Professor Logica en Wetenschapsfilosofie aan de Vrije Universiteit Brussel, Jean Paul Van Bendegem, gelooft dat in de liefde een logisch patroon zit. In zijn lezingreeks ‘De wiskunde in het seksuele’ past hij de principes van kansberekening toe.
Het is een onromantische gedachte, maar de logica gaat als volgt: ‘Laat je eerste drie lieven passeren. Neem de beste van die drie als standaard en de eerstvolgende die dat niveau weet te evenaren of verbeteren, is de ware.’ Wiskundig gezien vind je daarna namelijk geen betere partner meer.
Hij maakt de vergelijking met een kartonnen doos waar tien kaartjes in zitten. ‘Op elke kaartje staat een cijfer tussen nul en tien. Het is de bedoeling dat je het hoogste cijfer eruit pikt: een acht, negen of tien. De kans is klein dat je bij de eerste drie pogingen de beste kaarten eruit haalt. Zo gaat het ook in de liefde. De kans dat je in je eerste drie relaties de ware vindt, is klein. Na drie keer proberen heb je 37 procent slaagkans. Beter zal het niet worden, ook niet in relaties.‘
Lotjestrek
‘Zit je in een goede relatie, maak die dan niet kapot omdat het nog maar je tweede of derde partner is’, geeft de professor nog mee als raad. ‘Je zal maar pech hebben dat je meteen de spreekwoordelijke nummer acht, negen of tien uit de doos viste en dumpte. En dan vind je nooit beter’, aldus Van Bendegem.
De professor maakt ook nog een kanttekening: ‘Er zijn nog zwaktes. De wiskunde houdt geen rekening met de duur van je relaties en hoe je als mens verandert. Mensen verlagen soms ook hun lat en denken achteraf dat hun relatie van toen toch niet zo slecht was.’
‘Het blijft dus een beetje lotjestrek’, luidt de conclusie.
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110426_068