donderdag 24 november 2011

Madame Blanche

Onder het motto "engagez-vous" blijven we doorgaan:
http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/De-Gedachte/article/detail/1352702/2011/11/24/Vergeet-een-kabinet-van-economen.dhtml

Vergeet een kabinet van economen


24/11/11, 08u06
Patrick Loobuyck, als moraalfilosoof verbonden aan de universiteiten van Antwerpen en Gent, ziet geen heil in regeringen die louter uit economische experts en technici bestaan.
Door de crisis in de regeringsonderhandelingen en de druk die de eurocrisis veroorzaakt, klinkt de roep naar een zakenkabinet steeds luider. Zo een regering zou dan bestaan uit experts en technici, niet uit politici. Griekenland en Italië zijn met de benoeming van niet-politici als Lucas Papademos en Mario Monti alvast in de richting van de technocratie geëvolueerd. Moet België ook die kant op? De vraag is pertinent omdat onze politici op een schandelijke wijze niet in staat blijken om akkoorden te sluiten en tot besturen over te gaan. Het politieke gekrakeel, eerst over de staatshervorming nu over de begroting en het sociaal-economisch beleid is dusdanig uit de hand gelopen dat de indruk ontstaat dat politici het niet meer kunnen en dus maar beter even worden vervangen door nuchtere mensen met kennis van zaken. Technici moeten gewapend met wetenschappelijke feiten en niet gehinderd door electorale overwegingen en politieke ideologie beslissingen nemen om het land terug op het rechte pad te krijgen.

Deze gedachte klinkt misschien aantrekkelijk, maar ze is bedrieglijk. De experts die nu vaak als opvolgers van de politici genoemd worden, blijken voornamelijk economen te zijn. Zij zouden weten wat we moeten doen om ons uit de crisis weg te leiden. Er wordt hier echter vaak van een verkeerd beeld van de economische wetenschap uitgegaan. Economie is geen positieve wetenschap waarin de werkelijkheid op basis van formules en wetmatigheden voorspeld kan worden. De economie is een gedragswetenschap en behoort tot de menswetenschappen - met alle gevolgen van dien. Wetmatigheden (de wet van vraag en aanbod bijvoorbeeld) en mechanismen die eigen zijn aan het menselijk gedrag kunnen er een voorspellende waarde hebben, maar dit is nooit even sluitend als in de positieve wetenschappen. Economen kunnen onmogelijk de werkelijkheid op een even objectieve manier begrijpen en voorspellen als natuurkundigen dat kunnen. Hoe zinvol economische modellen ook zijn, ze kunnen slechts tot economische prognoses leiden, niet tot wetenschappelijke voorspellingen. En dat economen in hun prognoses fout kunnen zitten, hebben we de laatste jaren aan den lijve moeten ervaren. Alle Nobelprijswinnaars voor economie ten spijt, heeft de economische wetenschap de economische crisis niet zien aankomen, laat staan kunnen vermijden. Een en ander heeft te maken met het feit dat het schier onmogelijk is om alle relevante variabelen in het model te verdisconteren. Maar er ligt ook een probleem bij het uitgangspunt van de economie. Economen vertrekken in hun modellen immers van een specifiek mensbeeld. Deze homo economicus bepaalt zijn keuzes op basis van kosten-batenanalyses in functie van individuele nutmaximalisering in een context van schaarste. Nobelprijswinnaar economie Amartya Sen wijst er echter op dat mensen niet die 'rationele gekken' zijn waarmee economen vaak aan de slag gaan. Menselijk gedrag wordt niet alleen gestuurd door kosten-batenanalyses, maar ook door waarden als vertrouwen en loyaliteit. De crisis in de financiële sector en de schommelingen op de beurs maken pijnlijk duidelijk hoezeer het economisch plaatje op een volstrekt irrationele manier in duigen kan vallen wegens een gebrek aan vertrouwen in partners, landen, aandelen of banken.

Maar het idee van een zakenkabinet is ook nog om een andere reden bedrieglijk. Aan politiek doen is immers onwenselijk en onmogelijk. Niet alleen hebben de experts niet de noodzakelijke legitimiteit om als volksvertegenwoordiger te spreken, technische experts kunnen ook grondig van mening verschillen over welke richting we met de samenleving uit moeten. De kloof tussen feiten en normen, tussen is niet zomaar te dichten, ook niet door experts. Zij kunnen het over alle feiten eens zijn, maar toch van mening verschillen over de politieke keuzes die je aan die feiten moet verbinden. Politieke keuzes moeten liefst zo goed mogelijk alle wetenschappelijke feiten verdisconteren, maar het is een misvatting te denken dat uit die feiten zomaar politieke beslissingen zijn af te leiden. Men kan berekenen hoeveel extra belastingen opbrengen en wat er te besparen valt met het snoeien in de uitgaven van de welvaartsstaat, maar of men voornamelijk voor de eerste optie kiest dan wel voor de tweede is een politieke keuze.

Rekenen en tellen

Mogelijk zijn alle experts het erover eens dat België een stuk van de crisis kan opvangen door de sociale voorzieningen drastisch verder af te bouwen, de vraag blijft of we dat wel op die manier willen doen. Hier kunnen economen wiens hart sociaal-democratisch klopt fundamenteel van mening verschillen met neoliberale economen. Wie aan politiek doet, moet goed kunnen rekenen en tellen, maar rekenen en tellen alleen volstaat niet. Politici vertrekken idealiter van een idee over welke samenleving ze willen en vanuit een opvatting van wat rechtvaardigheid is. Zodra experts aan politiek doen, worden ook zij met politieke en normatieve vragen geconfronteerd.

Er valt nog te discussiëren over de vraag of wetenschap waardevrij is; maar de vraag of er een waardevrije politiek bestaat is veel gemakkelijker te beantwoorden: nee dat bestaat niet. Economen kunnen een poging doen om naar amorele en apolitieke expertise te streven, maar deze 'positieve economie' die naar het woord van Milton Friedman 'principieel onafhankelijk moet zijn van particuliere ethische posities en normatieve oordelen', kan nooit samenvallen met politiek.

Experts die aan politiek doen kunnen de schijn van onpartijdigheid en objectiviteit hoog proberen te houden, maar dat is mogelijks gevaarlijke window dressing. Ook wetenschappers kunnen een ideologische agenda hebben. Het lijkt me in dat verband niet onzinnig rekening te houden met de waarschuwing die Max Weber ons meegeeft in zijn bekende lezing Wetenschap als beroep en roeping (1919) dat "waar de wetenschapsbeoefenaar met zijn eigen waardeoordeel komt aandragen, het werkelijke begrip voor de feiten verdwijnt".
 
Er valt nog te discussiëren over de vraag of wetenschap waardevrij is”
Allee vooruit dan.
Stel dat u de vraag met neen beantwoordt.
In dat geval is uw mening als wetenschapper een waardeoordeel, niet meer of minder waard dan mijn mening.
Stel dat u de vraag met ja beantwoordt.
In dat geval stelt zich de vraag of filosofie een positieve wetenschap is.
Voelt u hem komen?
“De voorspellende waarde?”
Voelt u hem komen?
“Experts die columns schrijven kunnen de schijn van onpartijdigheid en objectiviteit hoog proberen te houden, maar dat is mogelijks gevaarlijke window dressing.”
Overigens deel ik uw mening “vergeet een kabinet van economen”.
Maar het lijkt me in dat verband niet onzinnig rekening te houden met de woorden van Desiderius Erasmus: “dat is alleenlick een wijsmakinge”

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten