekt racisme'. Daarmee cultiveert hij een van de meest manipuleerbare van alle menselijke emoties: ressentiment. Over Hitler beweerde hij dat diens gewelddadigheid ‘niet essentieel genoeg' was (In defence of lost causes). Wat betekent dat, ‘niet essentieel genoeg'? Je kunt dit afdoen als provocerend gebral, maar je kunt het ook als een pleidooi voor daadwerkelijk geweld lezen.

Talloze Zizek-adepten vinden zijn omkeringen en provocaties ‘intellectueel uitdagend' of minstens ‘verfrissend', maar dat is een reactie waar Zizek zelf lak aan heeft. Je moet hem zorgvuldig lezen, en dan komt, zoals Adam Kirsch in The New Republic enkele jaren geleden heeft laten zien, een luguber spookbeeld naar voren. Onder het warrige discours schuilt een verdediging van het politieke geweld van Robespierre, Mao, Stalin en Lenin, en daarachter schuilt een nog gevaarlijker idee: dat van de politieke utopie die geweld niet uitsluit. ‘Alleen een revolutie brengt ons in contact met het reële.' De Culturele Revolutie van Mao liet ons ‘utopische mogelijkheden' zien. Wat die liet zien, is volgens velen echter wat onvermijdelijk met de dwaasheid van het utopisme verbonden is: terreur.

Zizek koestert de perverse gedachte van eindeloze, desnoods met geweld afdwingbare verbetering van de wereld en de mens, een gedachte die juist in deze troebele tijden weer opgeld lijkt te maken en waar Zizek, zelfverklaard communist, expliciet ruimte voor creëert. Zonder de ‘Held' (de hoofdletter is van Zizek) is de Gebeurtenis niet mogelijk, schrijft hij in navolging van zijn Franse geestesgenoot Alain Badiou: ‘Terreur als voorwaarde voor vrijheid.' ‘Het domein van zuiver geweld, het domein buiten de wet, het domein van geweld dat noch het recht instelt, noch het recht handhaaft, is het domein van de liefde', staat op de achterflap van zijn boek Geweld uit 2009. Dit is vintage Zizek, dubbelzinnig en dubieus.

Gevaarlijke nonsens

Maar we zullen hem wel verkeerd begrijpen. Want zoals een kenner onlangs in De Groene Amsterdammer zei: ‘Zizek wordt door te veel mensen gelezen die hem niet goed begrijpen. Om zijn werk te doorgronden, is jaren studie nodig.'

(Dat wordt ook van Lacan gezegd. Het is een beproefde techniek om zich te immuniseren tegen kritiek.)

Diezelfde expert geeft trouwens de sleutel tot dit duistere gedachtegoed: ‘Hij heeft in wezen slechts één gedachte. Dat de realiteit gebouwd is op een probleem dat een probleem zal blijven: de werkelijkheid is een illusie die zichzelf aan haar eigen illusie optrekt. Een samenleving is niet in het “reële”, maar in het “fictieve” gefundeerd: in de betekenis die we er zelf aan geven. Een cultuur stoelt niet op zijn, maar op schijn.'

De werkelijkheid is dus een constructie, van de Ideologie, die ons met zijn allen in de luren legt. Daarmee verzinkt Zizek in het moeras van het relativisme. Zijn grappen en paradoxen verhullen een diepgaande kritiekloosheid waarin hij alles kan goedpraten, ook gedweep met geweld en andere gevaarlijke nonsens.

Dat weet Zizek zelf ook: ‘Veel van wat ik schrijf, is nonsens.' Hij maakt alleen niet duidelijk welk stukje dan misschien geen onzin is. En of hij zelf wel weet waar de nonsens ophoudt.
Prima tekstje. Mijn enige bescheiden opmerking is van taalkundige aard. 'Een moeras is een overgangsgebied tussen water en land.' (wikipedia). Relativisme is geen moeras. Het is water. Men kan er niet in verzinken. Men kan alleen blijven drijven of verdrinken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten